U vraagt zich misschien af, waarom publiceert hij die takkenzooi. Wel, het viel me op, dat de mooiste bomen in het Rembrandtpark horizontaal groeien Ze zijn als hardlopers voorover op hun knieën gevallen en vanuit die positie groeien ze verder Ze zijn een toonbeeld van onwrikbare levenswil en kracht. sierlijk en grillig dansen de takken om hun gevallen stam, als een mens die geslagen is door het leven en ondanks de stormen verder groeit.
Mooie vormen voor foto's dus. Een gemakkelijk leven levert niet snel een interessant beeld op.
dinsdag 13 maart 2012
Rembrandtpark Boom 1
Ik wil daarom eens kijken of dat met die afbeeldingen hier net zo goed lukt als in Wordpress, maar ik vrees het ergste wat het formaat betreft.
Even gewandeld in het Rembrandtpark. Een prachtige voorjaarsdag. De madeliefjes staken hun kopjes al boven het gras uit en de katten zaten in de wilgen. De knoppen dus, niet de beesten. Enfin, vanwege de schrijfweerstand die ik ondervind laat ik het hier even bij.
zondag 11 maart 2012
Woorden zijn spionnen
Een week geleden was het opeens voorbij
Dat wat ik deed stokte
alsof iemand een stop uittrok
Ooit wilde ik gaan schrijven
welke malloot verzint zoiets?
Dozen vol papier
Dozen vol verdriet
Dat gun je de mensen niet
Toen ik ging dichten was de waanzin de poort naar de hel
Somber en bizar zijn de kelders van de geest
Wie met vol verstand zou daarin willen graven?
Wie zou zich aan die modder willen laven?
Woorden zijn spionnen die oorlog verwekken
Dat is hun doel, dat is hun taak
Goden en duivels dansen in de maat
en de geest hoereert met het duister
Het was opeens voorbij
Ik liep op straat en de regen waste alles weg
Dat wat ik deed stokte
alsof iemand een stop uittrok
Ooit wilde ik gaan schrijven
welke malloot verzint zoiets?
Dozen vol papier
Dozen vol verdriet
Dat gun je de mensen niet
Toen ik ging dichten was de waanzin de poort naar de hel
Somber en bizar zijn de kelders van de geest
Wie met vol verstand zou daarin willen graven?
Wie zou zich aan die modder willen laven?
Woorden zijn spionnen die oorlog verwekken
Dat is hun doel, dat is hun taak
Goden en duivels dansen in de maat
en de geest hoereert met het duister
Het was opeens voorbij
Ik liep op straat en de regen waste alles weg
dinsdag 21 februari 2012
Als het rijmt
De winter hangt zwijgend te wachten op vertrek
Het is er nog te vroeg voor. in dit laaggelegen land
plegen meestentijds de seizoenen te dralen,
onwillig om te komen, onwillig om te gaan.
Ik wou dat ik een dichter was
zo één met sjaal en hoed en lange jas.
zo één met wilde, indringende ogen
zodat eenieder zegt: 'Hij is bevlogen'
Maar ik rommel maar een potje aan
met de wolken zwaar boven de dalen
als het rijmt is er immers niets aan de hand
en houd ik voor de rest liever mijn bek
maandag 20 februari 2012
Job Cohen bestreed met succes de hondenpoep
Vanmiddag liep ik in een voor mij vrij onbekende buurt. Op de hoek van een stille straat zag ik een tabakswinkel en liep ernaar toe om shag te kopen. De deur van de tabakszaak bleek op slot en op het glas van de deur was een briefje geplakt met "aanbellen".
Toen ik werd opengedaan vroeg ik aan de tabakenist of tabakenier, hoe heet dat, of dat ergens voor nodig was waarop hij zei dat hij al drie keer overvallen was.
"Zo is Amsterdam er dus aan toe", zei ik terwijl ik de tabak afrekende.
"Niet alleen Amsterdam hoor", antwoordde hij. "Heel Nederland. "Zelfs in de dorpen".
Buitengekomen sloeg ik een hoek om en daar viel mijn oog op een grote poster achter het raam van een woonhuis met daarop in schreeuwende letters "GEEN HONDENPOEP" boven de foto van een 3x vergrote hondendrol.
Het wekte een gevoel van vervreemding.
De één wordt 3 keer overvallen en beroofd en zijn buurman maakt zich druk over hondenpoep met een smerige foto voor zijn raam.
Terwijl er de laatste 10 jaar nauwelijks meer hondenpoep op straat ligt, dankzij de poepzakken en de hoge boetes, zijn daarentegen de roofovervallen omgekeerd evenredig in aantal en brutaliteit toegenomen, in een stad, waar dat voordien maar sporadisch voorkwam.
Ik dacht aan Job Cohen. Onder zijn burgemeesterschap is dit gebeurd. Hij heeft dat allemaal voor elkaar gekregen. De poep is weg.
Hij ook. Hij mag blij zijn als hij er met vergetelheid afkomt
Toen ik werd opengedaan vroeg ik aan de tabakenist of tabakenier, hoe heet dat, of dat ergens voor nodig was waarop hij zei dat hij al drie keer overvallen was.
"Zo is Amsterdam er dus aan toe", zei ik terwijl ik de tabak afrekende.
"Niet alleen Amsterdam hoor", antwoordde hij. "Heel Nederland. "Zelfs in de dorpen".
Buitengekomen sloeg ik een hoek om en daar viel mijn oog op een grote poster achter het raam van een woonhuis met daarop in schreeuwende letters "GEEN HONDENPOEP" boven de foto van een 3x vergrote hondendrol.
Het wekte een gevoel van vervreemding.
De één wordt 3 keer overvallen en beroofd en zijn buurman maakt zich druk over hondenpoep met een smerige foto voor zijn raam.
Terwijl er de laatste 10 jaar nauwelijks meer hondenpoep op straat ligt, dankzij de poepzakken en de hoge boetes, zijn daarentegen de roofovervallen omgekeerd evenredig in aantal en brutaliteit toegenomen, in een stad, waar dat voordien maar sporadisch voorkwam.
Ik dacht aan Job Cohen. Onder zijn burgemeesterschap is dit gebeurd. Hij heeft dat allemaal voor elkaar gekregen. De poep is weg.
Hij ook. Hij mag blij zijn als hij er met vergetelheid afkomt
dinsdag 8 november 2011
(G)een carrière
(Eerder gepubliceerd op Amsterdam Post, voor reacties (en foto van eigen hand) zie aldaar)
Ik wil de geachte lezer eens een persoonlijk verhaal vertellen.
Iets meer dan 20 jaar geleden ben ik gescheiden van mijn vrouw. Dat heeft me erge pijn gedaan. Ik werkte in die tijd op kantoor en het bedrijf waar ik voor werkte zat midden in de automatisering zodat er veel te doen was, Ik richtte me daarom volledig op mijn baan en draaide 'avonds en zaterdags overuren. Na driekwart jaar stortte ik in. Ik kreeg angstaanvallen, stemmingswisselingen, had een voortdurende verhoging van lichaamstemperatuur en leidde aan een algeheel gevoel van wanhoop en wat ik noem: een geestelijke mist. Ik kwam in de ziektewet en na verloop van tijd raadpleegde ik op advies van de huisarts een psychiater. Na enkele onderzoeken was zijn oordeel: overspannen en depressief. Ik kwam in de WAO terecht, maar in plaats van in therapie te gaan en (weer een nieuwe, waarschijnlijk experimentele) medicatie te slikken zoals me werd geadviseerd, besloot ik iets anders te doen. Ik besloot een voetreis naar Zuid Spanje te maken.
Ik regelde opslag voor mijn spullen (na een grondige opruiming van de meest deprimerende herinneringen, zoals foto's), kocht een goede kampeeruitrusting, zegde de huur op van mijn woning en vertrok uit Amsterdam.
Over de reis wil ik niets zeggen, daar gaat het verhaal niet over, maar in het anderhalf jaar dat ik weg was waren mijn depressiviteit, emotionele labiliteit en het geestelijke niemandsland verdwenen. Ik werd na terugkomst dan ook vrijwel direct goedgekeurd door de bedrijfsarts. Geen haar op mijn hoofd dacht er echter aan om weer op kantoor te gaan werken in de administratieve functies die ik voorheen had uitgeoefend. De gedachte aan de muffe, kunstmatige kantoren met iedere dag dezelfde handelingen, hersendode collega's en treiterige chefs maakte me lichamelijk onpasselijk.
Toen ik terugkwam had ik geen woning meer. een half jaar of daaromtrent woonde ik op een camping. Ik had de grootste moeite om woonruimte te vinden, want de wachtlijsten in Amsterdam zijn legendarisch, om niet te zeggen mythisch en in dit socialistische bolwerk staat onderhuur of met meerdere personen van een woning gebruik maken inmiddels gelijk aan een halsmisdaad dan wel wordt het zwaar beboet/belast zodat vrienden of kennissen al lijkbleek worden en beginnen te sidderen als je vraagt of je een paar nachten kunt logeren. Zo houdt linkse politiek de woningnood in stand waar hun extremistische straattoepen zogenaamd tegen ageren. Maar ook daar wil ik het niet over hebben. Het lukte me in ieder geval om (voor onbestemde tijd en zwaar illegaal) een zolderkamer te betrekken, zodat ik weer een basis had. Nog steeds had ik echter een hoop spullen in opslag en die wilde ik eigenlijk kwijt. De zorgeloze reis door Europa, zonder verplichtingen en zonder druk (door ambtenarij en maatschappelijke verplichtingen o.a.) had me doen inzien, dat ik niet mijn hele verleden met me mee wilde blijven torsen. Ik besloot alles te verkopen.
Ik begon met mijn boeken. Met wat ik mijn meest waardevolle boeken vond fietste ik langs de Amsterdamse boekenwinkels, maar ik kwam moe van het sjouwen en vernederd door de verkopers van een koude kermis thuis. De boeken waar ik het meeste waarde aan had gehecht, waren in de ogen van de boekhandelaren niet meer dat stront met een kaft eromheen en de schandalig lage prijzen waar ze mee wilden opschepen heeft me het respect voor deze bevolkingsgroep voor altijd ontnomen.
Na enige tijd kwam ik terecht op rommelmarkt X, een binnenmarkt. Ik bood enkele handelaren daar wat spullen aan (geen boeken) en de marktassistent, die dat opmerkte, vroeg me waarom ik niet zelf een tafeltje huurde. Dat leek me een goed idee en ik reserveerde meteen een stand voor de week daarop. Dat werd meteen een redelijk succes. De klanten gaven me betere prijzen dan de handelaren en ik hoefde niet meer de hele dag te sjouwen. Toen de week voorbij was huurde ik nog een week en de week daarop weer. Terugkijkend, kan ik stellen, dat ik in die tijd in een roes terechtkwam. Het was voor het eerst, dat ik zelf rechtstreeks geld verdiende, van hand tot hand. Het was misschien geen fortuin, maar het waren wel harde, klinkende guldens, tien keer meer waard dan een maandelijkse, altijd gelijke overschrijving naar de bank.
En eigenlijk begint het verhaal nu pas, want verkopen is maar één kant van de gulden en een Gulden of Euro met 1 kant is geen Gulden of Euro maar helemaal niks. Spullen die je verkoopt ben je kwijt. Om een handel voort te zetten, moeten de verkochte spullen vervangen worden nieuwe handel. Na een paar weken raakte ik door mijn 'verleden' heen en namen de inkomsten af. Ik kocht af en toe wel van andere handelaren, maar een echt beginkapitaal bezat ik niet en de meeste winst ging op aan huur, eten en de dagelijkse behoeften. Gelukkig bracht de straat uitkomst. Toen ik op een avond naar huis fietste stond er een grote stapel huisvuil op de stoep, althans, vuil kon je het niet noemen, want er leek een halve woning op straat te zijn geweest. Dozen met serviesgoed, boeken, kleding in zakken en andere zakken met onbestemde dingen, die rammelden en beslist geen keukenafval waren. Terewiijl ik het bekeek, kwam er een man naar buiten en zei: "Neem maar mee wat je nodig hebt hoor, anders gaat het met de vuilniswagen mee". Dat was niet aan dovemansoren gezegd om dit cliché te gebruiken en na een kwartier duwde ik een zwaarbeladen fiets voort naar mijn straat, sjouwde alles naar boven en keerde terug voor een nieuwe ronde.
