Staatshoofden en andere volksmenners verkrachten wel vaker uitspraken van geestelijke leraren om mensen zand in de ogen te strooien en hun daden en woorden een schijn van goddelijke autoriteit te geven.
Zo had het Bush het na 9/11 het over: “wie niet voor ons is is tegen ons”. Een verkrachting van de uitspraak: “wie niet tegen ons is is voor ons” (Marcus 9, 40 en Lucas 9, 50) . In Bush’ geval wordt gezegd: dat iedereen die niet voor jou is je vijand is en in het tweede geval wordt gezegd, dat iedereen die niet tegen je is geen vijand is. Een volkomen andere betekenis! Een positieve uitspraak veranderd in een negatieve, waar geen ruimte is voor neutraliteit of vrije keuze.
Zo verkracht Bea de uitspraak: “wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet” (Mattheus 7,12 en Lucas 6,31) op dezelfde manier door de uitspraak te corrumperen en er zogenaamd een positieve uitspraak van te maken door te zeggen dat wat ik zou willen dat mij overkomt ik de ander moet (!) doen. Maar het is niet positief, maar een dwangbevel om alles wat je hebt vrijwillig weg te geven en de legalisering van egoïsme tot aan het criminele.
Immers: het eerste is een aanmaning om anderen niet slecht te behandelen, maar wat Bea zegt is dit:
“Ik zou graag willen dat iedereen mij zijn geld geeft en mij aanbidt en mij dient”. in haar geval de praktijk, maar voor ieder ander een irreële en egoïstische uitspraak. Omgedraaid dus: ik moet toestaan, dat ik al mijn bezit aan een ander geef en ik moet de ander aanbidden en dienen.
Zo verkracht ze een uitspraak in de Bijbel en maakt van een inderdaad gouden regel een irreëel dwangbevel.
In de praktijk:
Uitspraak van Jezus:
Ik wil niet beroofd worden, bespuugd, beledigd en mishandeld, dus doe ik dat ook een ander niet aan.
Uitspraak van Beatrix:
mensen die je beroven, bespugen beledigen en mishandelen moet je hun gang laten gaan, want dat is immers wat zij het liefst willen? Iemand die zegt: “Ik wil graag naar een rijk land verhuizen waar ik met mijn nageslacht tot mijn dood verzorgd word door de inwoners terwijl ik mijn haat en minachting voor dat land en die bewoners vrijelijk kan tentoonspreiden” kan zich beroepen op de uitspraak van Bea. Immers: iedereen zou dat wel kunnen willen en we moeten die mensen alle vrijheid geven.
Bea, ik wil graag in een paleis wonen en een miljoen euro uitkering per jaar krijgen. U wilt dat ook. Als goede christin moet u mij dat ook ook gunnen, dus kom maar op met het geld.
Hiermee is Bea de nieuwe messias geworden. Halleluja! Het oude woord is te niet gedaan! De gouden regel veranderd in een roestige spijker. Om je mee aan het kruis van je schuldgevoel te nagelen nadat je jezelf van alles hebt laten beroven, onder andere door haar.
lees ook de Amsterdam Post
zondag 26 december 2010
vrijdag 24 december 2010
De Beste Wensen
Na hopeloos in het internet verdwaald te zijn geraakt bij het zoeken naar een kaartje, wil ik op deze zuiver tekstuele wijze iedereen aangename kerstdagen toewensen en geluk, voorspoed en gezondheid in het komende jaar en de jaren daarna. Dat vrijheid weer een levend begrip moge worden in plaats van de legitimering van beperkingen en restricties.
D. G. Neree.
D. G. Neree.
dinsdag 7 december 2010
dinsdag 30 november 2010
Het tientje van Lieftinck
Vlak na de Tweede Wereldoorlog kregen alle Nederlanders tien gulden tijdens de grote geldzuivering die Lieftinck op touw zette. In de week waarin alle oude bankbiljetten en munten moesten worden ingeleverd - om vervolgens te worden geruild voor nieuw geld - moest men rondkomen van deze tien gulden. Deze geldzuivering was nodig om een einde te maken aan de geldcirculaties, die tijdens de Duitse bezetting werden uitgezet.
Lees het artikel op het weblog van Cor Stoker
Lees het artikel op het weblog van Cor Stoker
vrijdag 26 november 2010
Shariah in de Opiumwet
Ik wilde een artikel schrijven over "drugs", de "war on drugs" en de Opiumwet met de bijzondere nadruk op Hashish/Marihuana/Hennep/Cannabis, maar het is een complexe materie en het wordt erg lang en waarschijnlijk zal het in delen gepubliceerd worden.
In dit eerste deel wil ik laten zien hoe een (internationale) wet, die oorspronkelijk bedoeld was om economische belangen veilig te stellen veranderde in een lijst van willekeurige stoffen waarvan het bezit en gebruik strafbaar werd gesteld en de bezitter/gebruiker dus gecriminaliseerd werd. Hierbij werd het eigendomsrecht op grove manier geschaad op instigatie van een door de Islam beheerst regime.Onbekend object
Ik heb op de PVV gestemd vanwege de speerpunten, maat ik ben het volkomen oneens met hun plannen voor het drugsbeleid. Zoals ik wil aantonen, is de mate van ellende rond "drugs" recht evenredig aan de mate van handhaving van verboden. Met andere woorden: niet 'drugs' veroorzaken uit zichzelf problemen, dat hebben ze sinds mensenheugenis niet gedaan. Het zijn de wetten en verboden en de handhaving die een wereldwijde drugsoorlog hebben veroorzaakt en het ontstaan van criminele organisaties onder andere in Nederland en onnoemelijk veel mensen in ellende hebben gestort.
Ontstaan van de Opiumwet. de wet van 1919.
De opiumwet is ontstaan om de handelsbelangen van verschillendeVOC landen in casu Nederland te beschermen.
.
Het gebruik van - en de handel in opium (en meer recentelijk en in mindere mate Coca/Cocaine), kent in ons land een 350 jaar lange geschiedenis. Nederland heeft voor een deel zijn rijkdom eraan te danken. in de 17e eeuw kreeg de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) het monopolie op de invoer van opium in Java. De opium werd gekocht in de Bengalen om vervolgens door de VOC geruild te worden tegen specerijen in de Indische Archipel.
Vanaf het begin van de 19e eeuw reguleerde de Nederlandse staat in Nederlands-Indië de opiumverkoop door een pachtsysteem in te voeren. Particulieren konden voor een aanzienlijk bedrag monopolierechten in een bepaald gebied kopen. Zij waren verplicht hun ruwe opium van de staat te betrekken.
Aan het einde van de 19e eeuw.werd de zogenoemde 'opiumregie' ingevoerd. De Staat overzag de invoer, bereiding en distributie van opium in Nederlands-Indië om zo de criminaliteit (lees: handel buiten het Nederlandse monopolie om) de kop in te kunnen drukken.
(Wat Cocaine betreft: De Nederlandsche Cocaïnefabriek was in de eerste decennia van de 20e eeuw een groot producent van onder meer cocaïne uit in Nederlands-Indië geteelde cocaplanten.)
Diverse Europese landen hadden grote inkomsten uit drugs, Nederland dus in het bijzonder. Met name de Verenigde Staten wilden aan het begin van de 20e eeuw restricties op de handel in 'drugs'. In 1912 kwam het in Den Haag tot een internationale conferentie waarin diverse landen, waaronder Nederland, het Internationale Opiumverdrag opstelden. In Nederland leidde dit tot de Opiumwet die in 1919 in werking trad.
De eerste wet van 1919 diende om de " illegale" handel in opium tegen te gaan, aangezien het opiummonopolie (opiumregie) in handen van Nederland was. Het ging in die wet alleen om opium en cocaine, noch werd het bezit van deze of andere stoffen anders dan voor handelsdoeleinden, strafbaar gesteld. Het ging immers om economische 'delicten'. De verdragen en de Opiumwetten maakten ook zeker geen einde aan de staatshandel in opium in de Nederlands Indische koloniën. Tussen 1904 en 1940 bedroeg de winst op de opiumregie 456 miljoen gulden. Pas iIn 1942 maakten de Japanners een einde aan de koloniale overheersing en daarmee ook aan de Nederlandse opiumhandel in de Indische archipel.
De wet van 1928
De Opiumwet van 1928, die op 12 mei 1929 in werking trad en die van 1919 verving, kwam voort uit de noodzaak om de (economische) bepalingen betreffende opium en andere verdovende middelen in overeenstemming te brengen met de bepalingen van het op 19 februari 1925 te Genève tussen Nederland en andere staten gesloten internationale opiumverdrag).
In de tweede wet van 1928 werd op instigatie van vooral Egypte Hasjish/Hennephars aan de lijst toegevoegd (het recreatieve gebruik van cannabis was in Nederland in die tijd niet eens bekend), maar werd bovendien niet alleen de (niet-door de staat gereguleerde, dus illegale) handel, 87667maar nu ook het bezit en gebruik (feitelijk een inbreuk op het eigendomsrecht) ervan strafbaar gesteld. Hierdoor werd dus de bezitter en/ofgebruiker van deze plantaardige stoffen strafbaar en was het plotseling een heel andere wet dan die van 1919.
Amerika, hoewel geen lid van de Volkenbond, steunde de toevoeging van Hasjish/Maruhuana met dezelfde Egyptische krankzinnigheidsclaim (zie onder). Marihuana was nooit een probleem in amerika geweest, tot het plotseling aan het begin van de 29e eeuw gelinkt werd met illegale Mexicaanse immigranten en de aanname, dat marihuana tot waanzin en agressie zou leiden bij criminelen uit die groep. Het van enig probleem onwetende amerikaanse publiek werd plotseling overdonderd met een hetze tegen "The Killer Weed", Dat was overigens tijdens de drooglegging en officieel was men bang dat mensen in Marihuana een vervanger voor Alcohol zouden vinden. Andere bronnen claimen echter, dat de hetze tegen Maruhuana bedoeld om de hennepindustrie de nek om te draaien, een campagne opgezet vanuit de nieuw-ontstane kunststoffenindustrie.
(Met India en Zuid-Afrika, die de toevoeging aan de lijst steunden, was er iets vergelijkbaars aan de hand: het gebruik werd ook gelinkt aan mensen uit lagere sociale klassen. In india, waar het engelse regime heerste) waren het veelal de armen en religieuze en militante verzetsgroeperingen die hashish gebruikten en in Zuid-Afrika was het natuurlijk de zwarte bevolking die Marihuana rookte onder het apartheidsbewind. Tja, Hasish/marihuana als de toeverlaat voor de armen en verdrukten, dat is het feitelijk. en de verdrukkers vinden dat niet ok.).
De claim van Egypte om Hashish op de lijst te krijgen en het bezit ervan te verbieden was, dat Hashish krankzinnigheid zou veroorzaken. Het bewijs dat ze daarvoor aandroegen was, dat er drie keer zoveel mannen in gestichten zouden zitten dan vrouwen en Hashish voornamelijk door mannen gerookt werd. Quod Erat Demonstrandum.
"At the 1925 meeting in Geneva, the Egyptians led the way in proposing that hashish be included within the Convention. An Egyptian delegate presented a paper on the effects and use of hashish in Egypt. Mr. El Guindy's study is so typical of the so-called scientific or empirical evidence that has been presented to justify the drug's prohibition that the following excerpt must be included. In stating that the real danger of hashish is that it will produce insanity, the Egyptian delegate presented the following:
The illicit use of hashish is the principal cause of most of the cases of insanity occurring in Egypt. In support of this contention, it may be observed that there are three times as many cases of mental alienation among men as among women, and it is an established fact that men are much more addicted to hashish than women."
