dinsdag 21 februari 2012

Als het rijmt



De winter hangt zwijgend te wachten op vertrek
Het is er nog te vroeg voor. in dit laaggelegen land
plegen meestentijds de seizoenen te dralen,
onwillig om te komen, onwillig om te gaan.


Ik wou dat ik een dichter was
zo één met sjaal en hoed en lange jas.
zo één met wilde, indringende ogen
zodat eenieder zegt: 'Hij is bevlogen'


Maar ik rommel maar een potje aan
met de wolken zwaar boven de dalen
als het rijmt is er immers niets aan de hand
en houd ik voor de rest liever mijn bek









maandag 20 februari 2012

Job Cohen bestreed met succes de hondenpoep

Vanmiddag liep ik in een voor mij vrij onbekende buurt. Op de hoek van een stille straat zag ik een tabakswinkel en liep ernaar toe om shag te kopen. De deur van de tabakszaak bleek op slot en op het glas van de deur was een briefje geplakt met "aanbellen".

Toen ik werd opengedaan vroeg ik aan de tabakenist of tabakenier, hoe heet dat, of dat ergens voor nodig was waarop hij zei dat hij al drie keer overvallen was.

"Zo is Amsterdam er dus aan toe", zei ik terwijl ik de tabak afrekende.
"Niet alleen Amsterdam hoor", antwoordde hij. "Heel Nederland. "Zelfs in de dorpen".

Buitengekomen sloeg ik een hoek om en daar viel mijn oog op een grote poster achter het raam van een woonhuis met daarop in schreeuwende letters "GEEN HONDENPOEP" boven de foto van een 3x vergrote hondendrol.


Het wekte een gevoel van vervreemding.

De één wordt 3 keer overvallen en beroofd en zijn buurman maakt zich druk over hondenpoep met een smerige foto voor zijn raam.


Terwijl er de laatste 10 jaar nauwelijks meer hondenpoep op straat ligt, dankzij de poepzakken en de hoge boetes, zijn daarentegen de roofovervallen omgekeerd evenredig in aantal en brutaliteit toegenomen, in een stad, waar dat voordien maar sporadisch voorkwam.

Ik dacht aan Job Cohen. Onder zijn burgemeesterschap is dit gebeurd. Hij heeft dat allemaal voor elkaar gekregen. De poep is weg.

Hij ook. Hij mag blij zijn als hij er met vergetelheid afkomt