Die avond was pakjesavond. De vuilniszakken, plastic tassen, en dozen bevatten weer dozen en kistjes en hebbedingetjes, te verscheiden om allemaal op te noemen, van zaklantaarns tot langspeelplaten, van een theelepelverzameling tot een tasje met bijouterieën, waaronder ook enkele zilveren sieraden. Nu ik het zo opschrijf lijkt het niet echt, maar ik verzeker u dat ik de koning te rijk was en de dagen daarop goed verkocht.
Dit voorval had me wel happig gemaakt en ik ging me erop toeleggen om op straat te zoeken naar bruikbare, verkoopbare spullen. Dit bleek een geslaagde onderneming. Iedere middag op weg van de markt naar huis, "deed ik de wijk" en kwam altijd wel met goede buit thuis, soms met een paar dingen, vaak ook was de fiets bij thuiskomst met tassen en dozen of kleine meubels en vreemde gadgets afgeladen. Ik zocht op wanneer het vuil in de verschillende buurten werd opgehaald en ging vrijwel iedere avond rond een uur of elf de betreffende wijk in en werkte dan systematisch alle straten af. Tussen 1 en 2 uur s nachts was het hele traject dan meestal doorlopen, afhankelijk van de vondsten en er ging geen nacht voorbij of mijn fiets kreunde en piepte aan het eind van de rit onder de last.
Nogmaals: ik kan niet beschrijven wat ik allemaal heb gevonden en als ik het wel zou kunnen, dan zou u het niet geloven. Ik heb gouden sieraden gevonden, antiek en schilderijen, Ik heb mappen met tekeningen en schetsboeken van een jong gestorven Nederlandse illustratrice voor de kaken van de vuilniswagen uit een stapel oud papier weggetrokken en op een veiling voor goed geld verkocht. In oud West had je in die tijd bovengrondse papiercontainers en daarvan waren de hengsels van de deksels kapot, zodat ik dat hele deksel kon openklappen. Daar heb ik hele bibliotheken uitgehaald, waaronder een joodse, met honderden jaren oude boeken. Maar ik zal hierover ophouden, want de lijst is eindeloos en ik dacht vaak: als er nu mensen in mijn huis komen, dan denken ze dat ik ergens heb ingebroken.
Het waren gouden tijden voor mij en langzaam raakte ik thuis in de markt. Ik vond dit een aangename manier om in mijn onderhoud te voorzien en bedacht, dat ik dit tot mijn dood vol zou kunnen houden. Mensen blijven immers altijd dingen weggooien was mijn gedachte. Maar zoals Prince zong: "All good things they say, never last".
Zo brak het nieuwe milennium aan en daaropvolgend werd de Gulden omgewisseld voor de Euro. Voor mij bracht de Euro alleen maar iets meer winst, want ik kon bij het omprijzen een aantal spullen, die ik tot die tijd voor veel te lage prijzen had verkocht iets scherper prijzen. Ik was immers gratis aan de spullen gekomen en had ze voor die tijd vaak veel te goedkoop weggedaan. Maar in die tijd is de klad erin gekomen. Misschien is de aanslagen in Amerika een omkeringspunt geweest, maar een combinatie van factoren maakte, dat de handel vanaf die tijd in een neerwaartse spiraal terecht kwam. Een spiraal die nu, tien jaar later, nog immer neerwaarts gekeerd is.
Het begon met een gestage afname van het aantal klanten op de markt, gevolgd door een inflatie van de handelswaar. Aan de andere kant werden er steeds minder spullen aangeboden in het segment waar ik in werkte, de absolute onderkant van de markt. Ik ben geen econoom of statisticus, dus als ik de oorzaken wil vinden, kan ik alleen van mijn eigen situatie uitgaan. Op de een of andere manier raakte de doorstroming verstopt. Ik verkocht bijvoorbeeld veel aan de antiquairs en (professionele) verzamelaars en meer gespecialiseerde handelaren, die de rommelmarkten afstruinden op zoek naar 'klappertjes'. maar deze begonnen steeds minder graag geld uit te geven voor hun spullen, en te mopperen over van alles, zodat ik met dingen bleef zitten. Een gevleugelde uitspraak in die tijd werd: "Geld heb ik niet, maar Spullen....! Plotseling stortte de handel in, als een slow motion Trade Centergebouw.
De mensen gaven dus minder snel geld uit, werden kritischer en afhoudender. Een andere oorzaak van de afname van klanten was de absurd snel stijgende parkeerkosten, die nu in de binnenstad zo rond de 4,50 euro per uur liggen. Een tafel huren voor 7 uur kost dus al om te beginnen 31,50 euro. Dat heeft veel klanten en handelaren van buiten ertoe gebracht om de binnenstad van Amsterdam te mijden. En handel in een stad moet het hebben van handelaren en klanten van buiten. Onderling zijn ze wel uitgekeken op hun spullen.
Er zijn nog andere oorzaken van de neergang te noemen.
Het bestedingspatroon is veranderd. De jeugd geeft geld uit aan merkkleding, feesten en nieuwe electronische gadgets. In antiek is niemand meer geïnteresseerd lijkt het, men heeft blijkbaar liever het Jean De Bouvrie wegwerp minimalisme en dito IKEA troep. Waarom zou een tafel of een kast langer dan 5 jaar mee moeten gaan? In verband hiermee zie ik ook een einde van de trends. Er zijn op dit moment bij verzamelaars geen trends, geen dingen of stijlen die goed verkopen. Ik weet op dit moment namelijk niet wat ik naar de markt moet brengen en waar ik zeker van ben, zoals vroeger, dat ik het verkoop.
En dan het internet. Waarom zou je in weer en wind de stad afsjokken naar een bij je interieur passende schemerlamp als je dat thuis op je gemakkelijke stoel onder het genot van een kop koffie met een muisklik ook kunt vinden? Marktplaats, Ebay, Bol, en de talloze onlinewinkels, veilingen en zoekmachines brengen alle markten van de wereld naar je huiskamer. Maar niet alleen dat de markt een groot aandeel van de 'live' markt heeft overgenomen, ook bieden mensen hun spullen niet meer aan de handelaren op de markt aan, maar zetten hun zoldervoorraad met fotootjes op Marktplaats, en door programma's als Tussen Kunst & Kitsch en de vele Engelse veilingprogramma's denkt men al gauw dat die oude, gammele, door de mot aangevreten stoel van Oma op zolder een antiek stuk is.
De beweging is eruit. Dan is er voor de manier waarop ik handelde nog een bijkomend verhaal. Mede door het internet, zetten mensen dingen niet zoveel meer op straat. Zoals gezegd: een foto'tje het staat op Marktplaats.
Ik zal proberen te beschrijven wat er op straat veranderd is. Ten eerste gooien de mensen dus niet zo.veel meer weg als vroeger. Ik denk dat de mensen wat aan het terugkomen zijn van de wegwerpmaatschappij. Ten tweede verdwijnt het huisvuil in Amsterdam in het grootste deel van de stad tegenwoordig in ondergrondse containers. Dit mag triviaal lijken, maar is best een grote klap voor de morgensterren en de handelaren, die van dit onderste segment van de markt onverwachte dingen voor zich krijgen. Veel morgensterren verkochten hun gevonden waar aan de markten en de tweedehandswinkels van de stad en sommige van hun spullen stonden later, vaak nadat ze van hand tot hand waren gegaan, uiteindelijk in vitrines voor prijzen die zelf nooit zouden kunnen opbrengen. En als ik denk aan wat er allemaal ongezien onder de grond verdwijnt, dan bloeden mijn teennagels.
Naast deze vermindering van 'jachtgebieden' in de stad (en de toenemende schaarste van wild) vond er tegelijk een vermeerdering van de 'indianenpopulatie' plaats. Toen ik mijn dagelijkse rondes begon leerde ik alle morgensterren in 'mijn' wijken wel kennen en er was onderling een gemoedelijke sfeer. Iedereen had zo zijn specialiteit. De één zocht kleding, de ander koper en aluminium, een derde meubeltjes, niet zo scherp gescheiden, maar toch. Ik zocht het liefst naar papier. Boeken, prenten, ansichtkaarten, oude brieven... oud papier :), maar verder nam ik alles mee waar handel in zat. Zoals gezegd: de sfeer was gemoedelijk. Men gunde elkaar wat, ruilden dingen onderling en gingen niet in andermans vondsten graaien. Dat is de afgelopen tien jaar radicaal veranderd. Steeds meer mensen zijn gaan zoeken en steeds meer om het geld. Het begon met de Turken, die waren altijd vriendelijk en beleefd, meestal oudere heren met baardje en calotje of hoe heet dat. Hun doel: alles waar knopjes en lichtjes op zitten en horloges. Van deze mensen had ik weinig concurrentie. Voor papier hadden ze geen interesse en van kunst of verzamelwaarde geen sjoege. Als ze een Jugendstil schemerlamp op straat zouden zien staan, dan zouden ze het gloeilampje eruit draaien, het snoer met de stekker afknippen en de lamp laten staan. Vriendelijke mensen dus, behalve in een groep, dan heb ik andere ervaringen. Maar er kwamen meer en meer jagers van onduidelijke herkomst. Uitheemse families geen woord Nederlands sprekend, zo uit een bergdorp van de andere kant van de wereld hier neergeplant, zo scheen het, die de stapels afval uit elkaar trokken en bewaakten alsof het hun kostbaarste bezit was en misschien was het dat ook wel.
En toen kwamen de Polen met hun busjes en andere oostblokkers, Brutale bouwvakkers, die je gewoon opzij duwden, alles wat maar enigszins waardevol leek in hun busjes gooiden en die zo de hele wijk schoonveegden. En tegelijk stegen de metaalprijzen. Koper ging in een paar jaar wegens grote vraag naar metalen in China van een stabiele 2,50 euro de kilo naar de huidige prijs van rond de 8,50 euro/k. Idem dito met aluminium (om niet te spreken van goud en zilver). Het gevolg hiervan: alles waar maar een flintertje koper of aluminium aan zat werd uit elkaar getrokken of meegenomen en voor de zekerheid al het metaal eromheen ook.snoeren, schroeven, hang en sluitwerk, koperbeslag, alles wat je vond was kapot. Nu is de situatie zo, dat er de hele dag busjes en bestelwagens door de stad rijden met bijrijders of met hele families. Als de ene de straat nog niet uit is dan komt de volgende de hoek al om. Daar kan ik met mijn fietsje niet tegenop. Eén van de laatste keren dat ik mij ronde maakte eindigde als anthithese van hoe het begon: Ik zag een stapel huisraad op straat, zette mijn fiets wat op een afstand tegen een muur en ontdekte een doosje boeken in de stapel. Wijs geworden, want ze rukken het tegenwoordig bijna uit je handen, bracht ik eerst die doos in veiligheid naar mijn fiets en toen ik me omdraaide om verder te zoeken, stopte er een bestelwagen en daar kwamen een gesluierde vrouw en twee kinderen uit, die als waanzinnigen aan die stapel begonnen te trekken, dozen omkerend en metaal eruit trekkend. na een halve minuut stopte er nog een bestelwagentje waar nog twee kerels uit kwamen en toen had ik het gehad. Het einde van een tijdperk.