The Egyptian proposal was referred to a subcommittee for study and later in the Conference this group reported that the use of Indian hemp drugs should be limited to medical and scientific purposes. The proceedings contain no record of what medical or scientific evidence might have been brought forward to support the inclusion of the Indian hemp drugs in the Convention.57 Nevertheless, they were the subject of Chapters IV and V of the Convention"
"the courts, like the legislatures, relied on nonscientific materials to support the proposition that marijuana was an addictive, mind-destroying drug productive of crime and insanity. "
Wat was feitelijk het geval in Egypte?
In Egypte (en andere islamitisch overheerste landen) probeerden lokale (islamitische) ambtenaren en buitenlandse heersers, het gebruik van Hashish al eeuwen te onderdrukken.Waarom? Wel: hasjish is de armeluis alcohol en wordt door de Islam al 800 jaar officieel afgekeurd.
Cannabis was/is namelijk sterk verbonden met religieuze afwijking van de sunnitische danwel sji"itische Islam, zoals het zich manifesteerde o.a. bij de sufi's, de derwisjen en de fakirs. De laatste twee woorden zijn in het arabisch synoniem met "arme" en veel religieuzen keerden zich (onder invloed van de effekten van Hashish?) af van de officiele (sunnitische of Sjiitische) orthodoxie en legden een gelofte van armoede af. Hasjish werd in die kringen veelvuldig gebruikt. Het ging gepaard met religieuze inzichten en bevorderde persoonlijke extase en minachting voor materi"ele bezittingen en valse religieuze autoriteit. Dat kunnen imams en andere religieuze leiders natuurlijk niet hebben. Stel je voor, dat iemand zelf met god of gabri"el zou gaan praten! Autoriteiten zagen hashishgebruikers voornamelijk als lastpakken. Hier nu was plotseling de kans om een aantal potentiele onruststokers onschadelijk te maken en religieuze dissidenten krankzinnig te verklaren.
En zo kregen we in Nederland te maken met het verbod op een landbouwgewas waar we nooit problemen hadden gehad, maar integendeel ook weer een groot deel van onze rijkdom aan te danken hadden, in de vorm van de zeil, touw- en stoffenfabricage, waarzonder de scheepvaart in NL niet eens denkbaar zou zijn geweest.
Zo zien we dat alle ellende in het Westen die uit de bestrijding van met name Hashish/Marihuana voortgekomen is, ontstaan is door implementatie van een toevoeging uit een islamitisch systeem, om de islamitische autoriteiten tegemoet te komen.
Ten eerste was de toevoeging van deze stof volkomen willekeurig en niet wetenschappelijk onderbouwd en ten tweede is de bepaling dat ook HET BEZIT van die stof strafbaar gesteld werd in strijd met het liberale eigendomsrecht.
Meneer Wilders, wilt u shariah-wetgeving volgen of liberale wetgeving nastreven?
Ik ben van mening dat de Opiumwet in huidige vorm naar de vuilnishoop moet en dat iedere stof daarin op eigen merites bekeken en behandeld moet worden, om te beginnen vanuit medische hoek..
Met de wet van 1928 stond de deur open voor de toevoeging van willekeurige welke stof die niet in de smaak van een regering of de authoriteiten valt. Op dit moment kan een minister zonder wie dan ook te raadplegen een stof aan de lijst toevoegen en daarmee willekeurige mensen buiten de wet stellen.
Hierover meer in een volgend artikel.
Zie ook en voor reacties (hoop ik) HIERRRRRRRRRRRRR
In dit eerste deel wil ik laten zien hoe een (internationale) wet, die oorspronkelijk bedoeld was om economische belangen veilig te stellen veranderde in een lijst van willekeurige stoffen waarvan het bezit en gebruik strafbaar werd gesteld en de bezitter/gebruiker dus gecriminaliseerd werd. Hierbij werd het eigendomsrecht op grove manier geschaad op instigatie van een door de Islam beheerst regime.Onbekend object
Ik heb op de PVV gestemd vanwege de speerpunten, maat ik ben het volkomen oneens met hun plannen voor het drugsbeleid. Zoals ik wil aantonen, is de mate van ellende rond "drugs" recht evenredig aan de mate van handhaving van verboden. Met andere woorden: niet 'drugs' veroorzaken uit zichzelf problemen, dat hebben ze sinds mensenheugenis niet gedaan. Het zijn de wetten en verboden en de handhaving die een wereldwijde drugsoorlog hebben veroorzaakt en het ontstaan van criminele organisaties onder andere in Nederland en onnoemelijk veel mensen in ellende hebben gestort.
Ontstaan van de Opiumwet. de wet van 1919.
De opiumwet is ontstaan om de handelsbelangen van verschillendeVOC landen in casu Nederland te beschermen.
.
Het gebruik van - en de handel in opium (en meer recentelijk en in mindere mate Coca/Cocaine), kent in ons land een 350 jaar lange geschiedenis. Nederland heeft voor een deel zijn rijkdom eraan te danken. in de 17e eeuw kreeg de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) het monopolie op de invoer van opium in Java. De opium werd gekocht in de Bengalen om vervolgens door de VOC geruild te worden tegen specerijen in de Indische Archipel.
Vanaf het begin van de 19e eeuw reguleerde de Nederlandse staat in Nederlands-Indië de opiumverkoop door een pachtsysteem in te voeren. Particulieren konden voor een aanzienlijk bedrag monopolierechten in een bepaald gebied kopen. Zij waren verplicht hun ruwe opium van de staat te betrekken.
Aan het einde van de 19e eeuw.werd de zogenoemde 'opiumregie' ingevoerd. De Staat overzag de invoer, bereiding en distributie van opium in Nederlands-Indië om zo de criminaliteit (lees: handel buiten het Nederlandse monopolie om) de kop in te kunnen drukken.
(Wat Cocaine betreft: De Nederlandsche Cocaïnefabriek was in de eerste decennia van de 20e eeuw een groot producent van onder meer cocaïne uit in Nederlands-Indië geteelde cocaplanten.)
Diverse Europese landen hadden grote inkomsten uit drugs, Nederland dus in het bijzonder. Met name de Verenigde Staten wilden aan het begin van de 20e eeuw restricties op de handel in 'drugs'. In 1912 kwam het in Den Haag tot een internationale conferentie waarin diverse landen, waaronder Nederland, het Internationale Opiumverdrag opstelden. In Nederland leidde dit tot de Opiumwet die in 1919 in werking trad.
De eerste wet van 1919 diende om de " illegale" handel in opium tegen te gaan, aangezien het opiummonopolie (opiumregie) in handen van Nederland was. Het ging in die wet alleen om opium en cocaine, noch werd het bezit van deze of andere stoffen anders dan voor handelsdoeleinden, strafbaar gesteld. Het ging immers om economische 'delicten'. De verdragen en de Opiumwetten maakten ook zeker geen einde aan de staatshandel in opium in de Nederlands Indische koloniën. Tussen 1904 en 1940 bedroeg de winst op de opiumregie 456 miljoen gulden. Pas iIn 1942 maakten de Japanners een einde aan de koloniale overheersing en daarmee ook aan de Nederlandse opiumhandel in de Indische archipel.
De wet van 1928
De Opiumwet van 1928, die op 12 mei 1929 in werking trad en die van 1919 verving, kwam voort uit de noodzaak om de (economische) bepalingen betreffende opium en andere verdovende middelen in overeenstemming te brengen met de bepalingen van het op 19 februari 1925 te Genève tussen Nederland en andere staten gesloten internationale opiumverdrag).
In de tweede wet van 1928 werd op instigatie van vooral Egypte Hasjish/Hennephars aan de lijst toegevoegd (het recreatieve gebruik van cannabis was in Nederland in die tijd niet eens bekend), maar werd bovendien niet alleen de (niet-door de staat gereguleerde, dus illegale) handel, 87667maar nu ook het bezit en gebruik (feitelijk een inbreuk op het eigendomsrecht) ervan strafbaar gesteld. Hierdoor werd dus de bezitter en/ofgebruiker van deze plantaardige stoffen strafbaar en was het plotseling een heel andere wet dan die van 1919.
Amerika, hoewel geen lid van de Volkenbond, steunde de toevoeging van Hasjish/Maruhuana met dezelfde Egyptische krankzinnigheidsclaim (zie onder). Marihuana was nooit een probleem in amerika geweest, tot het plotseling aan het begin van de 29e eeuw gelinkt werd met illegale Mexicaanse immigranten en de aanname, dat marihuana tot waanzin en agressie zou leiden bij criminelen uit die groep. Het van enig probleem onwetende amerikaanse publiek werd plotseling overdonderd met een hetze tegen "The Killer Weed", Dat was overigens tijdens de drooglegging en officieel was men bang dat mensen in Marihuana een vervanger voor Alcohol zouden vinden. Andere bronnen claimen echter, dat de hetze tegen Maruhuana bedoeld om de hennepindustrie de nek om te draaien, een campagne opgezet vanuit de nieuw-ontstane kunststoffenindustrie.
(Met India en Zuid-Afrika, die de toevoeging aan de lijst steunden, was er iets vergelijkbaars aan de hand: het gebruik werd ook gelinkt aan mensen uit lagere sociale klassen. In india, waar het engelse regime heerste) waren het veelal de armen en religieuze en militante verzetsgroeperingen die hashish gebruikten en in Zuid-Afrika was het natuurlijk de zwarte bevolking die Marihuana rookte onder het apartheidsbewind. Tja, Hasish/marihuana als de toeverlaat voor de armen en verdrukten, dat is het feitelijk. en de verdrukkers vinden dat niet ok.).
De claim van Egypte om Hashish op de lijst te krijgen en het bezit ervan te verbieden was, dat Hashish krankzinnigheid zou veroorzaken. Het bewijs dat ze daarvoor aandroegen was, dat er drie keer zoveel mannen in gestichten zouden zitten dan vrouwen en Hashish voornamelijk door mannen gerookt werd. Quod Erat Demonstrandum.
"At the 1925 meeting in Geneva, the Egyptians led the way in proposing that hashish be included within the Convention. An Egyptian delegate presented a paper on the effects and use of hashish in Egypt. Mr. El Guindy's study is so typical of the so-called scientific or empirical evidence that has been presented to justify the drug's prohibition that the following excerpt must be included. In stating that the real danger of hashish is that it will produce insanity, the Egyptian delegate presented the following:
The illicit use of hashish is the principal cause of most of the cases of insanity occurring in Egypt. In support of this contention, it may be observed that there are three times as many cases of mental alienation among men as among women, and it is an established fact that men are much more addicted to hashish than women."
The Egyptian proposal was referred to a subcommittee for study and later in the Conference this group reported that the use of Indian hemp drugs should be limited to medical and scientific purposes. The proceedings contain no record of what medical or scientific evidence might have been brought forward to support the inclusion of the Indian hemp drugs in the Convention.57 Nevertheless, they were the subject of Chapters IV and V of the Convention"
"the courts, like the legislatures, relied on nonscientific materials to support the proposition that marijuana was an addictive, mind-destroying drug productive of crime and insanity. "
Wat was feitelijk het geval in Egypte?
In Egypte (en andere islamitisch overheerste landen) probeerden lokale (islamitische) ambtenaren en buitenlandse heersers, het gebruik van Hashish al eeuwen te onderdrukken.Waarom? Wel: hasjish is de armeluis alcohol en wordt door de Islam al 800 jaar officieel afgekeurd.