En als laatste wil als grote sfeerbederver de politie noemen. De laatste jaren werd ik voortdurend aangehouden voor niks. Omdat het nacht was. Ik vertelde ze wat ik deed, maar altijd moest ik me legitimeren onder een vals bedenksel. Ik kon dat weigeren, maar dan zou ik een nacht op het bureau zitten. En dan? Wat heb ik daaraan? En al die boetes die ze opens meteen uit begonnen te schrijven. Geen licht (dat gaat met dit werk voortdurend kapot), fietsen op de stoep, allemaal gezeik. Altijd alles checken.
Maar goed, dit was mijn verhaal. Er zit niet echt een moraal of een lijn in
En nu? Van de rommelmarkt ben ik in die tijd 'opgeklommen' naar een 'luxere' markt, wat betekent: hogere prijzen, minder verkopen. Maar er komen geen klanten en die er zijn willen niet kopen en er zit geen beweging meer in. De oude rommelmarkten in Amsterdam zijn op twee na opgedoekt. De bronnen zijn opgedroogd. Het is afgelopen. Jammer maar helaas. Lezers die meer economisch onderlegd zijn dan ik en die dit relaas tot het einde hebben gelezen kunnen misschien zeggen of de neergang die ik heb meegemaakt zich over de hele linie heeft afgespeeld, of dat ik gewoon op de verkeerde tijd op de verkeerde plaats de verkeerde dingen deed. Het zal de combinatie wel zijn.
Ik wil de geachte lezer eens een persoonlijk verhaal vertellen.
Iets meer dan 20 jaar geleden ben ik gescheiden van mijn vrouw. Dat heeft me erge pijn gedaan. Ik werkte in die tijd op kantoor en het bedrijf waar ik voor werkte zat midden in de automatisering zodat er veel te doen was, Ik richtte me daarom volledig op mijn baan en draaide 'avonds en zaterdags overuren. Na driekwart jaar stortte ik in. Ik kreeg angstaanvallen, stemmingswisselingen, had een voortdurende verhoging van lichaamstemperatuur en leidde aan een algeheel gevoel van wanhoop en wat ik noem: een geestelijke mist. Ik kwam in de ziektewet en na verloop van tijd raadpleegde ik op advies van de huisarts een psychiater. Na enkele onderzoeken was zijn oordeel: overspannen en depressief. Ik kwam in de WAO terecht, maar in plaats van in therapie te gaan en (weer een nieuwe, waarschijnlijk experimentele) medicatie te slikken zoals me werd geadviseerd, besloot ik iets anders te doen. Ik besloot een voetreis naar Zuid Spanje te maken.
Ik regelde opslag voor mijn spullen (na een grondige opruiming van de meest deprimerende herinneringen, zoals foto's), kocht een goede kampeeruitrusting, zegde de huur op van mijn woning en vertrok uit Amsterdam.
Over de reis wil ik niets zeggen, daar gaat het verhaal niet over, maar in het anderhalf jaar dat ik weg was waren mijn depressiviteit, emotionele labiliteit en het geestelijke niemandsland verdwenen. Ik werd na terugkomst dan ook vrijwel direct goedgekeurd door de bedrijfsarts. Geen haar op mijn hoofd dacht er echter aan om weer op kantoor te gaan werken in de administratieve functies die ik voorheen had uitgeoefend. De gedachte aan de muffe, kunstmatige kantoren met iedere dag dezelfde handelingen, hersendode collega's en treiterige chefs maakte me lichamelijk onpasselijk.
Toen ik terugkwam had ik geen woning meer. een half jaar of daaromtrent woonde ik op een camping. Ik had de grootste moeite om woonruimte te vinden, want de wachtlijsten in Amsterdam zijn legendarisch, om niet te zeggen mythisch en in dit socialistische bolwerk staat onderhuur of met meerdere personen van een woning gebruik maken inmiddels gelijk aan een halsmisdaad dan wel wordt het zwaar beboet/belast zodat vrienden of kennissen al lijkbleek worden en beginnen te sidderen als je vraagt of je een paar nachten kunt logeren. Zo houdt linkse politiek de woningnood in stand waar hun extremistische straattoepen zogenaamd tegen ageren. Maar ook daar wil ik het niet over hebben. Het lukte me in ieder geval om (voor onbestemde tijd en zwaar illegaal) een zolderkamer te betrekken, zodat ik weer een basis had. Nog steeds had ik echter een hoop spullen in opslag en die wilde ik eigenlijk kwijt. De zorgeloze reis door Europa, zonder verplichtingen en zonder druk (door ambtenarij en maatschappelijke verplichtingen o.a.) had me doen inzien, dat ik niet mijn hele verleden met me mee wilde blijven torsen. Ik besloot alles te verkopen.
Ik begon met mijn boeken. Met wat ik mijn meest waardevolle boeken vond fietste ik langs de Amsterdamse boekenwinkels, maar ik kwam moe van het sjouwen en vernederd door de verkopers van een koude kermis thuis. De boeken waar ik het meeste waarde aan had gehecht, waren in de ogen van de boekhandelaren niet meer dat stront met een kaft eromheen en de schandalig lage prijzen waar ze mee wilden opschepen heeft me het respect voor deze bevolkingsgroep voor altijd ontnomen.
Na enige tijd kwam ik terecht op rommelmarkt X, een binnenmarkt. Ik bood enkele handelaren daar wat spullen aan (geen boeken) en de marktassistent, die dat opmerkte, vroeg me waarom ik niet zelf een tafeltje huurde. Dat leek me een goed idee en ik reserveerde meteen een stand voor de week daarop. Dat werd meteen een redelijk succes. De klanten gaven me betere prijzen dan de handelaren en ik hoefde niet meer de hele dag te sjouwen. Toen de week voorbij was huurde ik nog een week en de week daarop weer. Terugkijkend, kan ik stellen, dat ik in die tijd in een roes terechtkwam. Het was voor het eerst, dat ik zelf rechtstreeks geld verdiende, van hand tot hand. Het was misschien geen fortuin, maar het waren wel harde, klinkende guldens, tien keer meer waard dan een maandelijkse, altijd gelijke overschrijving naar de bank.
En eigenlijk begint het verhaal nu pas, want verkopen is maar één kant van de gulden en een Gulden of Euro met 1 kant is geen Gulden of Euro maar helemaal niks. Spullen die je verkoopt ben je kwijt. Om een handel voort te zetten, moeten de verkochte spullen vervangen worden nieuwe handel. Na een paar weken raakte ik door mijn 'verleden' heen en namen de inkomsten af. Ik kocht af en toe wel van andere handelaren, maar een echt beginkapitaal bezat ik niet en de meeste winst ging op aan huur, eten en de dagelijkse behoeften. Gelukkig bracht de straat uitkomst. Toen ik op een avond naar huis fietste stond er een grote stapel huisvuil op de stoep, althans, vuil kon je het niet noemen, want er leek een halve woning op straat te zijn geweest. Dozen met serviesgoed, boeken, kleding in zakken en andere zakken met onbestemde dingen, die rammelden en beslist geen keukenafval waren. Terewiijl ik het bekeek, kwam er een man naar buiten en zei: "Neem maar mee wat je nodig hebt hoor, anders gaat het met de vuilniswagen mee". Dat was niet aan dovemansoren gezegd om dit cliché te gebruiken en na een kwartier duwde ik een zwaarbeladen fiets voort naar mijn straat, sjouwde alles naar boven en keerde terug voor een nieuwe ronde.
Die avond was pakjesavond. De vuilniszakken, plastic tassen, en dozen bevatten weer dozen en kistjes en hebbedingetjes, te verscheiden om allemaal op te noemen, van zaklantaarns tot langspeelplaten, van een theelepelverzameling tot een tasje met bijouterieën, waaronder ook enkele zilveren sieraden. Nu ik het zo opschrijf lijkt het niet echt, maar ik verzeker u dat ik de koning te rijk was en de dagen daarop goed verkocht.
Dit voorval had me wel happig gemaakt en ik ging me erop toeleggen om op straat te zoeken naar bruikbare, verkoopbare spullen. Dit bleek een geslaagde onderneming. Iedere middag op weg van de markt naar huis, "deed ik de wijk" en kwam altijd wel met goede buit thuis, soms met een paar dingen, vaak ook was de fiets bij thuiskomst met tassen en dozen of kleine meubels en vreemde gadgets afgeladen. Ik zocht op wanneer het vuil in de verschillende buurten werd opgehaald en ging vrijwel iedere avond rond een uur of elf de betreffende wijk in en werkte dan systematisch alle straten af. Tussen 1 en 2 uur s nachts was het hele traject dan meestal doorlopen, afhankelijk van de vondsten en er ging geen nacht voorbij of mijn fiets kreunde en piepte aan het eind van de rit onder de last.
Nogmaals: ik kan niet beschrijven wat ik allemaal heb gevonden en als ik het wel zou kunnen, dan zou u het niet geloven. Ik heb gouden sieraden gevonden, antiek en schilderijen, Ik heb mappen met tekeningen en schetsboeken van een jong gestorven Nederlandse illustratrice voor de kaken van de vuilniswagen uit een stapel oud papier weggetrokken en op een veiling voor goed geld verkocht. In oud West had je in die tijd bovengrondse papiercontainers en daarvan waren de hengsels van de deksels kapot, zodat ik dat hele deksel kon openklappen. Daar heb ik hele bibliotheken uitgehaald, waaronder een joodse, met honderden jaren oude boeken. Maar ik zal hierover ophouden, want de lijst is eindeloos en ik dacht vaak: als er nu mensen in mijn huis komen, dan denken ze dat ik ergens heb ingebroken.
Het waren gouden tijden voor mij en langzaam raakte ik thuis in de markt. Ik vond dit een aangename manier om in mijn onderhoud te voorzien en bedacht, dat ik dit tot mijn dood vol zou kunnen houden. Mensen blijven immers altijd dingen weggooien was mijn gedachte. Maar zoals Prince zong: "All good things they say, never last".
Zo brak het nieuwe milennium aan en daaropvolgend werd de Gulden omgewisseld voor de Euro. Voor mij bracht de Euro alleen maar iets meer winst, want ik kon bij het omprijzen een aantal spullen, die ik tot die tijd voor veel te lage prijzen had verkocht iets scherper prijzen. Ik was immers gratis aan de spullen gekomen en had ze voor die tijd vaak veel te goedkoop weggedaan. Maar in die tijd is de klad erin gekomen. Misschien is de aanslagen in Amerika een omkeringspunt geweest, maar een combinatie van factoren maakte, dat de handel vanaf die tijd in een neerwaartse spiraal terecht kwam. Een spiraal die nu, tien jaar later, nog immer neerwaarts gekeerd is.
Het begon met een gestage afname van het aantal klanten op de markt, gevolgd door een inflatie van de handelswaar. Aan de andere kant werden er steeds minder spullen aangeboden in het segment waar ik in werkte, de absolute onderkant van de markt. Ik ben geen econoom of statisticus, dus als ik de oorzaken wil vinden, kan ik alleen van mijn eigen situatie uitgaan. Op de een of andere manier raakte de doorstroming verstopt. Ik verkocht bijvoorbeeld veel aan de antiquairs en (professionele) verzamelaars en meer gespecialiseerde handelaren, die de rommelmarkten afstruinden op zoek naar 'klappertjes'. maar deze begonnen steeds minder graag geld uit te geven voor hun spullen, en te mopperen over van alles, zodat ik met dingen bleef zitten. Een gevleugelde uitspraak in die tijd werd: "Geld heb ik niet, maar Spullen....! Plotseling stortte de handel in, als een slow motion Trade Centergebouw.
De mensen gaven dus minder snel geld uit, werden kritischer en afhoudender. Een andere oorzaak van de afname van klanten was de absurd snel stijgende parkeerkosten, die nu in de binnenstad zo rond de 4,50 euro per uur liggen. Een tafel huren voor 7 uur kost dus al om te beginnen 31,50 euro. Dat heeft veel klanten en handelaren van buiten ertoe gebracht om de binnenstad van Amsterdam te mijden. En handel in een stad moet het hebben van handelaren en klanten van buiten. Onderling zijn ze wel uitgekeken op hun spullen.