Cannabis was/is namelijk sterk verbonden met religieuze afwijking van de sunnitische danwel sji"itische Islam, zoals het zich manifesteerde o.a. bij de sufi's, de derwisjen en de fakirs. De laatste twee woorden zijn in het arabisch synoniem met "arme" en veel religieuzen keerden zich (onder invloed van de effekten van Hashish?) af van de officiele (sunnitische of Sjiitische) orthodoxie en legden een gelofte van armoede af. Hasjish werd in die kringen veelvuldig gebruikt. Het ging gepaard met religieuze inzichten en bevorderde persoonlijke extase en minachting voor materi"ele bezittingen en valse religieuze autoriteit. Dat kunnen imams en andere religieuze leiders natuurlijk niet hebben. Stel je voor, dat iemand zelf met god of gabri"el zou gaan praten! Autoriteiten zagen hashishgebruikers voornamelijk als lastpakken. Hier nu was plotseling de kans om een aantal potentiele onruststokers onschadelijk te maken en religieuze dissidenten krankzinnig te verklaren.
En zo kregen we in Nederland te maken met het verbod op een landbouwgewas waar we nooit problemen hadden gehad, maar integendeel ook weer een groot deel van onze rijkdom aan te danken hadden, in de vorm van de zeil, touw- en stoffenfabricage, waarzonder de scheepvaart in NL niet eens denkbaar zou zijn geweest.
Zo zien we dat alle ellende in het Westen die uit de bestrijding van met name Hashish/Marihuana voortgekomen is, ontstaan is door implementatie van een toevoeging uit een islamitisch systeem, om de islamitische autoriteiten tegemoet te komen.
Ten eerste was de toevoeging van deze stof volkomen willekeurig en niet wetenschappelijk onderbouwd en ten tweede is de bepaling dat ook HET BEZIT van die stof strafbaar gesteld werd in strijd met het liberale eigendomsrecht.
Meneer Wilders, wilt u shariah-wetgeving volgen of liberale wetgeving nastreven?
Ik ben van mening dat de Opiumwet in huidige vorm naar de vuilnishoop moet en dat iedere stof daarin op eigen merites bekeken en behandeld moet worden, om te beginnen vanuit medische hoek..
Met de wet van 1928 stond de deur open voor de toevoeging van willekeurige welke stof die niet in de smaak van een regering of de authoriteiten valt. Op dit moment kan een minister zonder wie dan ook te raadplegen een stof aan de lijst toevoegen en daarmee willekeurige mensen buiten de wet stellen.
Hierover meer in een volgend artikel.
Zie ook en voor reacties (hoop ik) HIERRRRRRRRRRRRR
zaterdag 25 september 2010
Dasshou
(Dit artikel verscheen eerder in de Amsterdam Post. Voor reacties daarop zie Dasshou (1) en Dasshou (2)
Voorwoord door D. G. Neree:
De wereld maakt sinds de tweede helft van de vorige eeuw in een informatie-explosie mee en ook een ongekende mobiliteitstoename. Telefoon, radio, televisie en als klap op de vuurpijl het internet. De wereld is een stad geworden, maar met heel veel verschillende wijken. de toegang tot die verschillende culturen heeft zijn grote invloed gehad op de ontwikkelingen in de onze, de westerse. De eersten die deze invloeden in zich opnemen ziijn de jongeren, zodat dat we sinds halverwege de vorige eeuw spreken van jeugdculturen.
De vijftiger jaren werden op muziek en modegebied beheerst door Amerika, in de jaren zestig en zeventig was de oosterse cultuur populair, met name India en in de jaren negentig begon er een een langzame wisselwerking tussen de (Britse) pop- en modescene en de Japanse, vooralsnog vooral één kant op: muziek en mode uit het westen vonden onder de Japanse jeugd veel aftrek, waarna sinds kort de beïnvloeding weer de andere kant opgaat.
De jeugd komt de laatste tijd slecht in het nieuws. Agressie op scholen, te vroege sex, comazuipen... Hoewel de veranderende tijden veranderende gevaren met zich meebrengen, is mijn beeld daarover helemaal niet zo eenduidig. Jongeren hebben altijd met drank en sex geëxperimenteerd. Wat ik ervan heb meegekregen is, dat verschillende groepen jongere verschillende stijlen scheppen en aanhangen en dat hun leven heel wat rijker is dan de kranten en de christenen en de linkse fatsoensrakkers de mensen voorspiegelen. Ik had daarom het idee om een artikel te schrijven over de fascinatie voor japan onder jongeren (ik haat dit soort typeringen altijd), maar het probleem was, dat ik er helemaal niets vanaf weet. De eerste die in me opkwam om te vragen was MDV, iemand die ik ken als een japanofiel, en die bovendien een goede pen voert. Op mijn vraag reageerde hij enthousiast en het resultaat is onderstaand artikel over de Japanse invloed onder jongeren. Ik wil dus verder zwijgen over dit onderwerp, dat voor de meeste ouderen (nog) niet zo bekend is en geef het woord aan MDV.
Dasshou *)
Ik kan een artikel schrijven waarin ik mijn meningen over de politiek verkondig. Ik kan ook een artikel schrijven waarin ik mijn opinie geef over bepaalde opvattingen van bepaalde mensen. Het kan, ik ben het alleen niet van plan. De kans is groot dat u als lezer van dit blog mijn mening over het onderwerp deelt, bovendien zou u deze mening waarschijnlijk zelfs beter kunnen formuleren dan ik. Ik ga het dus over iets anders hebben.
Veel van mijn leeftijdsgenoten hebben een fascinatie voor Japan, en dan vooral de populaire cultuur van het moderne Japan. Hoe ik de leden van deze jongerenstroming moet noemen weet ik niet zeker. Het feit dat de stroming raakvlakken heeft met emo-, hipster- en geekcultuur helpt daar ook niet echt bij. We worden wel eens ‘weaboos’ genoemd, of ‘wapanese’. Deze termen hebben echter een vrij negatieve bijklank, ik gebruik ze liever niet. Een andere benaming is ‘Otaku’, de Japanse term voor mensen met obsessies. Hoewel het in Japan geen compliment is om voor otaku uitgemaakt te worden, is het in Nederland nog geen scheldwoord. Omdat het de minst slechte term is zal ik in dit artikel de term otaku gebruiken.
Om even wat misverstanden uit de wereld te helpen; otakucultuur is geen pro-Japanse politieke cultuur. Er zullen vast een paar idioten tussen zitten, maar we zijn geen typetjes die de Japanse keizer als god aanbidden en kamikazepiloten bewonderen. We houden ons bezig met mode, muziek, film en moderne grafische literatuur. Otakucultuur is een cultuur van escapisme, geen geëngegeerde stroming. Dat Japan niet het paradijs is en het land een hoop narigheid op het geweten heeft weten wij ook wel, dat is ook helemaal niet waar het ons om gaat. Waar het ons wel om gaat verschilt trouwens per persoon, dit zijn in ieder geval de dingen die ons interesseren.
Mode
Tokio is de modehoofdstad van de wereld. In Parijs wordt je tegenwoordig bespuugd en uitgescholden als je een rokje draagt, in Milaan en New York wordt vooral veel geld verdiend aan dure internationale merken waarvoor veel reclame wordt gemaakt. In Tokyo heb je het district Harajuku, waar mode iets van de straat is, iets waarmee tienermeisjes hun creativiteit uiten.
De aparte kledingstijlen die je in Harajuku ziet zijn ontstaan als een soort vorm van protest tegen de extreem geuniformeerde en expressie verbiedende Japanse maatschappij. In Japan gaat men naar school en werkt met in saaie uniformen. Vandaar het uitbundige. Iedere zondag vinden er in Harajuku ontmoetingen plaats van bijzonder geklede meisjes, om gezien en bewonderd te worden. Deze ontmoetingen vinden trouwens ook in andere delen van Japan plaats. Buiten Japan zelfs. In Bogotá (Colombia) gebeurt het ook. In Nederland is de harajukustijl nog niet populair genoeg om echt op te vallen, maar de ontmoetingen vinden wel plaats en wellicht word het ooit nog iets groots. De stijl van harajukumeisjes is vaak geïnspireerd door rockmuzikanten uit de visual-kei scene, of er is sprake van cosplay (een begrip waar ik later op terug kom).
De visual-kei scene is een Japanse rockstroming die ergens begin jaren 80 op kwam (maar pas echt groot werd in de jaren 90). Meer dan een muzikale stroming was en is visual-kei een stylistische stroming. Je hebt visual-kei bands die brute metal spelen, ze zitten er ook tussen die radiovriendelijke electropopmuziek maken. Wat alle visual-kei bands gemeen hebben is de extravagante en vaak androgyne manier waarop ze zich presenteren. Inspiraties voor de visual-kei uit het westen waaren onder anderen David Bowie en bands uit de glamrock, new-wave en gothic scenes. De androgyne kledingstijl word ook wel eens in verband gebracht met de Japanse traditie van kabukitheater. De stijl is romantisch, mooi, over-de-top en zoals de titel al benoemt erg visueel. Een soort ultime anti-grunge dus, al zijn er wel visual-kei bands die grungeinvloeden in hun muziek verwerken.
Visual Kei begon (voor het grote publiek) met de band X Japan. De speedmetalband die Japan kennis deed maken met sex, drugs & rock ’n roll.
X Japan maakte met hun presentatie, hun emotionele teksten en hun gewoonte om overal waar ze kwamen feest en herrie te schoppen een statement tegen de starheid en gevoelloosheid van de Japanse maatschappij. Rond het begin jaren negentig kwam Yoshiki Hayashi, destijds een heus sekssymbool in Japan, bijna geen hotel meer in vanwege zijn terechte destructieve reputatie. ABC News noemde X Japan onlangs ‘groter dan de Beatles, de Stones en Bruce Springsteen bij elkaar’, deze uitspraak is wat overdreven maar beschrijft de populariteit die de band in hun thuisland geniet wel aardig. Als u als lezer geïnteresseerd bent in deze band raad ik het album Blue Blood aan.
Een andere invloedrijke visual kei band was Malice Mizer.
Malice Mizer had een veel mysterieuzer en serieuzer imago dan het rellende X Japan. De uiterlijke presentatie van Malice Mizer was veel extremer, dieper, fantastischer en sterker beïnvloed door klassieke muziek en romantisch beeld van Europese aristocratie. Ik ben persoonlijk helemaal geen fan van Malice Mizer. Ik vind echter dat ik dit artikel niet kan schrijven zonder de invloed van mana als modeontwerper te noemen. De bandleden van Malice Mizer waren de eerste etalagepoppen van de zogeheten ‘lolita-mode’ die sterk vertegenwoordigd is op Harajuku en daarbuiten. Veel liever dan de naar mijn mening niet zo boeiende muziek van Malice Mizer laat ik dus iets zien van wat de heren op modieus gebied gepresteerd hebben. Het is niet het beste of mooiste voorbeeld. Maar deze modeshow laat zien wat de lolitastijl inhoudt en bewijst misschien ook een beetje dat wat ik nu allemaal schrijf ook echt buiten mijn hoofd bestaat.