Er zijn nog andere oorzaken van de neergang te noemen.
Het bestedingspatroon is veranderd. De jeugd geeft geld uit aan merkkleding, feesten en nieuwe electronische gadgets. In antiek is niemand meer geïnteresseerd lijkt het, men heeft blijkbaar liever het Jean De Bouvrie wegwerp minimalisme en dito IKEA troep. Waarom zou een tafel of een kast langer dan 5 jaar mee moeten gaan? In verband hiermee zie ik ook een einde van de trends. Er zijn op dit moment bij verzamelaars geen trends, geen dingen of stijlen die goed verkopen. Ik weet op dit moment namelijk niet wat ik naar de markt moet brengen en waar ik zeker van ben, zoals vroeger, dat ik het verkoop.
En dan het internet. Waarom zou je in weer en wind de stad afsjokken naar een bij je interieur passende schemerlamp als je dat thuis op je gemakkelijke stoel onder het genot van een kop koffie met een muisklik ook kunt vinden? Marktplaats, Ebay, Bol, en de talloze onlinewinkels, veilingen en zoekmachines brengen alle markten van de wereld naar je huiskamer. Maar niet alleen dat de markt een groot aandeel van de 'live' markt heeft overgenomen, ook bieden mensen hun spullen niet meer aan de handelaren op de markt aan, maar zetten hun zoldervoorraad met fotootjes op Marktplaats, en door programma's als Tussen Kunst & Kitsch en de vele Engelse veilingprogramma's denkt men al gauw dat die oude, gammele, door de mot aangevreten stoel van Oma op zolder een antiek stuk is.
De beweging is eruit. Dan is er voor de manier waarop ik handelde nog een bijkomend verhaal. Mede door het internet, zetten mensen dingen niet zoveel meer op straat. Zoals gezegd: een foto'tje het staat op Marktplaats.
Ik zal proberen te beschrijven wat er op straat veranderd is. Ten eerste gooien de mensen dus niet zo.veel meer weg als vroeger. Ik denk dat de mensen wat aan het terugkomen zijn van de wegwerpmaatschappij. Ten tweede verdwijnt het huisvuil in Amsterdam in het grootste deel van de stad tegenwoordig in ondergrondse containers. Dit mag triviaal lijken, maar is best een grote klap voor de morgensterren en de handelaren, die van dit onderste segment van de markt onverwachte dingen voor zich krijgen. Veel morgensterren verkochten hun gevonden waar aan de markten en de tweedehandswinkels van de stad en sommige van hun spullen stonden later, vaak nadat ze van hand tot hand waren gegaan, uiteindelijk in vitrines voor prijzen die zelf nooit zouden kunnen opbrengen. En als ik denk aan wat er allemaal ongezien onder de grond verdwijnt, dan bloeden mijn teennagels.
Naast deze vermindering van 'jachtgebieden' in de stad (en de toenemende schaarste van wild) vond er tegelijk een vermeerdering van de 'indianenpopulatie' plaats. Toen ik mijn dagelijkse rondes begon leerde ik alle morgensterren in 'mijn' wijken wel kennen en er was onderling een gemoedelijke sfeer. Iedereen had zo zijn specialiteit. De één zocht kleding, de ander koper en aluminium, een derde meubeltjes, niet zo scherp gescheiden, maar toch. Ik zocht het liefst naar papier. Boeken, prenten, ansichtkaarten, oude brieven... oud papier :), maar verder nam ik alles mee waar handel in zat. Zoals gezegd: de sfeer was gemoedelijk. Men gunde elkaar wat, ruilden dingen onderling en gingen niet in andermans vondsten graaien. Dat is de afgelopen tien jaar radicaal veranderd. Steeds meer mensen zijn gaan zoeken en steeds meer om het geld. Het begon met de Turken, die waren altijd vriendelijk en beleefd, meestal oudere heren met baardje en calotje of hoe heet dat. Hun doel: alles waar knopjes en lichtjes op zitten en horloges. Van deze mensen had ik weinig concurrentie. Voor papier hadden ze geen interesse en van kunst of verzamelwaarde geen sjoege. Als ze een Jugendstil schemerlamp op straat zouden zien staan, dan zouden ze het gloeilampje eruit draaien, het snoer met de stekker afknippen en de lamp laten staan. Vriendelijke mensen dus, behalve in een groep, dan heb ik andere ervaringen. Maar er kwamen meer en meer jagers van onduidelijke herkomst. Uitheemse families geen woord Nederlands sprekend, zo uit een bergdorp van de andere kant van de wereld hier neergeplant, zo scheen het, die de stapels afval uit elkaar trokken en bewaakten alsof het hun kostbaarste bezit was en misschien was het dat ook wel.
En toen kwamen de Polen met hun busjes en andere oostblokkers, Brutale bouwvakkers, die je gewoon opzij duwden, alles wat maar enigszins waardevol leek in hun busjes gooiden en die zo de hele wijk schoonveegden. En tegelijk stegen de metaalprijzen. Koper ging in een paar jaar wegens grote vraag naar metalen in China van een stabiele 2,50 euro de kilo naar de huidige prijs van rond de 8,50 euro/k. Idem dito met aluminium (om niet te spreken van goud en zilver). Het gevolg hiervan: alles waar maar een flintertje koper of aluminium aan zat werd uit elkaar getrokken of meegenomen en voor de zekerheid al het metaal eromheen ook.snoeren, schroeven, hang en sluitwerk, koperbeslag, alles wat je vond was kapot. Nu is de situatie zo, dat er de hele dag busjes en bestelwagens door de stad rijden met bijrijders of met hele families. Als de ene de straat nog niet uit is dan komt de volgende de hoek al om. Daar kan ik met mijn fietsje niet tegenop. Eén van de laatste keren dat ik mij ronde maakte eindigde als anthithese van hoe het begon: Ik zag een stapel huisraad op straat, zette mijn fiets wat op een afstand tegen een muur en ontdekte een doosje boeken in de stapel. Wijs geworden, want ze rukken het tegenwoordig bijna uit je handen, bracht ik eerst die doos in veiligheid naar mijn fiets en toen ik me omdraaide om verder te zoeken, stopte er een bestelwagen en daar kwamen een gesluierde vrouw en twee kinderen uit, die als waanzinnigen aan die stapel begonnen te trekken, dozen omkerend en metaal eruit trekkend. na een halve minuut stopte er nog een bestelwagentje waar nog twee kerels uit kwamen en toen had ik het gehad. Het einde van een tijdperk.
En als laatste wil als grote sfeerbederver de politie noemen. De laatste jaren werd ik voortdurend aangehouden voor niks. Omdat het nacht was. Ik vertelde ze wat ik deed, maar altijd moest ik me legitimeren onder een vals bedenksel. Ik kon dat weigeren, maar dan zou ik een nacht op het bureau zitten. En dan? Wat heb ik daaraan? En al die boetes die ze opens meteen uit begonnen te schrijven. Geen licht (dat gaat met dit werk voortdurend kapot), fietsen op de stoep, allemaal gezeik. Altijd alles checken.
Maar goed, dit was mijn verhaal. Er zit niet echt een moraal of een lijn in
En nu? Van de rommelmarkt ben ik in die tijd 'opgeklommen' naar een 'luxere' markt, wat betekent: hogere prijzen, minder verkopen. Maar er komen geen klanten en die er zijn willen niet kopen en er zit geen beweging meer in. De oude rommelmarkten in Amsterdam zijn op twee na opgedoekt. De bronnen zijn opgedroogd. Het is afgelopen. Jammer maar helaas. Lezers die meer economisch onderlegd zijn dan ik en die dit relaas tot het einde hebben gelezen kunnen misschien zeggen of de neergang die ik heb meegemaakt zich over de hele linie heeft afgespeeld, of dat ik gewoon op de verkeerde tijd op de verkeerde plaats de verkeerde dingen deed. Het zal de combinatie wel zijn.
maandag 7 november 2011
Kristalnacht nu brutaal gekaapt voor politieke agitprop
(Overgenomen van Keesjemaduraatje)
Er worden dit jaar in Amsterdam twee verschillende kristallnachtherdenkingen gehouden. Eén georganiseerd door het Centraal Joods overleg om 17.00 uur in de Portugese Synagoge en daarna één om 19.30 bij de Stopera, georganiseerd door het Platform Stop Racisme en Uitsluiting.
Het platform is in feite een voortzetting van het Nederland Bekent Kleur van Rene Danen, dat zodanig in opspraak is geraakt, dat het de naam moest veranderen. De meest in het oog springende en meest omstreden organisatie in het platform is de trotskistische Internationale Socialisten, die met hun steun aan Hezbolah, Hamas, Gazavloot en het boycotten van Israel hebben laten zien dat ze geen Israelvrienden zijn. Om het maar zacht uit te drukken.
Er is nog een andere discutabele kant aan de tweede herdenking. Behalve dat Hamasvrienden zich hier verzamelen om de aanval op Joden in Duitsland van 1938 te herdenken, wat al behoorlijk krankzinnig is, is het ook een communistische bijeenkomst. Mevrouw Mirjam Ohringer, die als voormalig verzetsstrijdster het woord voert, heeft jarenlang vredescongressen in de Sovjet-Unie bezocht en was nog tot het allerlaatste moment, 1990, lid van de Vereniging Nederand-DDR. Dat wil zeggen, dat ze de discriminatie, opsluiting en deportatie van Joden naar Siberië, niet heeft bekritiseerd en indirect heeft gesteund.
De herdenking om 19.30 door de Hamasvrienden is geïnitiëerd door Anja Meulenbelt en Maarten Jan Hijmans. Twee niet onomstreden pro-Palestina activisten. Anja Meulenbelt was jarenlang getrouwd met een voormalige terrorist van de Fatah en schrijft nog steeds elke dag een stukje op haar blog over hoe fout Israël wel is. Maarten Jan Hijmans is laatst uit de Liberale Joodse Gemeente verwijderd, omdat hij ter gelegenheid van het optreden van de Israelische legerband Tsahal had gedreigd met het werpen van traangas.
Hoe kan het nou, dat het Platform Stop Racisme en Uitsluiting wel de Joodse doden van 1938 en de Holocaust wil herdenken, maar de levende Joden in Israel op alle denkbare manieren wil tegenwerken? De vraag stellen is hem beantwoorden. Ze zijn zo bezeten van de gedachte dat de huidige rechtse regering, met de PVV als gedoger, eigenlijk ook heel slecht is en op één lijn gesteld moet worden met de nazis in 1938, dat ze alles uit de kast halen om dat aan te tonen. Daarbij merken ze niet dat ze bezig zijn een nieuwe totalitaire ideologie te steunen. Namelijk de islam.
Het is helemaal niet onschuldig, deze vergelijking en het wordt nog erger als ze op hun website schrijven: "Vandaag de dag zijn tendensen te ontwaren die doen denken aan de jaren dertig van de vorige eeuw. Waren het in de crisistijd van toen joden die als zondebokken werden aangewezen, nu zijn het, in de huidige crisisjaren, vooral moslims." Dit is een onaanvaardbare vorm van vervangingstheorie, die probeert de moslims, met hun integratieproblematiek, op één lijn te stellen met zes miljoen Joden die in de Holocaust zijn omgekomen. Daarmee bezoedelen deze activisten de nagedachtenis aan de slachtoffers van de Holocaust.
maandag 31 oktober 2011
briefje + update
DG vond na terugkomst een briefje.
Hallo DG,
welkom terug in je hutje op de hei.Ik heb de hele boel opgeruimd en de ramen tegenover elkaar opengezet zodat het lekker kon doorluchten. Amuseer je.
A.E.
DG keek om zich heen en er ontsnapte een zucht aan zijn lippen. Even weg van consensus en strijd. Dit is geen kasteel, geen koninkrijk. Een leengoed op zijn hoogst. Een hutje op de hei, een luchtkasteeltje van stro. Even weg van de zware woorden. Adem in adem uit.
Hij zet koffie.
update: Mein Gott im Himmel, ze hebben de tent hier totaal verbouwd. De tekstverwerker is volkomen naar de kloten. Wat is dit voor kale bedoening? Ik stap over naar Wordpress.
Hallo DG,
welkom terug in je hutje op de hei.Ik heb de hele boel opgeruimd en de ramen tegenover elkaar opengezet zodat het lekker kon doorluchten. Amuseer je.
A.E.
DG keek om zich heen en er ontsnapte een zucht aan zijn lippen. Even weg van consensus en strijd. Dit is geen kasteel, geen koninkrijk. Een leengoed op zijn hoogst. Een hutje op de hei, een luchtkasteeltje van stro. Even weg van de zware woorden. Adem in adem uit.
Hij zet koffie.
update: Mein Gott im Himmel, ze hebben de tent hier totaal verbouwd. De tekstverwerker is volkomen naar de kloten. Wat is dit voor kale bedoening? Ik stap over naar Wordpress.
zaterdag 6 augustus 2011
donderdag 14 juli 2011
Vergiet mag als hoofddeksel
Opmerkelijk nieuws uit de wondere wereld van de Ambtenarij. Met dank aan Roye7777777 voor de link.
Foto's voor een identiteitskaart of rijbewijs moeten duidelijk zijn, ontdaan van hoofddeksels. Enige uitzondering is een hoofddeksel om religieuze redenen. Zo ook in Oostenrijk. Ondernemer Niko Alm uit Wenen droeg daarom een hoofddeksel van zijn religie bij zijn aanvraag voor een rijbewijs. Alleen was dat geen keppeltje of fez, maar een pastavergiet. Alm is namelijk aanhanger van de Kerk van het Vliegende Spaghettimonster.
Lees het artikel op De Standaard
Foto's voor een identiteitskaart of rijbewijs moeten duidelijk zijn, ontdaan van hoofddeksels. Enige uitzondering is een hoofddeksel om religieuze redenen. Zo ook in Oostenrijk. Ondernemer Niko Alm uit Wenen droeg daarom een hoofddeksel van zijn religie bij zijn aanvraag voor een rijbewijs. Alleen was dat geen keppeltje of fez, maar een pastavergiet. Alm is namelijk aanhanger van de Kerk van het Vliegende Spaghettimonster.
Lees het artikel op De Standaard
maandag 11 juli 2011
Mierendag
De mieren komen massaal uit de grond en vliegen op. De straten en de lucht erboven zijn er vol van. Ze tikken tegen mijn raam en zwermen daarbuiten richtingloos rond. Naar boven! Naar boven! Wat een massale gebeurtenis ieder jaar weer. Miljarden mieren die in 1 keer uitvliegen in Nederland en waarschijnlijk het hele noordelijke halfrond. Wat een overlevingsstrategie en wat een uitbarsting van leven. Volgens mij zijn alle vogels gevlucht na zich rond gegeten te hebben aan dit te overvloedige feestmaal.
Het gebeurt altijd begin juli en voor zover ik me kan herinneren en nagaan altijd rond dezelfde datum. Met warmte lijkt me het tijdstip niet te maken te hebben. Ik vraag me wel af wat ze doen als het ter bestemder tijd een week lang regent? Ook daar zal een overlevingsstrategie voor zijn, anders zou één nat jaar genoeg zijn om de Nederlandse mierenpopulatie uit te roeien.
Wonderlijke beesten. Zitten overal op de wereld op de poolcirkels na.
Het gebeurt altijd begin juli en voor zover ik me kan herinneren en nagaan altijd rond dezelfde datum. Met warmte lijkt me het tijdstip niet te maken te hebben. Ik vraag me wel af wat ze doen als het ter bestemder tijd een week lang regent? Ook daar zal een overlevingsstrategie voor zijn, anders zou één nat jaar genoeg zijn om de Nederlandse mierenpopulatie uit te roeien.
Wonderlijke beesten. Zitten overal op de wereld op de poolcirkels na.
dinsdag 21 juni 2011
In ieder geval...
All the pumping's nearly over for my sweet heart,
This is the one for me:
Time to meet the chef...
O boy!
running man is out of death.
Feel cold and old, it's getting hard to catch my breath.
it's back to ash.
Now you've had your flash boy.
The rocks, in time,
Compress your blood to oil,
Your flesh to coal...
Enrich the soil,
Not everybody's goal.
Anyway:
They say she comes on a pale horse,
But I'm sure I hear a train.
O boy!
I don't even feel no pain...
I guess I must be driving myself insane.
Damn it all!
Does earth plug a hole in heaven?
Or heaven plug a hole in earth?
How wonderful to be so profound,
when everything you are
Is dying underground.'
------
Verleden jaar verl0or ik door een herseninfarct mijn taalgevoel en het vermogen tot het benoemen van concepten. Dat wil niet zeggen, dat ik geen concepten meer begreep, alleen dat er geen verbinding meer was tussen het begrijpen van dingen, wat niet aangetast was, en het vormgeven in menselijke concepten zoals door taal wordt overgedragen. geschreven taal was onbgrijpelijk voor me en gesproken woorden klonken alsof alles onder water werd uitgesproken. Het merkwaardigste was mijns inziens, dat mijn begripsvermogen en mijn kennis intact was. De arts liet me een polshorloge zien en ik wist precies wat het was en waar het voor diende. Ik kon alleen het woord 'polshorloge' niet maken of verstaan. Deze observatie leidde tot een interessant gsprek over wat bewustzijn eigenlijk is en ik wil daar, naast een ander onderwerp, even op ingaan.
Toen ik in het ziekenhuis kwam, de neuroloog me onderzocht had en me een injectie had gegeven met een soort heftig ontstoppingsmiddel, bloedverdunner en bloedstollingsremmer, werd ik, een uur of twee nadat ik de verschijnselen van mijn infarct had opgemerkt, naar de ziekenzaal gebracht en daar op de rand van mijn bed gezeten, wist ik dat ik ging sterven. Ik zag mijn dood als een heldere transparantie die om de hoek van een muur alles verlichtte. Men zou kunne zeggen dat dit een angstvisioen was, maar ik voelde helemaal geen angst. Behalve een droefheid vanwege dit plotselinge afsnijden, de mensen die ik plotseling in de steek zou hebben gelaten en de onafgemaakte verhalen, voelde ik me volkomen kalm en helder. Wat ik zag, en wat bevestigde wat mijn eerdere overpeinzingen en ervaringen me altijd hebben geleerd is dat de dood geen zwart niets is, maar een transparantie, waar de duisternis en de schaduw juist van wegvalt. Ik ben in de overtuiging dat de mens of welk levend wezen dan ook in eigenste wezen uit niets anders bestaat dan uit bewustzijn. Eenieders ik, ieders zelf is niet het lichaam en ook niet de gevoelens en gedachten die zich op een fijner materieel vlak afspelen. Dit alles wordt gadegeslagen en ervaren en van betekenis voorzien door het bewustzijn, ons diepste zelf: dat wat wij in werkelijkheid zijn, namelijk een voortdurend weten en begrijpen, ook als we denken niet te weten en niet te begrijpen.
Het 'ik' is geen object waarnaar verwezen kan worden. Het bestaat niet in materiële zin en daarom kan het alles reflecteren wat het aan zich voordoet en zich met alles identificeren, terwijl het toch overal los van staat. Het is namelijk niet iets dat ergens los van kan staan, want zonder bewustzijn bestaat er niets.
"het ik" heeft geen eigenschappen zoals kleur of vorm of substantie. Het is anti-materie en de noodzakelijke oorzaak van materie. Maar als er eigenschappen aan toegekend zouden kunnen worden, dan zou het vergeleken kunnen worden met een binnenstebuiten gekeerd minizonnetje, dat alles in zich opneemt als een soort wit gat. Vroegere indische denkers hebben het vergeleken met een kristallen vaas. erbinnen is leegte en daarbuiten is leegte, maar daartussenin neemt het kristal de kleur aan van de verschijnselen. Zo is ons ik: ons bewustzijn: het schijnt zich overal aan te hechten en overal mee bsmeurd te worden, maar in werkelijkheid staat het overal buiten (of juist binnen?). De vraag is: als de vaas breekt, wat blijft er dan over? Duisternis of helderheid?
Het licht dat op onze ogen valt, bereikt niet de hersenen. Wat door de hersenen opgewekt wordt zijn zenuw-activiteiteiten en dat noemen we licht. Maar het is een armzalig licht. Een karikatuur van licht. En toch noemen we dit licht. Het is meer gekleurde warmte. Maar wat gebeurt er als de hersenen wegvallen doordat het organisme sterft? is het dan niet logisch te denken, dat het licht ongefilterd kan schijnen en er geen sprake meer is van enige barrière? Is het niet logischer te denken dat alles transparant en helder wordt? Duisternis is immers niet meer dan een schaduw en als er nu eens geen obstakels meer zijn om schaduwen te werpen?
Met deze vragen kampt de mensheid vanaf de dag dat er een vermogen tot rationeel denken in hem ontwikkeld werd. Dit is mijn overtuiging: duisternis en niet-zijn zijn menselijke bedenkingen, uit angst geboren. Er is in het heelal niet zoiets als een "niets". Alles is! iets wat niet is, bestaat gewoon niet. Het is niet mogelijk om ook maar één atoom of deeltje tot 'niets' te reduceren. Maar wij denken in onze arrogantie het 'niets' uitgevonden te hebben.
Verder ben ik van mening dat gedachten niet reëel zijn. Het zijn kunstmatige staketsels die een menselijke vorm geven aan kennis, begrijpen en weten. het zijn maskers en kostuums die de innerlijke begrips- en kennisinhouden op een menselijke maat overdrachtelijk maken. Kennis, weten en begrijpen komen niet voort uit woorden en begrippen, het is andersom: woorden, begrippen en concepten zijn slechts de verpakkingen van weten en begrijpen, in al de beperktheid en dualisme van de eerste.
Maar eigenlijk wilde ik het over iets anders hebben, namelijk mijn muziekgevoel. Ik laat dat voor een later artikel, want dit loopt nogal uit. Daarom wil ik afsluiten met een woord over de Dalaï Lama:
De Dalai Lama is een domme man en geen ingewijde, mocht er zoiets bestaan.
hij begrijpt en mopje over zijn eigen leer niet.
Een televisieverslaggever vertelde hem een mop. Hij gaat zo:
"De Dalai Lama komt in een pizzarestaurant en de ober vraagt, wat wilt u hebben?
Zegt de Lama: "Doet u mij maar één met alles (Make me one with everything)."
Daarop kijkt de geïnterviewde Dalai Lama diep peinzend en komt dan iets met volkomen onbenulligs. Hij snapt de grap niet!!!
De D. Lama weet niet eens dat het in boeddhisme juist draait om het ene en het verscheidene aan elkaar gelijk te maken.
Alles Is Een! had hij moeten zeggen.
Maar nee, dat zei hij niet. Hij wilde een kulverhaal gaan verzinnen om theoretisch te verklaren hoe op één pizza alles kon worden gelegd.
Ik heb een advies aan de D. Lama en eerst een vraag. Bent u boeddhistisch monnik of een politicus? Dat kan namelijk niet beide. Een monnik dient de wereld te verzaken en op een berg of onder een boom in navolging van de Boeddha te mediteren. Landen, staten, bezit, en landsgrenzen betekenen als het goed is niets voor hem. Bovendien stapelt een actief leven als politicus genoeg karma op voor een paar duizend nieuwe incarnaties waarin u niet aan het rad van geboorte en dood zult kunnen ontsnappen. Volkomen tegengestelde doelstellingen dus en volkomen met elkaar onverenigbaar. Bovendien bent u in mijn ogen geen politicus. U heeft geen partij en vertegenwoordigt helemaal niemand behalve dan uw kloosterorde.