Muziek
Verschillende Otaku (ik blijf het toch geen prettig woord vinden) hebben verschillende smaken. Er zijn er genoeg Japan-enthousiastelingen die het maar raar vinden dat Nederlanders naar Japans(talig)e muziek luisteren. Ik hoor zeker niet bij die groep en luister graag naar J-rock. Wat is J-rock precies? Eigenlijk een vrij betekenisloze verzamelnaam voor alle Japanse rockmuziek met al haar stijlen. Maar toch, het is de benaming die men gebruikt bij gebrek aan beter. Een complete geschiedenis van de Japanse rockmuziek kan ik niet vertellen, daarvoor heb ik simpelweg niet genoeg kennis. Kenmerkend voor Japanse rock is wel dat de bassist vaak een meer melodische en vooraanstaande rol heeft dan gebruikelijk. Misschien is het beter om een paar voorbeekden te geven.
Wat is de aantrekkingskracht van deze artiesten? De ontdekking is in ieder geval een belangrijke factor. Toen ik begon met luisteren naar J-pop en J-rock was ik vooral de meuk die je op de Nederlandse radio hoort gewend. Een doorgewinterde popmuziekliefhebber zal vast en zeker met recht zeggen dat die Japanse muziek niet zo bijzonder is, maar zal zelf stiekem ook terugdenken aan zijn/haar eerste kennismaking met 'betere' muziek.
In mijn ogen nog veel belangrijke aantrekkingskrachten zijn de fascinatie met het vreemde en de bewondering van het afstandelijke. Dat ik niet veel van de Japanse taal versta vormt voor mij helemaal geen probleem. Ik vind het een mooie taal om in te zingen. Zeker in muziek klinkt het als een fantasietaal, een verzameling woorden die ik als kind zou kunnen hebben bedacht als kind om dingen in een niet-bestaande wereld te benoemen. Ik kan niet voor anderen spreken, maar het is iets dat de Japanse muziek voor mij aantrekkelijk maakt, ik hou van die taal.
Iets anders dat belangrijk is, is de obsessie met de verre en onbereikbare popster. Ik ben zelf tijden een enorme fan geweest van YUI. Over YUI las ik niets in de bladen, op TV zag ik haar nooit, alles wat ik over haar wist kwam uit vertaalde bronnen. Ik had alleen haar muziek, en vooral het imaginaire beeld wat ik van haar had. Haar muziek hielp me, inspireerde me. YUI is geen stem van een generatie, niet iemand waar iedereen een mening over had. YUI was iemand die dingen een betekenis voor me gaf, die mijn kijk op het leven veranderde. Ja, YUI was belangrijk voor me. Juist omdat er zoveel afstand was door de taal, en haar anonimiteit hier. Juist daardoor heb ik haar zoveel kunnen bewonderen. Dit is een persoonlijk verhaal, maar het is wel vrij tekenend. Dat de afstand met Japanse popsterren nog zoveel groter is dan die met Europese en Amerikaanse popsterren geeft meer ruime aan de fantasie, en minder ruimte aan aantasting van dit heldenbeeld. Muziekotaku zijn vaak enorme fans, ik hoop dat ik een beetje duidelijk heb kunnen maken wat daar achter zit.
YUI
Terug naar een term die ik eerder noemde, cosplay. Cosplay houdt in dat je je verkleedt als een visual-kei artiest, of een personage uit een anime- of mangaserie. Cosplayers nemen hun hobby zeer serieus, er valt onder otakukringen zelfs enige beroemdheid te winnen als je goed kan cosplayen. Aan de andere kant is cosplay ook vaak iets van geitende kerels die het maar al te lollig vinden om zich in een jurkje te hijsen en andere cosplayers uit te lachen.
Hier laat ik het voor vandaag bij, morgen zal ik dieper ingaan op oa de begrippen ‘anime’ en ‘manga’, voor het merendeel van de Japanofielen hier in Europa toch het zwaartepunt van hun obsessie. Ik vertel graag over dit onderwerp, dus vraag maar raak als er punten zijn waar u als lezer meer over zou willen horen!
Anime & Manga
Anime en manga zijn voor velen het zwaartepunt van hun Japanofilie. Anime is de Japanse benaming voor tekenfilms, manga is de Japanse benaming voor stripboeken. De Japanse markt voor deze vormen van kunst, of vermaak (noem het hoe je het zelf noemen wilt) is enorm. Precieze cijfers kan ik niet geven, maar geloof me, er is een heel groot aanbod. Wat is precies de aantrekkingskracht van anime? Wederom een lastige vraag omdat er niet echt een universeel antwoord op is. De ene zou zeggen dat het vooral de tekenstijl is, een stijl waarin otaku hun schoonheidsidealen herkennen. Een ander zou misschien zeggen dat het ligt aan de verhalende en episodische stijl van anime, in tegenstelling tot de wel erg op slapstick leunende Amerikaanse en overdreven diepzinnige Europese tekenfilms. Een vaak gehoorde beschuldiging is dat animeseries niet deugen omdat ze alleen maar over seks en geweld gaat en geen inhoud hebben. De fout die hier gemaakt wordt is dat er in de geweldadige series meestal geen seks zit en de series met inhoud weer anderen zijn dan de series met seks. Omdat ik niet bijzonder veel verstand heb van kwaliteitsanime zal ik niet doen alsof ik dat wel heb en geïnteresseerden hiernaartoe doorsturen.
Er bestaat een beeld dat het door volwassenen liefhebben van Anime en Manga in Japan de normaalste zaak van de wereld is, dit beeld klopt helaas niet. Zoals ik eerder al zei is otaku in Japan nagenoeg een scheldwoord, anime is eigenlijk een hobby voor hopeloze losers die volgens het vooroordeel allemaal antisociale werkloze nietsnutten zijn. Het enige land dat ik kan bedenken waar deze media wel gerespecteerd en door jong en oud gewaardeerd worden is Frankrijk.
Pornografie
Zij die problemen hebben met seksuele abnormaliteit kunnen nu beter stoppen met lezen, ik ga het namelijk over pornografische manga hebben. De meest gebruikte naam voor animeporno in het westen is ‘hentai’, een Japans woord dat te vertalen is als ‘vreemd’, ‘fout’ of ‘abnormaal’. In Japan is de term ‘ero’ echter de meest gebruikte term. Er zijn veel vormen en gradaties van hentai. Hentai varieert van vrij onschuldige ‘H’, dat niet-naakte vrouwen op een opwindende wijze afbeeld, tot bloederige ‘guro’ waar alleen de meest gekronkelde necrofielen niet van naar de WC rennen om hun ontbijt cadeau te doen aan het riool. Ook is er een groot aanbod aan homoseksuele hentai waar ik straks op terug kom.
Wat is nou precies de aantrekkingskracht van mangatekeningen? Nou simpel. “Echte vrouwen zijn lelijk en bovendien alleen berust op geld. Waarom zou je je aandacht verspillen aan gore feministische honden de je niet eens als menselijk zien en je leven vergallen in ruil voor een paar wipbeurten? Ik zou het niet weten. Tekeningen zijn veel beter. Getekende vrouwen bedriegen je niet, gehoorzamen je altijd, laten je niet in de steek en zijn bovendien veel aantrekkelijker dan echte vrouwen”. Mijn mening is het zeker niet, een antwoord dat een fanatieke hentai-liefhebber je zal geven is het absoluut. Het is een extreem voorbeeld, maar het illustreert de grote overeenkomst van eigenlijk alle otaku, teleurstelling in de werkelijkheid die gecompenseerd wordt door een ideale en totaal onrealistische fantasie. Dit wil overigens niet zeggen dat alle hentailiefhebbers fanatieke vrouwenhaters met een sterke afkeer tegen de werkelijkheid zijn, ik durf te wedden dat eromanga de geheime hobby is van een aardig aantal mensen dat er op het eerste gezicht vrij normaal uitziet.
Een ander aspect dat velen aantrekkelijk zullen vinden aan hentai is het Japans schoonheidsideaal. In Japanse pornografie (niet uitsluitend in hentai dus) zie je vaak dat vrouwen met een schattige en onschuldige verschijning toch vaak naar voren worden geschoven als de meest aantrekkelijke. In tegenstelling tot het modern westers schoonheidsideaal dat juist waarde hecht aan ondeugd en volwassenheid. Wellicht heeft het iets te maken met het feminisme dat in Japan nooit echt stevig voet aan de grond heeft kunnen krijgen in Japan. Het mannelijk schoonheidsideaal in Oost-Azië wijkt ook af van het beeld van mannelijke schoonheid dat we hier hebben. Geen gespierde dominante lomperikken, maar stijlvolle androgyne ‘mietjes’ zoals je ze bijna zou noemen zijn in Japan typische aantrekkelijke mannen. Het overnemen van deze schoonheidsidealen is kenmerkend voor veel otaku hier in ’t westen.
De nadruk op onschuld bij vrouwelijke schoonheid heeft wellicht aan de wieg gelegen van het beruchte genre ‘lolicon’. In lolicon worden minderjarige meisjes in pornografische context getekend. Unicef probeert al jaren de stijl te verbieden omdat het kindermisbruik zou zijn, ook is het in Australië en Engeland verboden om lolicon op je harde schijf te hebben. Hoewel pedofilie natuurlijk niets is om aan te moedigen vind ik het persoonlijk verkeerd om mensen te verbieden lolicon te tekenen of te bezitten. Ik ben voor vrijheid van expressie en vind zulke tekeningen even strafwaardig als tekeningen van Mohammed. Totaal niet, niemand wordt er slechter van en belediging zit in de oog van de kijker.
Iets dat opvalt aan Japanse pornografie is de vrij bizarre censuur van geslachtsorganen. Dit is bij wet verplicht. De wet is ergens ver voor de oorlog ingevoerd. Waarom niemand de wet afschaft? Politici die hun carrière niet op het spel willen zetten. Wie pleit voor het afschaffen van de wet geeft min of meer toe een smeerlap te zijn die graag naar porno kijkt en zich stoort aan de vage blokjes in beeld, wat natuurlijk niet kan als respectabel staatsman! Een film maken waarin het gezicht van een vrouw zo’n beetje geheel in sperma wordt bedekt moet kunnen, maar maak alstublieft wazige blokjes van de piemeltjes! Recht is iets moois.
Homofilie in Anime & Manga
De Griekse liefde is een populair thema in manga en anime, vooral bij het vrouwelijk publiek. Deze zogeheten ‘yaoi’ of ‘boys love’ manga gaan over homoseksuele relaties tussen mooie androgyne jonge mannen. Het is vrij normaal voor tienermeisjes die in het animewereldje zitten om van yaoi te houden. Hoewel yaoi gaat over homoseksuele mannen wordt het nauwelijks door homo’s gelezen. Dit ligt er waarschijnlijk aan dat yaoi manga eigenlijk altijd door vrouwen geschreven wordt met een vrouwelijk publiek voor ogen. Het enige mannelijke aan yaoi-karakters is tot op zekere hoogte hun lichaam. Ook speelt het ‘homo zijn’ nauwelijks in een rol in yaoi, de relatie tussen twee mannen wordt eerder uitgelegd als ‘liefde overwint alles’. Een ander homo-manga genre is ‘bara.’ In tegenstelling tot yaoi wordt bara wel door en voor mannen geschreven. Mannen in bara-manga identificeren zichzelf wel als homofiel en worden vaak een stuk realistischer getekend dan in yaoi. Dan is er ook nog ‘yuri’ of ‘girls love’, de lesbische tegenhanger van yaoi en bara. Net als bij boys love bestaat er zowel pornografische yuri als yuri die het vooral van het verhaal moet hebben. Ik heb zelf vooral iets met die tweede categorie. Een yuriserie die mij erg aanspreekt is ‘Gril Friends’, een autobiografisch verhaal over twee schoolmeisjes die op elkaar verliefd worden en er alles aan doen om het van elkaar te verbergen. Dat ik graag romantische verhalen over lesbiennes lees en bekijk heeft er misschien wel mee te maken dat mezelf er door het ontbreken van een mannelijk karakter niet op een negatieve wijze in kan herkennen. Dat is waarschijnlijk de grote aantrekkingskracht van homo-manga in het algemeen.