Mijn conclusie: U bent geen van beide, maar een arme drommel, die vanaf zijn geboorte (u bent immers in de wieg als reïncarnatie van de vorige DL aangewezen) gemanipuleerd en gebruikt en voor het karretje gespannen is en nu nog. Dat u het grapje over uw eigen leer niet eens begreep doet vermoeden dat u niet bijster slim bent of veel weet, nog het minst van Boeddhime en als woordvoerder van dat denkstelsel zou ieder ander beter zijn. Als politiek vertegenwoordiger van de Tibetanen heb ik al helemaal mijn twijfels.
Misschien moest u eens te rade gaan bij uw zen-broeders. Die snappen grappen wel. Van veel van hun leraren zou u in ieder geval een flinke pak slaag met een stok hebben gekregen in antwoord op uw knullige antwoord.
I feel the pull on the rope, let me off at the rainbow.
I could have been exploding in space
Different orbits for my bones
Not me:
Just quietly buried in stones,
Keep the deadline open with my maker!
See me stretch!
For God's elastic acre.
The doorbell rings and it's:
"Good morning Rael
So sorry you had to wait.
It won't be long, yeah!
She's very rarely late."
This is the one for me:
Time to meet the chef...
O boy!
running man is out of death.
Feel cold and old, it's getting hard to catch my breath.
it's back to ash.
Now you've had your flash boy.
The rocks, in time,
Compress your blood to oil,
Your flesh to coal...
Enrich the soil,
Not everybody's goal.
Anyway:
They say she comes on a pale horse,
But I'm sure I hear a train.
O boy!
I don't even feel no pain...
I guess I must be driving myself insane.
Damn it all!
Does earth plug a hole in heaven?
Or heaven plug a hole in earth?
How wonderful to be so profound,
when everything you are
Is dying underground.'
------
Verleden jaar verl0or ik door een herseninfarct mijn taalgevoel en het vermogen tot het benoemen van concepten. Dat wil niet zeggen, dat ik geen concepten meer begreep, alleen dat er geen verbinding meer was tussen het begrijpen van dingen, wat niet aangetast was, en het vormgeven in menselijke concepten zoals door taal wordt overgedragen. geschreven taal was onbgrijpelijk voor me en gesproken woorden klonken alsof alles onder water werd uitgesproken. Het merkwaardigste was mijns inziens, dat mijn begripsvermogen en mijn kennis intact was. De arts liet me een polshorloge zien en ik wist precies wat het was en waar het voor diende. Ik kon alleen het woord 'polshorloge' niet maken of verstaan. Deze observatie leidde tot een interessant gsprek over wat bewustzijn eigenlijk is en ik wil daar, naast een ander onderwerp, even op ingaan.
Toen ik in het ziekenhuis kwam, de neuroloog me onderzocht had en me een injectie had gegeven met een soort heftig ontstoppingsmiddel, bloedverdunner en bloedstollingsremmer, werd ik, een uur of twee nadat ik de verschijnselen van mijn infarct had opgemerkt, naar de ziekenzaal gebracht en daar op de rand van mijn bed gezeten, wist ik dat ik ging sterven. Ik zag mijn dood als een heldere transparantie die om de hoek van een muur alles verlichtte. Men zou kunne zeggen dat dit een angstvisioen was, maar ik voelde helemaal geen angst. Behalve een droefheid vanwege dit plotselinge afsnijden, de mensen die ik plotseling in de steek zou hebben gelaten en de onafgemaakte verhalen, voelde ik me volkomen kalm en helder. Wat ik zag, en wat bevestigde wat mijn eerdere overpeinzingen en ervaringen me altijd hebben geleerd is dat de dood geen zwart niets is, maar een transparantie, waar de duisternis en de schaduw juist van wegvalt. Ik ben in de overtuiging dat de mens of welk levend wezen dan ook in eigenste wezen uit niets anders bestaat dan uit bewustzijn. Eenieders ik, ieders zelf is niet het lichaam en ook niet de gevoelens en gedachten die zich op een fijner materieel vlak afspelen. Dit alles wordt gadegeslagen en ervaren en van betekenis voorzien door het bewustzijn, ons diepste zelf: dat wat wij in werkelijkheid zijn, namelijk een voortdurend weten en begrijpen, ook als we denken niet te weten en niet te begrijpen.
Het 'ik' is geen object waarnaar verwezen kan worden. Het bestaat niet in materiële zin en daarom kan het alles reflecteren wat het aan zich voordoet en zich met alles identificeren, terwijl het toch overal los van staat. Het is namelijk niet iets dat ergens los van kan staan, want zonder bewustzijn bestaat er niets.
"het ik" heeft geen eigenschappen zoals kleur of vorm of substantie. Het is anti-materie en de noodzakelijke oorzaak van materie. Maar als er eigenschappen aan toegekend zouden kunnen worden, dan zou het vergeleken kunnen worden met een binnenstebuiten gekeerd minizonnetje, dat alles in zich opneemt als een soort wit gat. Vroegere indische denkers hebben het vergeleken met een kristallen vaas. erbinnen is leegte en daarbuiten is leegte, maar daartussenin neemt het kristal de kleur aan van de verschijnselen. Zo is ons ik: ons bewustzijn: het schijnt zich overal aan te hechten en overal mee bsmeurd te worden, maar in werkelijkheid staat het overal buiten (of juist binnen?). De vraag is: als de vaas breekt, wat blijft er dan over? Duisternis of helderheid?
Het licht dat op onze ogen valt, bereikt niet de hersenen. Wat door de hersenen opgewekt wordt zijn zenuw-activiteiteiten en dat noemen we licht. Maar het is een armzalig licht. Een karikatuur van licht. En toch noemen we dit licht. Het is meer gekleurde warmte. Maar wat gebeurt er als de hersenen wegvallen doordat het organisme sterft? is het dan niet logisch te denken, dat het licht ongefilterd kan schijnen en er geen sprake meer is van enige barrière? Is het niet logischer te denken dat alles transparant en helder wordt? Duisternis is immers niet meer dan een schaduw en als er nu eens geen obstakels meer zijn om schaduwen te werpen?
Met deze vragen kampt de mensheid vanaf de dag dat er een vermogen tot rationeel denken in hem ontwikkeld werd. Dit is mijn overtuiging: duisternis en niet-zijn zijn menselijke bedenkingen, uit angst geboren. Er is in het heelal niet zoiets als een "niets". Alles is! iets wat niet is, bestaat gewoon niet. Het is niet mogelijk om ook maar één atoom of deeltje tot 'niets' te reduceren. Maar wij denken in onze arrogantie het 'niets' uitgevonden te hebben.
Verder ben ik van mening dat gedachten niet reëel zijn. Het zijn kunstmatige staketsels die een menselijke vorm geven aan kennis, begrijpen en weten. het zijn maskers en kostuums die de innerlijke begrips- en kennisinhouden op een menselijke maat overdrachtelijk maken. Kennis, weten en begrijpen komen niet voort uit woorden en begrippen, het is andersom: woorden, begrippen en concepten zijn slechts de verpakkingen van weten en begrijpen, in al de beperktheid en dualisme van de eerste.
Maar eigenlijk wilde ik het over iets anders hebben, namelijk mijn muziekgevoel. Ik laat dat voor een later artikel, want dit loopt nogal uit. Daarom wil ik afsluiten met een woord over de Dalaï Lama:
De Dalai Lama is een domme man en geen ingewijde, mocht er zoiets bestaan.
hij begrijpt en mopje over zijn eigen leer niet.
Een televisieverslaggever vertelde hem een mop. Hij gaat zo:
"De Dalai Lama komt in een pizzarestaurant en de ober vraagt, wat wilt u hebben?
Zegt de Lama: "Doet u mij maar één met alles (Make me one with everything)."
Daarop kijkt de geïnterviewde Dalai Lama diep peinzend en komt dan iets met volkomen onbenulligs. Hij snapt de grap niet!!!
De D. Lama weet niet eens dat het in boeddhisme juist draait om het ene en het verscheidene aan elkaar gelijk te maken.
Alles Is Een! had hij moeten zeggen.
Maar nee, dat zei hij niet. Hij wilde een kulverhaal gaan verzinnen om theoretisch te verklaren hoe op één pizza alles kon worden gelegd.
Ik heb een advies aan de D. Lama en eerst een vraag. Bent u boeddhistisch monnik of een politicus? Dat kan namelijk niet beide. Een monnik dient de wereld te verzaken en op een berg of onder een boom in navolging van de Boeddha te mediteren. Landen, staten, bezit, en landsgrenzen betekenen als het goed is niets voor hem. Bovendien stapelt een actief leven als politicus genoeg karma op voor een paar duizend nieuwe incarnaties waarin u niet aan het rad van geboorte en dood zult kunnen ontsnappen. Volkomen tegengestelde doelstellingen dus en volkomen met elkaar onverenigbaar. Bovendien bent u in mijn ogen geen politicus. U heeft geen partij en vertegenwoordigt helemaal niemand behalve dan uw kloosterorde.
Mijn conclusie: U bent geen van beide, maar een arme drommel, die vanaf zijn geboorte (u bent immers in de wieg als reïncarnatie van de vorige DL aangewezen) gemanipuleerd en gebruikt en voor het karretje gespannen is en nu nog. Dat u het grapje over uw eigen leer niet eens begreep doet vermoeden dat u niet bijster slim bent of veel weet, nog het minst van Boeddhime en als woordvoerder van dat denkstelsel zou ieder ander beter zijn. Als politiek vertegenwoordiger van de Tibetanen heb ik al helemaal mijn twijfels.
Misschien moest u eens te rade gaan bij uw zen-broeders. Die snappen grappen wel. Van veel van hun leraren zou u in ieder geval een flinke pak slaag met een stok hebben gekregen in antwoord op uw knullige antwoord.
I feel the pull on the rope, let me off at the rainbow.
I could have been exploding in space
Different orbits for my bones
Not me:
Just quietly buried in stones,
Keep the deadline open with my maker!
See me stretch!
For God's elastic acre.
The doorbell rings and it's:
"Good morning Rael
So sorry you had to wait.
It won't be long, yeah!
She's very rarely late."
maandag 20 juni 2011
Sovjetcultuur
Nederlandse televisie raakt dieptepunt na dieptepunt. Het wordt even betekenisloos als de literatuur in de sovjet-unie. Het gaat voor 90% h.e.l.e.m.a.a.l. nergens over en de overige 10% is walgelijke propaganda en misleiding. Desinformatie beschrijft het geheel.
Babbeltelevisie. Mensen die kwebbelen over hun likdoorns en die vooral vol zijn van zichzelf. huis- en tuinbeslommeringen tot entertainment en kennisvermeerdering verheven. Ieder pretentie van verheffing van het volk hebben ze in Hilversum losgelaten. Hoe goedkoper de programma's
hoe beter betaald de presentatoren. Inteelt en vriendjes en familie van ooit getalenteerde artiesten. Baantjeskwekerij en elkaar de balletjes toespelen en ondertussen de Nederlandse kijker overspoelen met een diarree van triviale oninteressantheden, afgewisseld door de immer harder de huiskamer binnentetterende reclame, die de beurzen van de mediabobo's en hun familie en vriendjes nog meer moet spekken. Hilversum is een rijke trog geworden, waar alleen nog maar drab uit komt sijpelen voor degenen die hun snuit er niet in hebben.
Onstuitbare aaneenschakeling van burgertruttigheden. Lekkende kranen in vakantiehotels tot Nationale Issues verheven.
Nu de zomer is aangebroken, ziet men zich gerechtvaardigd om drie maanden lang h.e.l.e.m.a.a.l NIETS van belang of wat dan ook voor onderhoudende film of serie, of diepgravende beschouwing of wat dan ook meer uit te zenden, behalve de provinciale beslommeringen van kleinsteedse nitwits en herhalingen van programma's waar de eerste keer al niemand naar keek. 3 maanden bagger. Onze mediasterren moeten immers genoeg tijd hebben om die kapitalen weer uit te geven? Het moet niet te veel op werken gaan lijken, nietwaar?