Visuele Novelles
Een modern Japans medium dat ik persoonlijk hoger aansla dan anime en manga is de visuele novelle, een moderne vorm van literatuur die af te spelen is om computers en gameconsoles. Een visuele novelle is een soort keuzeverhaal met beeld en geluid. Je komt als speler/lezer in een situatie terecht, en de keuzes die je maakt bepalen de richting van het verhaal. Hoewel er bij nagenoeg iedere scene beelden en achtergrondmuziek aanwezig zijn ligt de nadruk op de tekst, die meestal ook ingesproken is. Het medium wordt helaas vooral gebruikt voor eenvoudige slechte verhaaltjes die het vooral van de seksuele prikkeling moeten hebben. Gelukkig bestaan er ook meer verhalende visuele novelles met een goed verhaal en zonder gebrek aan diepgang.
Een van die visuele novelles is Fate/Stay Night. Fate/Stay Night vertelt het verhaal van Emiya Shirou, een jongen die als enige een ramp die een halve stad verwoesste heeft overleefd en verwikkeld raakt in een bizarre ‘oorlog om de heilige graal’. Het is een verhaal dat in drie delen wordt verteld; in de eerste maak je kennis met de wereld waarin Fate/Stay night zich afspeelt, in de tweede wordt je aangezet tot nadenken over het verhaal, wat het derde deel doet zal ik niet zeggen, dan verklap ik al te veel. Hoewel de vertaling vanuit het Japans naar het Engels hier en daar te kort schiet is Fate/Stay Night een prachtig modern epos over de innerlijke strijd tussen idealisme en cynisme in de mens. Je bent er niet ‘zo doorheen’ maar het is het lezen zeker waard. Maar helaas, zo veel visuele novelles zijn er niet, lang niet alle visuele novelles zijn goed, en het merendeel van de weinigen die naar het Engels vertaald zijn werkt niet goed. Wat mij betreft mag dit medium daarom het liefst gisteren geïmporteerd naar Europa worden.
Japanofilie?
Tijdens het schrijven van dit artikel kwam de vraag bij me opborrelen of ik wel echt iets aan het schrijven was over Japanofilie. Ik begon tenslotte over een modebeweging die protesteert tegen de uniformiteit van de Japanse maatschappij, om vervolgens te spreken over een rockband die ageerde tegen het Japanse taboe op emotie, daarna ging ik verder over een hobby waar in Japan eigenlijk op neer gekeken wordt en bekritiseerde ik Japanse wetten. Ik ben eigenlijk helemaal geen Japanofiel als daarmee bedoeld wordt dat ik alles dat Japans is liefheb. Otaku die wel pretenderen vooral van Japan houden moeten naar mijn mening ook toegeven dat ze eerder houden van dingen die toevallig uit Japan komen. Natuurlijk is Japan een mooi en interresant land met veel geschiedenis, maar obsessieve liefde voor welk land dan ook is iets voor nazi’s en slecht geïnformeerde mensen.
De rode draad door dit artikel is dan ook niet Japan, maar de drang van ‘otaku’ om op allerlei manieren aan de werkelijkheid te ontsnappen. Dat de middelen die hiervoor gebruikt worden vooral Japans zijn zegt slechts iets over hoe men op die drang inspeelt. Let wel: dit is mijn persoonlijke mening. De meeste mensen die iets over dit onderwerp vertellen zullen wel van mening zijn dat de obsessie door Japanse popcultuur onder jongeren in ’t westen een vorm van Japanofilie is. Wat doen jullie lezers met deze cultuur die ik jullie heb voorgeschoteld? Spuug het uit, spoel het snel weg met water, gooi het terug in de pan, schuif het naast je bord, doe wat u er mee doen wilt. Maar mensen, proef er vooral van!
MDV
*) Ontsnapping
Voorwoord door D. G. Neree:
De wereld maakt sinds de tweede helft van de vorige eeuw in een informatie-explosie mee en ook een ongekende mobiliteitstoename. Telefoon, radio, televisie en als klap op de vuurpijl het internet. De wereld is een stad geworden, maar met heel veel verschillende wijken. de toegang tot die verschillende culturen heeft zijn grote invloed gehad op de ontwikkelingen in de onze, de westerse. De eersten die deze invloeden in zich opnemen ziijn de jongeren, zodat dat we sinds halverwege de vorige eeuw spreken van jeugdculturen.
De vijftiger jaren werden op muziek en modegebied beheerst door Amerika, in de jaren zestig en zeventig was de oosterse cultuur populair, met name India en in de jaren negentig begon er een een langzame wisselwerking tussen de (Britse) pop- en modescene en de Japanse, vooralsnog vooral één kant op: muziek en mode uit het westen vonden onder de Japanse jeugd veel aftrek, waarna sinds kort de beïnvloeding weer de andere kant opgaat.
De jeugd komt de laatste tijd slecht in het nieuws. Agressie op scholen, te vroege sex, comazuipen... Hoewel de veranderende tijden veranderende gevaren met zich meebrengen, is mijn beeld daarover helemaal niet zo eenduidig. Jongeren hebben altijd met drank en sex geëxperimenteerd. Wat ik ervan heb meegekregen is, dat verschillende groepen jongere verschillende stijlen scheppen en aanhangen en dat hun leven heel wat rijker is dan de kranten en de christenen en de linkse fatsoensrakkers de mensen voorspiegelen. Ik had daarom het idee om een artikel te schrijven over de fascinatie voor japan onder jongeren (ik haat dit soort typeringen altijd), maar het probleem was, dat ik er helemaal niets vanaf weet. De eerste die in me opkwam om te vragen was MDV, iemand die ik ken als een japanofiel, en die bovendien een goede pen voert. Op mijn vraag reageerde hij enthousiast en het resultaat is onderstaand artikel over de Japanse invloed onder jongeren. Ik wil dus verder zwijgen over dit onderwerp, dat voor de meeste ouderen (nog) niet zo bekend is en geef het woord aan MDV.
Dasshou *)
Ik kan een artikel schrijven waarin ik mijn meningen over de politiek verkondig. Ik kan ook een artikel schrijven waarin ik mijn opinie geef over bepaalde opvattingen van bepaalde mensen. Het kan, ik ben het alleen niet van plan. De kans is groot dat u als lezer van dit blog mijn mening over het onderwerp deelt, bovendien zou u deze mening waarschijnlijk zelfs beter kunnen formuleren dan ik. Ik ga het dus over iets anders hebben.
Veel van mijn leeftijdsgenoten hebben een fascinatie voor Japan, en dan vooral de populaire cultuur van het moderne Japan. Hoe ik de leden van deze jongerenstroming moet noemen weet ik niet zeker. Het feit dat de stroming raakvlakken heeft met emo-, hipster- en geekcultuur helpt daar ook niet echt bij. We worden wel eens ‘weaboos’ genoemd, of ‘wapanese’. Deze termen hebben echter een vrij negatieve bijklank, ik gebruik ze liever niet. Een andere benaming is ‘Otaku’, de Japanse term voor mensen met obsessies. Hoewel het in Japan geen compliment is om voor otaku uitgemaakt te worden, is het in Nederland nog geen scheldwoord. Omdat het de minst slechte term is zal ik in dit artikel de term otaku gebruiken.
Om even wat misverstanden uit de wereld te helpen; otakucultuur is geen pro-Japanse politieke cultuur. Er zullen vast een paar idioten tussen zitten, maar we zijn geen typetjes die de Japanse keizer als god aanbidden en kamikazepiloten bewonderen. We houden ons bezig met mode, muziek, film en moderne grafische literatuur. Otakucultuur is een cultuur van escapisme, geen geëngegeerde stroming. Dat Japan niet het paradijs is en het land een hoop narigheid op het geweten heeft weten wij ook wel, dat is ook helemaal niet waar het ons om gaat. Waar het ons wel om gaat verschilt trouwens per persoon, dit zijn in ieder geval de dingen die ons interesseren.
Mode
Tokio is de modehoofdstad van de wereld. In Parijs wordt je tegenwoordig bespuugd en uitgescholden als je een rokje draagt, in Milaan en New York wordt vooral veel geld verdiend aan dure internationale merken waarvoor veel reclame wordt gemaakt. In Tokyo heb je het district Harajuku, waar mode iets van de straat is, iets waarmee tienermeisjes hun creativiteit uiten.
De aparte kledingstijlen die je in Harajuku ziet zijn ontstaan als een soort vorm van protest tegen de extreem geuniformeerde en expressie verbiedende Japanse maatschappij. In Japan gaat men naar school en werkt met in saaie uniformen. Vandaar het uitbundige. Iedere zondag vinden er in Harajuku ontmoetingen plaats van bijzonder geklede meisjes, om gezien en bewonderd te worden. Deze ontmoetingen vinden trouwens ook in andere delen van Japan plaats. Buiten Japan zelfs. In Bogotá (Colombia) gebeurt het ook. In Nederland is de harajukustijl nog niet populair genoeg om echt op te vallen, maar de ontmoetingen vinden wel plaats en wellicht word het ooit nog iets groots. De stijl van harajukumeisjes is vaak geïnspireerd door rockmuzikanten uit de visual-kei scene, of er is sprake van cosplay (een begrip waar ik later op terug kom).
De visual-kei scene is een Japanse rockstroming die ergens begin jaren 80 op kwam (maar pas echt groot werd in de jaren 90). Meer dan een muzikale stroming was en is visual-kei een stylistische stroming. Je hebt visual-kei bands die brute metal spelen, ze zitten er ook tussen die radiovriendelijke electropopmuziek maken. Wat alle visual-kei bands gemeen hebben is de extravagante en vaak androgyne manier waarop ze zich presenteren. Inspiraties voor de visual-kei uit het westen waaren onder anderen David Bowie en bands uit de glamrock, new-wave en gothic scenes. De androgyne kledingstijl word ook wel eens in verband gebracht met de Japanse traditie van kabukitheater. De stijl is romantisch, mooi, over-de-top en zoals de titel al benoemt erg visueel. Een soort ultime anti-grunge dus, al zijn er wel visual-kei bands die grungeinvloeden in hun muziek verwerken.
Visual Kei begon (voor het grote publiek) met de band X Japan. De speedmetalband die Japan kennis deed maken met sex, drugs & rock ’n roll.
X Japan maakte met hun presentatie, hun emotionele teksten en hun gewoonte om overal waar ze kwamen feest en herrie te schoppen een statement tegen de starheid en gevoelloosheid van de Japanse maatschappij. Rond het begin jaren negentig kwam Yoshiki Hayashi, destijds een heus sekssymbool in Japan, bijna geen hotel meer in vanwege zijn terechte destructieve reputatie. ABC News noemde X Japan onlangs ‘groter dan de Beatles, de Stones en Bruce Springsteen bij elkaar’, deze uitspraak is wat overdreven maar beschrijft de populariteit die de band in hun thuisland geniet wel aardig. Als u als lezer geïnteresseerd bent in deze band raad ik het album Blue Blood aan.
Een andere invloedrijke visual kei band was Malice Mizer.