En zo rommelt Nederland verder en de burger, dat is jij en ik, wordt ondertussen in zijn kruis gegrepen en van alle kanten genaaid.
En maar doorkleppen over verandering van het bestel! Slagers die hun eigen rotte vlees moeten keuren en daarvoor nieuwe commissies en werkgroepen in het leven roepen die de zelfgeschapen problemen alleen nog maar complexer maken en een hoop zand produceren om ons in de ogen te strooien. Droogkloten die over programmering moeten beslissen met als eerste prioriteit niets aan het systeem te veranderen dat hun salarissen in gevaar zou brengen.
Hoe lang zullen mensen zich nog laten beledigen en schofferen ten bate van deze verrotte wormenhoop?
Het ernstigste is nog het air dat ze zichzelf aanmeten. Dat van moraalprediker met het opgeheven vingertje. Iedereen die in de wereld niet volgens de nederlandse neo-calvinistische ons-kent-ons socio-verstandhouding handelt, kan op een badinerende terechtwijzing rekenen.... behalve als het buiten het voorstellingsvermogen valt van onze gezond-verstandselite en zelfbenoemde fatsoensrakkers. Echte gebeurtenissen en echte kwaliteitsprogramma's worden zo goed mogelijk buiten beeld gehouden, zodat de burgers niet ECHT bang gaan worden, of AL te veel gaan nadenken, anders dan over Tante Miep die een scheurtje in haar lip heeft nota bene op haar VERJAARDAG! Behalve dan natuurlijk weer als een Joodse Israeliet een scheet laat, dan worden de stank die dit veroorzaakt en de in hun rechtvaardige moordlust geschokte en flauw gevallen Palestijnen breed uitgemeten.
Dat allesbeterweettoontje. De betutteling en de kleinburgerlijke betweterigheid die dat hele bestel hebben doordrongen. Het is een misdaad tegen de tijd van leven. De enigen die er een leven door hebben zijn zij, in hun villa's, grachtenpanden en buitenhuizen. Wij, die geacht worden ernaar te kijken, aan ons wordt ons geld, maar vooral onze tijd ontstolen en onze geest moedwillig afgestompt en in een heel heel klein kooitje gezet.
Babbeltelevisie. Mensen die kwebbelen over hun likdoorns en die vooral vol zijn van zichzelf. huis- en tuinbeslommeringen tot entertainment en kennisvermeerdering verheven. Ieder pretentie van verheffing van het volk hebben ze in Hilversum losgelaten. Hoe goedkoper de programma's

Onstuitbare aaneenschakeling van burgertruttigheden. Lekkende kranen in vakantiehotels tot Nationale Issues verheven.
Nu de zomer is aangebroken, ziet men zich gerechtvaardigd om drie maanden lang h.e.l.e.m.a.a.l NIETS van belang of wat dan ook voor onderhoudende film of serie, of diepgravende beschouwing of wat dan ook meer uit te zenden, behalve de provinciale beslommeringen van kleinsteedse nitwits en herhalingen van programma's waar de eerste keer al niemand naar keek. 3 maanden bagger. Onze mediasterren moeten immers genoeg tijd hebben om die kapitalen weer uit te geven? Het moet niet te veel op werken gaan lijken, nietwaar?
En zo rommelt Nederland verder en de burger, dat is jij en ik, wordt ondertussen in zijn kruis gegrepen en van alle kanten genaaid.
En maar doorkleppen over verandering van het bestel! Slagers die hun eigen rotte vlees moeten keuren en daarvoor nieuwe commissies en werkgroepen in het leven roepen die de zelfgeschapen problemen alleen nog maar complexer maken en een hoop zand produceren om ons in de ogen te strooien. Droogkloten die over programmering moeten beslissen met als eerste prioriteit niets aan het systeem te veranderen dat hun salarissen in gevaar zou brengen.
Hoe lang zullen mensen zich nog laten beledigen en schofferen ten bate van deze verrotte wormenhoop?
Het ernstigste is nog het air dat ze zichzelf aanmeten. Dat van moraalprediker met het opgeheven vingertje. Iedereen die in de wereld niet volgens de nederlandse neo-calvinistische ons-kent-ons socio-verstandhouding handelt, kan op een badinerende terechtwijzing rekenen.... behalve als het buiten het voorstellingsvermogen valt van onze gezond-verstandselite en zelfbenoemde fatsoensrakkers. Echte gebeurtenissen en echte kwaliteitsprogramma's worden zo goed mogelijk buiten beeld gehouden, zodat de burgers niet ECHT bang gaan worden, of AL te veel gaan nadenken, anders dan over Tante Miep die een scheurtje in haar lip heeft nota bene op haar VERJAARDAG! Behalve dan natuurlijk weer als een Joodse Israeliet een scheet laat, dan worden de stank die dit veroorzaakt en de in hun rechtvaardige moordlust geschokte en flauw gevallen Palestijnen breed uitgemeten.
Dat allesbeterweettoontje. De betutteling en de kleinburgerlijke betweterigheid die dat hele bestel hebben doordrongen. Het is een misdaad tegen de tijd van leven. De enigen die er een leven door hebben zijn zij, in hun villa's, grachtenpanden en buitenhuizen. Wij, die geacht worden ernaar te kijken, aan ons wordt ons geld, maar vooral onze tijd ontstolen en onze geest moedwillig afgestompt en in een heel heel klein kooitje gezet.
zondag 12 juni 2011
donderdag 26 mei 2011
Uw reactie wacht op goedkeuring
Zelfcensuur. Men heeft er vooral op weblogs de mond van vol.
Vreemd is het dan, dat de webloggers zelf steeds banger worden voor woorden en dan met name die van hun reageerders. Ze zijn bang voor hun eigen schaduwen en censureren hun eigen sites, met allerlei drempels die een vloeiende discussie onmogelijk maken.
Naast dat een site als De Dagelijkse Standaard nu inschrijving vereisen om te kunnen reageren, worden ook de reacties van die ingeschreven reageerders vooraf gemodereerd. Me kan dan ook zien, dat er op die sites nauwelijks nog discussies ontstaan. Als de reactie eenmaal goedgekeurd is, is de lezer alweer naar elders vertrokken en is de soep koud. Reageren is dus meteen afhaken.
Waar zijn de beheerders van die sites bang voor? Ik kan niet anders bedenken, dan dat ze bang zijn voor 'onbeschaafde' reacties aan de ene kant en het angstgreep van de overheid bij monde van het het MDI aan de andere kant.
Zo treedt men in een goede Nederlandse traditie: het kiezen voor een oplossing die het levende aspect van een positief, nieuw verschijnsel de das omdoet: We hebben daar een gevleugelde uitspraak voor: het kind met het waswater weggooien. Nederlandse beleidsmakers, of het nu politici of sitebeheerders zijn, we zijn meesters in het nemen van besluiten die het hele issue om zeep helpen, inclusief alle positieve aspecten.
het is de makkelijkste en de lafste manier.
Dat mensen zo openbaar kunnen schrijven en op teksten kunnen reageren is een grandioze ontwikkeling. De boekdrukkunst maakte mogelijk, dat iedereen die iets te zeggen had auteur, of aucteur kon worden en gelezen worden. In deze tijd kunnen zelfs de re-auteurs of reauctoren hun gedachten weergeven. Dat deze nieuwe vrijheid in de kinderschoenen staat, zorgt dat voor veel problemen. Inplaats van dat daar creatief en speels mee om gegaan wordt, worden woorden beschouwd als werkelijke wapens, die werkelijke verwondingen kunnen aanrichten. Dat is waanzin en daarom zijn deze beheerders bang voor hun eigen schaduw. Het is jammer, dat de vrije discussie, die ze door het openstellen van reacties impliciet zeggen te stimuleren, door dit soort averechtse maatregelen voor een belangrijk deel gesmoord wordt.
Was een andere klacht tegen de Oude Media niet, dat ze elitair geworden zijn en een kloof hebben geschapen tussen de schrijvers en de lezers? Sites als DDS gaan wat dit betreft dezelfde kant op. Zij beslissen welke reacties worden toegelaten en van de kant van de reageerder is er geen enkele zeggenschap over. Dat is een spijtige ontwikkeling, want het schept weer die ongelijke afstand tussen actoren en reactoren. Ik denk dat het ook de sites zelf niet ten goed komt. Ten eerste verhoogt het de drempel om die sites te bezoeken. Het schept ten tweede de kiem van willekeur in de beoordeling van meningen. Andere factoren dan wettelijke gaan een rol spelen, waardoor er wantrouwen gewekt wordt.
Een spijtige ontwikkeling, waar niemand van profiteert, behalve degenen die baat hebben bij het smoren van het openbare debat en dit het liefst willen frustreren.
Dat mensen vrij kunnen reageren is een groot goed en heeft de discussie in Nederland in een stroomversnelling gebracht, ook al zit er veel kaf tussen het koren. Maar met uitbanning van het kaf, wordt zo ook het koren minder voedzaam en het ermee gebakken brood mist zout. Het smaakt laf.
PS:
Ik schreef het bovenstaande naar aanleiding van een ter goedkeuring (nog?) niet verschenen reactie op DDS. Ik zet de reactie hieronder, niet omdat hij zo belangrijk is, maar omdat ik er de pest in heb, als ik de moeite neem om over iets na te denken en er een antwoord op te formuleren, en er dan niet zeker van te zijn of mijn reactie wel goed genoeg gevonden wordt door de gezichtsloze, stemloze en naamloze admins.
Reactie op artikel 'Tactiek & strategie van politieke invloed – de stand van zaken'
"Zoals Hannibal denkt (it takes one to know one), namelijk politiek gezien als verkiezingsstratego en manipulatie van kiezersaantallen ofwel machtspolitiek, is juist dat wat de politiek kapot heeft gemaakt en de democratie gegijzeld. Het heeft niets meer met de belangen van de bevolking te maken, maar is pure demagogie ten eigen bate, dus van de eigen partij. Hopelijk denkt een partij als de PVV meer in principes dan in demagogische strategieën, lees: hoeveel stemmen kost een programmapunt of hoeveel stemmen levert het op?
Het is deze partijpolitieke gedachtengang die de politiek diskwalificeert en het vertrouwen in de politiek steeds meer doet dalen... tot men in opstand komt tegen het misbruikt worden door politici die partijbelang boven landsbelang stellen."
Vreemd is het dan, dat de webloggers zelf steeds banger worden voor woorden en dan met name die van hun reageerders. Ze zijn bang voor hun eigen schaduwen en censureren hun eigen sites, met allerlei drempels die een vloeiende discussie onmogelijk maken.
Naast dat een site als De Dagelijkse Standaard nu inschrijving vereisen om te kunnen reageren, worden ook de reacties van die ingeschreven reageerders vooraf gemodereerd. Me kan dan ook zien, dat er op die sites nauwelijks nog discussies ontstaan. Als de reactie eenmaal goedgekeurd is, is de lezer alweer naar elders vertrokken en is de soep koud. Reageren is dus meteen afhaken.
Waar zijn de beheerders van die sites bang voor? Ik kan niet anders bedenken, dan dat ze bang zijn voor 'onbeschaafde' reacties aan de ene kant en het angstgreep van de overheid bij monde van het het MDI aan de andere kant.
Zo treedt men in een goede Nederlandse traditie: het kiezen voor een oplossing die het levende aspect van een positief, nieuw verschijnsel de das omdoet: We hebben daar een gevleugelde uitspraak voor: het kind met het waswater weggooien. Nederlandse beleidsmakers, of het nu politici of sitebeheerders zijn, we zijn meesters in het nemen van besluiten die het hele issue om zeep helpen, inclusief alle positieve aspecten.
het is de makkelijkste en de lafste manier.
Dat mensen zo openbaar kunnen schrijven en op teksten kunnen reageren is een grandioze ontwikkeling. De boekdrukkunst maakte mogelijk, dat iedereen die iets te zeggen had auteur, of aucteur kon worden en gelezen worden. In deze tijd kunnen zelfs de re-auteurs of reauctoren hun gedachten weergeven. Dat deze nieuwe vrijheid in de kinderschoenen staat, zorgt dat voor veel problemen. Inplaats van dat daar creatief en speels mee om gegaan wordt, worden woorden beschouwd als werkelijke wapens, die werkelijke verwondingen kunnen aanrichten. Dat is waanzin en daarom zijn deze beheerders bang voor hun eigen schaduw. Het is jammer, dat de vrije discussie, die ze door het openstellen van reacties impliciet zeggen te stimuleren, door dit soort averechtse maatregelen voor een belangrijk deel gesmoord wordt.
Was een andere klacht tegen de Oude Media niet, dat ze elitair geworden zijn en een kloof hebben geschapen tussen de schrijvers en de lezers? Sites als DDS gaan wat dit betreft dezelfde kant op. Zij beslissen welke reacties worden toegelaten en van de kant van de reageerder is er geen enkele zeggenschap over. Dat is een spijtige ontwikkeling, want het schept weer die ongelijke afstand tussen actoren en reactoren. Ik denk dat het ook de sites zelf niet ten goed komt. Ten eerste verhoogt het de drempel om die sites te bezoeken. Het schept ten tweede de kiem van willekeur in de beoordeling van meningen. Andere factoren dan wettelijke gaan een rol spelen, waardoor er wantrouwen gewekt wordt.
Een spijtige ontwikkeling, waar niemand van profiteert, behalve degenen die baat hebben bij het smoren van het openbare debat en dit het liefst willen frustreren.
Dat mensen vrij kunnen reageren is een groot goed en heeft de discussie in Nederland in een stroomversnelling gebracht, ook al zit er veel kaf tussen het koren. Maar met uitbanning van het kaf, wordt zo ook het koren minder voedzaam en het ermee gebakken brood mist zout. Het smaakt laf.
PS:
Ik schreef het bovenstaande naar aanleiding van een ter goedkeuring (nog?) niet verschenen reactie op DDS. Ik zet de reactie hieronder, niet omdat hij zo belangrijk is, maar omdat ik er de pest in heb, als ik de moeite neem om over iets na te denken en er een antwoord op te formuleren, en er dan niet zeker van te zijn of mijn reactie wel goed genoeg gevonden wordt door de gezichtsloze, stemloze en naamloze admins.
Reactie op artikel 'Tactiek & strategie van politieke invloed – de stand van zaken'
"Zoals Hannibal denkt (it takes one to know one), namelijk politiek gezien als verkiezingsstratego en manipulatie van kiezersaantallen ofwel machtspolitiek, is juist dat wat de politiek kapot heeft gemaakt en de democratie gegijzeld. Het heeft niets meer met de belangen van de bevolking te maken, maar is pure demagogie ten eigen bate, dus van de eigen partij. Hopelijk denkt een partij als de PVV meer in principes dan in demagogische strategieën, lees: hoeveel stemmen kost een programmapunt of hoeveel stemmen levert het op?
Het is deze partijpolitieke gedachtengang die de politiek diskwalificeert en het vertrouwen in de politiek steeds meer doet dalen... tot men in opstand komt tegen het misbruikt worden door politici die partijbelang boven landsbelang stellen."
vrijdag 20 mei 2011
dinsdag 17 mei 2011
Loszingtrofee
Ik stel voor om een prijs in het leven te roepen voor de journalist,schrijver, publicist, programmamaker, wetenschapper of onderzoeker, die het beste zaken kan loszingen van de werkelijkheid.
Wat is loszingen-van-de-werkelijkheid? Het is het verwoorden van maatschappelijke gebeurtenissen op zo'n wijze dat alle woorden en begrippen zo gebruikt worden, dat ze niets meer met de oorspronkelijke betekenissen van die woorden en begrippen te maken hebben, waarna er allerlei dwarsverbanden worden gelegd en conclusies worden bereikt, die net zo irreëel zijn als de losgezongen begrippen zelf.
Deze kunst is in Nederland een steeds hogere vlucht aan het nemen en het wordt tijd er een prijs aan te verbinden.
Als beschermheer van de prijs stel ik iemand voor als Marcel van Dam. Andere suggesties zijn welkom.
Politici en ambtenaren zijn uitgesloten van deelname.
Wat is loszingen-van-de-werkelijkheid? Het is het verwoorden van maatschappelijke gebeurtenissen op zo'n wijze dat alle woorden en begrippen zo gebruikt worden, dat ze niets meer met de oorspronkelijke betekenissen van die woorden en begrippen te maken hebben, waarna er allerlei dwarsverbanden worden gelegd en conclusies worden bereikt, die net zo irreëel zijn als de losgezongen begrippen zelf.
Deze kunst is in Nederland een steeds hogere vlucht aan het nemen en het wordt tijd er een prijs aan te verbinden.
Als beschermheer van de prijs stel ik iemand voor als Marcel van Dam. Andere suggesties zijn welkom.
Politici en ambtenaren zijn uitgesloten van deelname.
maandag 16 mei 2011
Joost Niemöller interviewt Afshin Ellian over de 'Arabische Lente'
"Wat de Arabische wereld juist zou moeten doen, is die grote filosofische vragen gaan beantwoorden: Wat is vrijheid? De Arabische cultuur en de islam kent het begrip ‘vrijheid’ niet. Hurriyya, vrijheid stamt van het woord hurr af hetgeen de vrije mens betekent, tegenover de slaaf. Maar het begrip Libertas als een politiek fenomeen, zoals Romeinen gebruikten, begrijpen de Arabieren niet. Vrijheid is Europees politiek-filosofisch begrip dat sinds de Franse revolutie in de islamitische wereld is door intellectuelen geïntroduceerd. De basis in het Arabisch is ‘adl’, en dat is gerechtigheid. Dat is diep verbonden met Sharia. Maar dan moet je niet denken, zoals de communisten: ‘Oh, gerechtigheid, dan kunnen wij wel aanknopingspunten vinden.’ Onzin, het is een teken van gerechtheid in deze wereld als je vrouw niet vreemd gaat. Geen alcohol drinken, dat is gerechtheid. En als iedereen handelt in het economische verkeer volgens de regels van de Sharia. Dat staat centraal. Op het al Tahrir plein was het tragische dan ook dat niemand precies begreep wat vrijheid betekent en wat de gevolgen van vrijheid kunnen zijn. Ook de Perzen gebruikten na de Fhttp://www.blogger.com/img/blank.gifranse revolutie het woord Hurriyya. Maar later gebruikte men het Perzische woord Azadi wat ook in Kashmir wordt gebruikt. Ehttp://www.blogger.com/img/blank.gifigenlijk moet je terug gaan naar de dag dat de Franse revolutie uitbrak. Toen werd het woord vrijheid ook belangrijk in het Ottomaanse rijk, en gingen de Perzen de Franse betekenis van het woord vrijheid toekennen aan http://www.blogger.com/img/blank.gifhet Arabische woord hurr, de vrije mens. Maar ja, er is een verschil: De Fransen wisten waarover ze het hadden. Daarom, toen de Iraanse revolutie ten tijde van Khomeini plaatsvond, werd er met veel liefde over vrijheid gesproken, maar niemand snapte echt wat dat betekende. Hoe dat exact wordt gedefinhttp://www.blogger.com/img/blank.gifieerd, hoe je dat juridisch afbakent in de samenleving."
Lees deel 1 van het interview op Joost-niemoller.nl
Hier deel 2
Hier deel 3
Hier deel 4
Lees deel 1 van het interview op Joost-niemoller.nl
Hier deel 2
Hier deel 3
Hier deel 4
zondag 8 mei 2011
vrijdag 6 mei 2011
Maria Swartwout
Gisteren kocht ik voor weinig geld een aantal schilderijtjes om mijn woning wat op te fleuren. Aangezien ik financiëel niet in een positie ben om topstukken van meesters aan te schaffen en zelfs geen werk van "mindere meesters", kan ik alleen maar afgaan op wat ik zelf mooi, althans niet te lelijk vindt.
Het hier afgebeelde schilderij meet 60 x 45 cm en is geschilderd met olieverf op karton. Het stelt een geabstraheerd bloemenveld of bloeiende struiken (ik weet net zo weinig van botanica als van kunst) voor en heeft in de rechter bovenhoek de signatuur "Swartwout".

Op de achterkant is op het karton "Maria Swartwout 1884" geschreven. Het paneel (noem je dat zo met karton?) zit in een zwart met gouden lijst die de kleuren niet mooi uit doet komen. De kleuren op deze afbeelding zijn overigens niet natuurgetrouw, ik had geen tijd om een goede foto te maken. In het echt is het groen en het blauw voller en dieper.
Op internet vond ik al snel de naam Johanna Maria Swartwout-de Hoog, geboren in 1884 te Amsterdam en overleden in 1979 te Den Haag. Er worden hier en daar enkele schilderijtjes aangeboden, maar het gaat eigenlijk alleen om één voorstelling, die van stilleven met bloemen. De stijl heeft wel wat weg van mijn schilderij, maar als dit van dezelfde maker is, dan is het daar aangebodene vrijwel zeker uit een latere, meer geëvolueerde fase in haar leven.
Een andere overeenkomst is, dat het aangeboden stilleven ook op karton geschilderd is. Om precies te zijn: op canvas op karton. Of er op mijn schilderij tussen de verf en het karton ook canvasdoek zit, kan ik niet beoordelen, de verf zit er te dik op om een structuur te ontwaren ofwel er is geen structuur en is het rechtstreeks op karton geschilderd, wat niet handig is aangezien dat door natte verf slap wordt.
Misschien dat iemand die dit leest deze vragen kan beantwoorden:
Is dit een werk van deze Maria Swartwout?
Zo ja, wie was zij?
Weet iemand meer over haar werk en leven?.
Wanneer is het bovenstaande (ongeveer) geschilderd?
Wat voor bloemen staan er afgebeeld?
Het hier afgebeelde schilderij meet 60 x 45 cm en is geschilderd met olieverf op karton. Het stelt een geabstraheerd bloemenveld of bloeiende struiken (ik weet net zo weinig van botanica als van kunst) voor en heeft in de rechter bovenhoek de signatuur "Swartwout".

Op de achterkant is op het karton "Maria Swartwout 1884" geschreven. Het paneel (noem je dat zo met karton?) zit in een zwart met gouden lijst die de kleuren niet mooi uit doet komen. De kleuren op deze afbeelding zijn overigens niet natuurgetrouw, ik had geen tijd om een goede foto te maken. In het echt is het groen en het blauw voller en dieper.
Op internet vond ik al snel de naam Johanna Maria Swartwout-de Hoog, geboren in 1884 te Amsterdam en overleden in 1979 te Den Haag. Er worden hier en daar enkele schilderijtjes aangeboden, maar het gaat eigenlijk alleen om één voorstelling, die van stilleven met bloemen. De stijl heeft wel wat weg van mijn schilderij, maar als dit van dezelfde maker is, dan is het daar aangebodene vrijwel zeker uit een latere, meer geëvolueerde fase in haar leven.
Een andere overeenkomst is, dat het aangeboden stilleven ook op karton geschilderd is. Om precies te zijn: op canvas op karton. Of er op mijn schilderij tussen de verf en het karton ook canvasdoek zit, kan ik niet beoordelen, de verf zit er te dik op om een structuur te ontwaren ofwel er is geen structuur en is het rechtstreeks op karton geschilderd, wat niet handig is aangezien dat door natte verf slap wordt.
Misschien dat iemand die dit leest deze vragen kan beantwoorden:
Is dit een werk van deze Maria Swartwout?
Zo ja, wie was zij?
Weet iemand meer over haar werk en leven?.
Wanneer is het bovenstaande (ongeveer) geschilderd?
Wat voor bloemen staan er afgebeeld?
Abonneren op:
Posts (Atom)