Malice Mizer had een veel mysterieuzer en serieuzer imago dan het rellende X Japan. De uiterlijke presentatie van Malice Mizer was veel extremer, dieper, fantastischer en sterker beïnvloed door klassieke muziek en romantisch beeld van Europese aristocratie. Ik ben persoonlijk helemaal geen fan van Malice Mizer. Ik vind echter dat ik dit artikel niet kan schrijven zonder de invloed van mana als modeontwerper te noemen. De bandleden van Malice Mizer waren de eerste etalagepoppen van de zogeheten ‘lolita-mode’ die sterk vertegenwoordigd is op Harajuku en daarbuiten. Veel liever dan de naar mijn mening niet zo boeiende muziek van Malice Mizer laat ik dus iets zien van wat de heren op modieus gebied gepresteerd hebben. Het is niet het beste of mooiste voorbeeld. Maar deze modeshow laat zien wat de lolitastijl inhoudt en bewijst misschien ook een beetje dat wat ik nu allemaal schrijf ook echt buiten mijn hoofd bestaat.
Muziek
Verschillende Otaku (ik blijf het toch geen prettig woord vinden) hebben verschillende smaken. Er zijn er genoeg Japan-enthousiastelingen die het maar raar vinden dat Nederlanders naar Japans(talig)e muziek luisteren. Ik hoor zeker niet bij die groep en luister graag naar J-rock. Wat is J-rock precies? Eigenlijk een vrij betekenisloze verzamelnaam voor alle Japanse rockmuziek met al haar stijlen. Maar toch, het is de benaming die men gebruikt bij gebrek aan beter. Een complete geschiedenis van de Japanse rockmuziek kan ik niet vertellen, daarvoor heb ik simpelweg niet genoeg kennis. Kenmerkend voor Japanse rock is wel dat de bassist vaak een meer melodische en vooraanstaande rol heeft dan gebruikelijk. Misschien is het beter om een paar voorbeekden te geven.
Wat is de aantrekkingskracht van deze artiesten? De ontdekking is in ieder geval een belangrijke factor. Toen ik begon met luisteren naar J-pop en J-rock was ik vooral de meuk die je op de Nederlandse radio hoort gewend. Een doorgewinterde popmuziekliefhebber zal vast en zeker met recht zeggen dat die Japanse muziek niet zo bijzonder is, maar zal zelf stiekem ook terugdenken aan zijn/haar eerste kennismaking met 'betere' muziek.
In mijn ogen nog veel belangrijke aantrekkingskrachten zijn de fascinatie met het vreemde en de bewondering van het afstandelijke. Dat ik niet veel van de Japanse taal versta vormt voor mij helemaal geen probleem. Ik vind het een mooie taal om in te zingen. Zeker in muziek klinkt het als een fantasietaal, een verzameling woorden die ik als kind zou kunnen hebben bedacht als kind om dingen in een niet-bestaande wereld te benoemen. Ik kan niet voor anderen spreken, maar het is iets dat de Japanse muziek voor mij aantrekkelijk maakt, ik hou van die taal.
Iets anders dat belangrijk is, is de obsessie met de verre en onbereikbare popster. Ik ben zelf tijden een enorme fan geweest van YUI. Over YUI las ik niets in de bladen, op TV zag ik haar nooit, alles wat ik over haar wist kwam uit vertaalde bronnen. Ik had alleen haar muziek, en vooral het imaginaire beeld wat ik van haar had. Haar muziek hielp me, inspireerde me. YUI is geen stem van een generatie, niet iemand waar iedereen een mening over had. YUI was iemand die dingen een betekenis voor me gaf, die mijn kijk op het leven veranderde. Ja, YUI was belangrijk voor me. Juist omdat er zoveel afstand was door de taal, en haar anonimiteit hier. Juist daardoor heb ik haar zoveel kunnen bewonderen. Dit is een persoonlijk verhaal, maar het is wel vrij tekenend. Dat de afstand met Japanse popsterren nog zoveel groter is dan die met Europese en Amerikaanse popsterren geeft meer ruime aan de fantasie, en minder ruimte aan aantasting van dit heldenbeeld. Muziekotaku zijn vaak enorme fans, ik hoop dat ik een beetje duidelijk heb kunnen maken wat daar achter zit.
YUI
Terug naar een term die ik eerder noemde, cosplay. Cosplay houdt in dat je je verkleedt als een visual-kei artiest, of een personage uit een anime- of mangaserie. Cosplayers nemen hun hobby zeer serieus, er valt onder otakukringen zelfs enige beroemdheid te winnen als je goed kan cosplayen. Aan de andere kant is cosplay ook vaak iets van geitende kerels die het maar al te lollig vinden om zich in een jurkje te hijsen en andere cosplayers uit te lachen.
Hier laat ik het voor vandaag bij, morgen zal ik dieper ingaan op oa de begrippen ‘anime’ en ‘manga’, voor het merendeel van de Japanofielen hier in Europa toch het zwaartepunt van hun obsessie. Ik vertel graag over dit onderwerp, dus vraag maar raak als er punten zijn waar u als lezer meer over zou willen horen!
Anime & Manga
Anime en manga zijn voor velen het zwaartepunt van hun Japanofilie. Anime is de Japanse benaming voor tekenfilms, manga is de Japanse benaming voor stripboeken. De Japanse markt voor deze vormen van kunst, of vermaak (noem het hoe je het zelf noemen wilt) is enorm. Precieze cijfers kan ik niet geven, maar geloof me, er is een heel groot aanbod. Wat is precies de aantrekkingskracht van anime? Wederom een lastige vraag omdat er niet echt een universeel antwoord op is. De ene zou zeggen dat het vooral de tekenstijl is, een stijl waarin otaku hun schoonheidsidealen herkennen. Een ander zou misschien zeggen dat het ligt aan de verhalende en episodische stijl van anime, in tegenstelling tot de wel erg op slapstick leunende Amerikaanse en overdreven diepzinnige Europese tekenfilms. Een vaak gehoorde beschuldiging is dat animeseries niet deugen omdat ze alleen maar over seks en geweld gaat en geen inhoud hebben. De fout die hier gemaakt wordt is dat er in de geweldadige series meestal geen seks zit en de series met inhoud weer anderen zijn dan de series met seks. Omdat ik niet bijzonder veel verstand heb van kwaliteitsanime zal ik niet doen alsof ik dat wel heb en geïnteresseerden hiernaartoe doorsturen.
Er bestaat een beeld dat het door volwassenen liefhebben van Anime en Manga in Japan de normaalste zaak van de wereld is, dit beeld klopt helaas niet. Zoals ik eerder al zei is otaku in Japan nagenoeg een scheldwoord, anime is eigenlijk een hobby voor hopeloze losers die volgens het vooroordeel allemaal antisociale werkloze nietsnutten zijn. Het enige land dat ik kan bedenken waar deze media wel gerespecteerd en door jong en oud gewaardeerd worden is Frankrijk.
Pornografie
Zij die problemen hebben met seksuele abnormaliteit kunnen nu beter stoppen met lezen, ik ga het namelijk over pornografische manga hebben. De meest gebruikte naam voor animeporno in het westen is ‘hentai’, een Japans woord dat te vertalen is als ‘vreemd’, ‘fout’ of ‘abnormaal’. In Japan is de term ‘ero’ echter de meest gebruikte term. Er zijn veel vormen en gradaties van hentai. Hentai varieert van vrij onschuldige ‘H’, dat niet-naakte vrouwen op een opwindende wijze afbeeld, tot bloederige ‘guro’ waar alleen de meest gekronkelde necrofielen niet van naar de WC rennen om hun ontbijt cadeau te doen aan het riool. Ook is er een groot aanbod aan homoseksuele hentai waar ik straks op terug kom.
Wat is nou precies de aantrekkingskracht van mangatekeningen? Nou simpel. “Echte vrouwen zijn lelijk en bovendien alleen berust op geld. Waarom zou je je aandacht verspillen aan gore feministische honden de je niet eens als menselijk zien en je leven vergallen in ruil voor een paar wipbeurten? Ik zou het niet weten. Tekeningen zijn veel beter. Getekende vrouwen bedriegen je niet, gehoorzamen je altijd, laten je niet in de steek en zijn bovendien veel aantrekkelijker dan echte vrouwen”. Mijn mening is het zeker niet, een antwoord dat een fanatieke hentai-liefhebber je zal geven is het absoluut. Het is een extreem voorbeeld, maar het illustreert de grote overeenkomst van eigenlijk alle otaku, teleurstelling in de werkelijkheid die gecompenseerd wordt door een ideale en totaal onrealistische fantasie. Dit wil overigens niet zeggen dat alle hentailiefhebbers fanatieke vrouwenhaters met een sterke afkeer tegen de werkelijkheid zijn, ik durf te wedden dat eromanga de geheime hobby is van een aardig aantal mensen dat er op het eerste gezicht vrij normaal uitziet.
Een ander aspect dat velen aantrekkelijk zullen vinden aan hentai is het Japans schoonheidsideaal. In Japanse pornografie (niet uitsluitend in hentai dus) zie je vaak dat vrouwen met een schattige en onschuldige verschijning toch vaak naar voren worden geschoven als de meest aantrekkelijke. In tegenstelling tot het modern westers schoonheidsideaal dat juist waarde hecht aan ondeugd en volwassenheid. Wellicht heeft het iets te maken met het feminisme dat in Japan nooit echt stevig voet aan de grond heeft kunnen krijgen in Japan. Het mannelijk schoonheidsideaal in Oost-Azië wijkt ook af van het beeld van mannelijke schoonheid dat we hier hebben. Geen gespierde dominante lomperikken, maar stijlvolle androgyne ‘mietjes’ zoals je ze bijna zou noemen zijn in Japan typische aantrekkelijke mannen. Het overnemen van deze schoonheidsidealen is kenmerkend voor veel otaku hier in ’t westen.
De nadruk op onschuld bij vrouwelijke schoonheid heeft wellicht aan de wieg gelegen van het beruchte genre ‘lolicon’. In lolicon worden minderjarige meisjes in pornografische context getekend. Unicef probeert al jaren de stijl te verbieden omdat het kindermisbruik zou zijn, ook is het in Australië en Engeland verboden om lolicon op je harde schijf te hebben. Hoewel pedofilie natuurlijk niets is om aan te moedigen vind ik het persoonlijk verkeerd om mensen te verbieden lolicon te tekenen of te bezitten. Ik ben voor vrijheid van expressie en vind zulke tekeningen even strafwaardig als tekeningen van Mohammed. Totaal niet, niemand wordt er slechter van en belediging zit in de oog van de kijker.
Iets dat opvalt aan Japanse pornografie is de vrij bizarre censuur van geslachtsorganen. Dit is bij wet verplicht. De wet is ergens ver voor de oorlog ingevoerd. Waarom niemand de wet afschaft? Politici die hun carrière niet op het spel willen zetten. Wie pleit voor het afschaffen van de wet geeft min of meer toe een smeerlap te zijn die graag naar porno kijkt en zich stoort aan de vage blokjes in beeld, wat natuurlijk niet kan als respectabel staatsman! Een film maken waarin het gezicht van een vrouw zo’n beetje geheel in sperma wordt bedekt moet kunnen, maar maak alstublieft wazige blokjes van de piemeltjes! Recht is iets moois.
Homofilie in Anime & Manga
De Griekse liefde is een populair thema in manga en anime, vooral bij het vrouwelijk publiek. Deze zogeheten ‘yaoi’ of ‘boys love’ manga gaan over homoseksuele relaties tussen mooie androgyne jonge mannen. Het is vrij normaal voor tienermeisjes die in het animewereldje zitten om van yaoi te houden. Hoewel yaoi gaat over homoseksuele mannen wordt het nauwelijks door homo’s gelezen. Dit ligt er waarschijnlijk aan dat yaoi manga eigenlijk altijd door vrouwen geschreven wordt met een vrouwelijk publiek voor ogen. Het enige mannelijke aan yaoi-karakters is tot op zekere hoogte hun lichaam. Ook speelt het ‘homo zijn’ nauwelijks in een rol in yaoi, de relatie tussen twee mannen wordt eerder uitgelegd als ‘liefde overwint alles’. Een ander homo-manga genre is ‘bara.’ In tegenstelling tot yaoi wordt bara wel door en voor mannen geschreven. Mannen in bara-manga identificeren zichzelf wel als homofiel en worden vaak een stuk realistischer getekend dan in yaoi. Dan is er ook nog ‘yuri’ of ‘girls love’, de lesbische tegenhanger van yaoi en bara. Net als bij boys love bestaat er zowel pornografische yuri als yuri die het vooral van het verhaal moet hebben. Ik heb zelf vooral iets met die tweede categorie. Een yuriserie die mij erg aanspreekt is ‘Gril Friends’, een autobiografisch verhaal over twee schoolmeisjes die op elkaar verliefd worden en er alles aan doen om het van elkaar te verbergen. Dat ik graag romantische verhalen over lesbiennes lees en bekijk heeft er misschien wel mee te maken dat mezelf er door het ontbreken van een mannelijk karakter niet op een negatieve wijze in kan herkennen. Dat is waarschijnlijk de grote aantrekkingskracht van homo-manga in het algemeen.
Visuele Novelles
Een modern Japans medium dat ik persoonlijk hoger aansla dan anime en manga is de visuele novelle, een moderne vorm van literatuur die af te spelen is om computers en gameconsoles. Een visuele novelle is een soort keuzeverhaal met beeld en geluid. Je komt als speler/lezer in een situatie terecht, en de keuzes die je maakt bepalen de richting van het verhaal. Hoewel er bij nagenoeg iedere scene beelden en achtergrondmuziek aanwezig zijn ligt de nadruk op de tekst, die meestal ook ingesproken is. Het medium wordt helaas vooral gebruikt voor eenvoudige slechte verhaaltjes die het vooral van de seksuele prikkeling moeten hebben. Gelukkig bestaan er ook meer verhalende visuele novelles met een goed verhaal en zonder gebrek aan diepgang.
Een van die visuele novelles is Fate/Stay Night. Fate/Stay Night vertelt het verhaal van Emiya Shirou, een jongen die als enige een ramp die een halve stad verwoesste heeft overleefd en verwikkeld raakt in een bizarre ‘oorlog om de heilige graal’. Het is een verhaal dat in drie delen wordt verteld; in de eerste maak je kennis met de wereld waarin Fate/Stay night zich afspeelt, in de tweede wordt je aangezet tot nadenken over het verhaal, wat het derde deel doet zal ik niet zeggen, dan verklap ik al te veel. Hoewel de vertaling vanuit het Japans naar het Engels hier en daar te kort schiet is Fate/Stay Night een prachtig modern epos over de innerlijke strijd tussen idealisme en cynisme in de mens. Je bent er niet ‘zo doorheen’ maar het is het lezen zeker waard. Maar helaas, zo veel visuele novelles zijn er niet, lang niet alle visuele novelles zijn goed, en het merendeel van de weinigen die naar het Engels vertaald zijn werkt niet goed. Wat mij betreft mag dit medium daarom het liefst gisteren geïmporteerd naar Europa worden.
Japanofilie?
Tijdens het schrijven van dit artikel kwam de vraag bij me opborrelen of ik wel echt iets aan het schrijven was over Japanofilie. Ik begon tenslotte over een modebeweging die protesteert tegen de uniformiteit van de Japanse maatschappij, om vervolgens te spreken over een rockband die ageerde tegen het Japanse taboe op emotie, daarna ging ik verder over een hobby waar in Japan eigenlijk op neer gekeken wordt en bekritiseerde ik Japanse wetten. Ik ben eigenlijk helemaal geen Japanofiel als daarmee bedoeld wordt dat ik alles dat Japans is liefheb. Otaku die wel pretenderen vooral van Japan houden moeten naar mijn mening ook toegeven dat ze eerder houden van dingen die toevallig uit Japan komen. Natuurlijk is Japan een mooi en interresant land met veel geschiedenis, maar obsessieve liefde voor welk land dan ook is iets voor nazi’s en slecht geïnformeerde mensen.
De rode draad door dit artikel is dan ook niet Japan, maar de drang van ‘otaku’ om op allerlei manieren aan de werkelijkheid te ontsnappen. Dat de middelen die hiervoor gebruikt worden vooral Japans zijn zegt slechts iets over hoe men op die drang inspeelt. Let wel: dit is mijn persoonlijke mening. De meeste mensen die iets over dit onderwerp vertellen zullen wel van mening zijn dat de obsessie door Japanse popcultuur onder jongeren in ’t westen een vorm van Japanofilie is. Wat doen jullie lezers met deze cultuur die ik jullie heb voorgeschoteld? Spuug het uit, spoel het snel weg met water, gooi het terug in de pan, schuif het naast je bord, doe wat u er mee doen wilt. Maar mensen, proef er vooral van!
MDV
*) Ontsnapping
vrijdag 17 september 2010
Shariah
"If shariah is thus viewed as an alien legal system hostile to and in contravention of the U.S. Constitution, and as one which dictates both violent and non-violent means to a capable audience ready to act imminently, then logically, those who seek to establish shariah in America – whether by violent means or by stealth – can be said to be engaged in criminal sedition, not the protected practice of a religion."
Hoeiboei: Shariah, the threat to the American Constitution.
Hoeiboei: Shariah, the threat to the American Constitution.
dinsdag 14 september 2010
Komt hier met het nieuwe kabinet een einde aan?
"Verkiezingsfraude, steun aan illegale oorlogen, onderwijs en zorg zijn totaal verneukt, wegen storten in, treinen rijden als wrakken rond, miljardenschade door linkse hobby's, onterechte kapitaalinjecties voor banken, rassenrellen, politie en justitie die de boel niet meer in de hand houden, keer op keer belastingverhogingen, gelogen klimaathysterie om extra ontwikkelingshulp te geven, 350 miljard staatsschuld in 2010, tienduizenden criminele buitenlandse profiteurs die Nederland onveilig maken, generale pardonnen onder valse voorwendselen, politieke processen, privacyschendende maatregelen als veredelde jodensterren identificatiebewijzen en vingerafdrukken in paspoorten, opslag van alle gegevens in ruim 150 verschillende databases en een compleet ontwrichte maatschappij waarin diverse groepen elkaar naar het leven staan. Zie hier een bij lange na niet uitputtende opsomming van wat de laatste tijd allemaal aan linkse socialistische ratten te wijten is."
Zie Misdefinitie: "Draaikonten en Hielenlikken"
Zie Misdefinitie: "Draaikonten en Hielenlikken"
maandag 13 september 2010
Ik had twee koeien
Ingezonden.
Ik had twee koeien. Ja, ik HAD twee koeien. Ik heb die laten verdrinken in een sloot, niet zo ver van waar ik woon. Beu was ik ze, beu zeg ik u! Ik was eens op stap met die twee koeien. Twee Vlaamse koeien. Niet zo ver van waar ik woon. U weet wel, de ene laat zijn hond uit, de andere bindt een leiband om de nek van een schaap, dus waarom zou het niet met twee koeien kunnen?
De ene liet drek achter midden op een smal baantje ergens ter hoogte van dat stomme dorp waar eigenlijk slechts van die stereotiepe, achterlijke, boerse mensen wonen. Om nog maar te zwijgen over het begrip "mensen".
Een auto of twee achter mij. Uiteraard heftig aan het claxonneren. Of het nog niet genoeg was moest die ene wagen per se in de stront rijden. Ik zei natuurlijk niets. Waarom zou ik? Ik zou het liefste van al nog rondlopen in een wereld met enkel en alleen... twee koeien. Geen verkeer, geen zure mensen, niks van dat! Alleen ik en mijn twee koeien. Als ik er terug over nadenk schaam ik me er echt voor. We waren een paar honderd meter verder en opeens wou de ene koe niet meer mee. Er stond namelijk een grensbord dat aankondigde dat men de Belgische taalgrens overschrijdt. Ik vroeg waarom de koe het vertikte om door te lopen. "Weet je wat," zei hij, "gaan jullie maar verder. Ik maak rechtsomkeer, mij zie je niet in dat apenland van een Wallonië." Ik zei dat ik het flauw van haar vond en ging verder met de andere koe. "Koe!" riep ik de immer staan blijvende koe toe. "Als je bij de pakken blijft zitten geraken we gewoon nergens." De koe lachte me uit en zei vervolgens: "Doe jezelf en mij een plezier en maak ook rechtsomkeer, we vinden wel een andere wandelroute." Ik begon geïrriteerd te worden. "Jouw zin, maar ik ga verder, mét of zonder jou..."
Een paard in de aangrenzende wei, op Franstalig grondgebied had het dispuut opgemerkt en zei tegen me: "De koe heeft wel een punt. Nu geen zin, nooit meer zin. Als je werkelijk iets wilt veranderen aan die gedachte, moet je haar slaan met een zweep, zodat ze wél in de pas loopt en wél naar jou luistert. Maar persoonlijk wil ik echt niet samenwerken op die manier. Koeien en mensen? Het gaat gewoon niet samen. Laat staan een samenwerking met paarden. Goh, geen denken aan!" Ik stond verbluft van het feit dat het Franstalige paard kon praten. Een paard? Praten? Verdorie, dat maak je niet gemakkelijk mee in een leven. Misschien had hij wel gelijk, die hengst. Maar neen, hij kletste maar wat uit zijn nek. "Samenwerken met paarden is echter geven en nemen," zei het, "Koeien en mensen zijn gelijken. Zij bezien paarden als dieren die zodanig opgefokt moeten worden om vanalles te doen: last trekken, bereden worden, noem maar op, dat ze er gewoon dood bij neervallen. Een koe en een mens hebben dat lekkere leventje. Ze maffen, ze werken een beetje, ze vreten en ze maffen terug. Kan ik niet zeggen over mezelf hoor. Daarom verwacht ik ook een beetje een verdienste van jullie kant voor ons paarden. Een lichte vergelding voor ons die werkloos zijn gevallen in verschillende branches. Hoeveel mijnen moesten ze wel niet sluiten omwille van het verschuiven van het economisch centrum naar Vlaanderen? Hoeveel fabrieken werden wel niet geautomatiseerd door de opkomst van betere technologie? Wij vielen wel zonder werk hoor, beseffen jullie dat eigenlijk wel? Dan is het toch zeker wel normaal dat wij jullie vragen om een beetje bij te dragen aan onze schamele lonen en pensioenen."
De andere Vlaamse koe werd zo geërgerd over de uitspraken van het paard, dat zij fel begon te reageren. "Dikke flauwekul, paard! Jij hebt je altijd hoogmoedig gedragen tegenover ons. In het begin af aan was de taal jouw taal en niet de onze. Jij was de rijke bovenlaag die óns aanzag als de boerenkinkels en de werkers. Jullie hielden ons bewust dom, omdat jullie wisten dat wij in de meerderheid waren en dat mits wat meer kennis van onze bevolking een nakende revolutie zou komen. Tegen jou moesten we U zeggen. Naar jou moesten we opkijken. Jullie moesten we op handen dragen opdat jullie niet in de vieze modder van ons zouden moeten ploeteren. Zwijgen en werken. Of liever, zwoegen en sterven. Is het niet godgeklaagd dat jullie nu over ons klagen, terwijl wij al sinds 1830 over jullie zeuren? En kom al zeker niet met het argument af dat jullie zonder geld en werk zitten. Het is jullie verdomde eigen schuld. Wij kunnen er toch ook niet aan doen dat jullie geen organisatie hebben in de economie? Los het maar zelf op, of waarvoor dient die regering van jullie dan? Och, mij is het wat te veel. Ik keer terug samen met mijn vriendin die op Vlaamse zijde staat te wachten. Kom jij ook mee?"
De koe had iets insisterends in haar blik die zij secondenlang op mij aan het richten was. Ik gaf echter niet toe op dat aandringen: "Genoeg! Denk maar niet dat ik je zal volgen. Het is altijd weer dat zelfde liedje. Hoe is het toch mogelijk dat een onschuldige wandeling telkens weer uitloopt op een hevig steekspel? Kom gewoon mee over de grens en dan vinden we wel een café waar we even tot rust kunnen komen.” Het bleef even stil. De koe aan de Vlaamse kant keek twijfelend naar me. “Waarom wil je nu per se dat ik met jullie over grens ga? Is het gras soms groener aan de overkant misschien? Jij lijkt me een dikke overloper.” Ik werd het zat. “Nog eens een grote mond opzetten ook? Wel wel. Ik dacht dat ik jullie wel eens eindelijk kon overhalen om de stap naar deftig overleg te zetten, maar blijkbaar is dat plannetje mislukt. Kijk hè, ik doe het wel alleen. Paard, met alle respect hoor, maar die toegevingen kunnen niet blijven duren. Ten eerste moet dat onderwijs van jullie aangepakt worden. Geen behoorlijk onderwijs, geen behoorlijke toekomst.”
- “En wat versta je dan onder ‘behoorlijk’?” vroeg het paard.
“Behoorlijk wil zeggen goed genoeg onderwijs om tenminste evenwaardige capaciteiten te creëren bij afgestudeerden. Het kan toch niet dat jullie Nederlands als keuzevak hebben op de middelbare school, terwijl Vlamingen Frans op een niveau spreken waar zelfs jullie niet aan kunnen tippen? En er zijn echt te veel zaken om op te noemen. Als Vlaanderen nu echt had gewild, was het al lang onafhankelijk. Reken daar maar op. Wij, of ik althans, proberen discussies te voeren die allemaal voor jullie goedbedoeld zijn. Maar als de tegenkanting van beide partijen komt, dan kan ik helaas niet veel meer helpen. Ik wil niet leven in een land in ruzie met zichzelf, terwijl het zich reeds lang had moeten concentreren om de zaken die van belang hebben voor het volk. Pensioensparen, economie in het algemeen, hoe de werkloosheid bij jongeren aanpakken enzovoort. Neen, steeds weer over staatshervormingen, staatsbegrotingen, zich bekommeren om de EU in plaats van het Belgische volk zelf… Precies dat het alleen maar gaat om de politici, de staat, de koning, alles behalve het volk, dat ondertussen bijzaak is geworden. Daar gaan we toch niet voor? De Vlaamse zijde is ook niet de goeie zijde, neem dat van mij aan. Maar dat eeuwige gekibbel om wie nu de eervolste is is het laatste wat men kan verwachten van goede politici en ministers. Zij zijn het gezag niet. Wij, het gewone volk, zijn dat. Wij beslissen. En wij eisen dat dat gedaan is. We zijn het beu. We zijn die kortzichtige koeien beu, maar we zijn ook die tegendraadse paarden beu. De koeien brengen het zover dat er intern wordt geruzied, de paarden willen alleen maar toegevingen die ze niet krijgen, waarna ze ook aftrappen. Het is het niet waard. Die egotrippers moeten eens allemaal luisteren naar het volk in plaats van bureaucraatje te spelen en de mensen ondertussen de schatkist te laten opvullen. Ik haat het om mezelf Belg te noemen. Ik haat het om mezelf een Vlaming te noemen. Ik wil niet meedraaien in een maatschappij die constant om de tuin wordt geleid door verloren beloftes. Ik wil niet functioneren in een maatschappij die intern zo verbitterd is dat het absolute nulpunt al een aangename temperatuur is. Mij mag je vergeten, paard. Ik wil het beste voor jullie allemaal, maar als ik de kans niet krijg om iets aan die eigenwijze gedachten te veranderen, dan wil ik mezelf de verdere moeite besparen en geniet ik van de rest van mijn leven maar zonder jullie. Saluut en de kost.”
Er klonk gegiechel van de beide koeien, die beiden reeds aan de Vlaamse zijde stonden. Het Franstalige paard deed alsof het niets gehoord had en graasde met zijn rug tegen mij gekeerd, alsof het nooit tegen mij gesproken had. De twee koeien genoten van mijn ergernis, omdat hun gevoel van humor zo verdraaid ziekelijk was. Het zat er immers ingepeperd: denk anders, denk verkeerd, reken maar op geen steun. De maatschappelijke gedachtegang.
Intelligent is anders. Wie had zulke nietsnutten nu nodig? Nietsnutten waren het! Ik liep terug over de grens en liet het Franstalig gedeelte achter mij. De koeien volgden me en hadden nog steeds binnenpretjes. Even verder spande een kleine brug zich over een brede sloot. De sloot zag er diep uit en was ommuurd door een wal van ongeveer een meter hoog. Daar kon je niet gemakkelijk uit als je niet zwemmen kon. Het bracht me op een idee. Ik veinsde dat ik iets in het water zag liggen, naderde voorzichtig de oever en deed heel geheimzinnig. Vrijwel onmiddellijk kwamen de twee koeien nieuwsgierig kijken en bogen hun koppen over het water om erover te turen. Ik deinsde naar achter en mepte zo hard ik kon op hun achterwerk. De koeien schrikten wild, verloren hun evenwicht en stortten de sloot in. Ik bleef er niet op staan te kijken. Naar huis wilde ik.
In het taxiënde vliegtuig zag ik de typische bagageautootjes rondzoeven van en naar de vliegtuigen. Ik glimlachte om de zakenmensen die ongeduldig zaten te wachten op de boarding van hun vlucht, keurig met hun aktetassen op het zitje naast hen. Hoe zouden zij het gaan uitleggen aan hun multinationals dat hun land overhoop ligt. Zouden zij met een opgewekte stem trots zeggen dat ze Belg zijn? Geen idee.
Het vliegtuig was reeds snelheid aan het nemen op de taxibaan. Het steeg op en voordat het volledig werd omhuld met zware, dikke regenwolken, ving ik nog wat glimpen op van het land. Een beetje grijs. Daarna volledig wit.
Ik had twee koeien. Ja, ik HAD twee koeien. Ik heb die laten verdrinken in een sloot, niet zo ver van waar ik woon. Beu was ik ze, beu zeg ik u! Maar ik heb hen achtergelaten. Ik begin een nieuw hoofdstuk in mijn leven zonder die zorgen. Want ik vertrek naar een onbekend oord waar die problemen niet voorkomen. Problemen zal ik wel nog steeds hebben, maar dan wel fijne problemen. Problemen die discussies waard zijn.
Door CartoonistHenning. Zie Mensa Rerum
Ik had twee koeien. Ja, ik HAD twee koeien. Ik heb die laten verdrinken in een sloot, niet zo ver van waar ik woon. Beu was ik ze, beu zeg ik u! Ik was eens op stap met die twee koeien. Twee Vlaamse koeien. Niet zo ver van waar ik woon. U weet wel, de ene laat zijn hond uit, de andere bindt een leiband om de nek van een schaap, dus waarom zou het niet met twee koeien kunnen?
De ene liet drek achter midden op een smal baantje ergens ter hoogte van dat stomme dorp waar eigenlijk slechts van die stereotiepe, achterlijke, boerse mensen wonen. Om nog maar te zwijgen over het begrip "mensen".
Een auto of twee achter mij. Uiteraard heftig aan het claxonneren. Of het nog niet genoeg was moest die ene wagen per se in de stront rijden. Ik zei natuurlijk niets. Waarom zou ik? Ik zou het liefste van al nog rondlopen in een wereld met enkel en alleen... twee koeien. Geen verkeer, geen zure mensen, niks van dat! Alleen ik en mijn twee koeien. Als ik er terug over nadenk schaam ik me er echt voor. We waren een paar honderd meter verder en opeens wou de ene koe niet meer mee. Er stond namelijk een grensbord dat aankondigde dat men de Belgische taalgrens overschrijdt. Ik vroeg waarom de koe het vertikte om door te lopen. "Weet je wat," zei hij, "gaan jullie maar verder. Ik maak rechtsomkeer, mij zie je niet in dat apenland van een Wallonië." Ik zei dat ik het flauw van haar vond en ging verder met de andere koe. "Koe!" riep ik de immer staan blijvende koe toe. "Als je bij de pakken blijft zitten geraken we gewoon nergens." De koe lachte me uit en zei vervolgens: "Doe jezelf en mij een plezier en maak ook rechtsomkeer, we vinden wel een andere wandelroute." Ik begon geïrriteerd te worden. "Jouw zin, maar ik ga verder, mét of zonder jou..."
Een paard in de aangrenzende wei, op Franstalig grondgebied had het dispuut opgemerkt en zei tegen me: "De koe heeft wel een punt. Nu geen zin, nooit meer zin. Als je werkelijk iets wilt veranderen aan die gedachte, moet je haar slaan met een zweep, zodat ze wél in de pas loopt en wél naar jou luistert. Maar persoonlijk wil ik echt niet samenwerken op die manier. Koeien en mensen? Het gaat gewoon niet samen. Laat staan een samenwerking met paarden. Goh, geen denken aan!" Ik stond verbluft van het feit dat het Franstalige paard kon praten. Een paard? Praten? Verdorie, dat maak je niet gemakkelijk mee in een leven. Misschien had hij wel gelijk, die hengst. Maar neen, hij kletste maar wat uit zijn nek. "Samenwerken met paarden is echter geven en nemen," zei het, "Koeien en mensen zijn gelijken. Zij bezien paarden als dieren die zodanig opgefokt moeten worden om vanalles te doen: last trekken, bereden worden, noem maar op, dat ze er gewoon dood bij neervallen. Een koe en een mens hebben dat lekkere leventje. Ze maffen, ze werken een beetje, ze vreten en ze maffen terug. Kan ik niet zeggen over mezelf hoor. Daarom verwacht ik ook een beetje een verdienste van jullie kant voor ons paarden. Een lichte vergelding voor ons die werkloos zijn gevallen in verschillende branches. Hoeveel mijnen moesten ze wel niet sluiten omwille van het verschuiven van het economisch centrum naar Vlaanderen? Hoeveel fabrieken werden wel niet geautomatiseerd door de opkomst van betere technologie? Wij vielen wel zonder werk hoor, beseffen jullie dat eigenlijk wel? Dan is het toch zeker wel normaal dat wij jullie vragen om een beetje bij te dragen aan onze schamele lonen en pensioenen."
De andere Vlaamse koe werd zo geërgerd over de uitspraken van het paard, dat zij fel begon te reageren. "Dikke flauwekul, paard! Jij hebt je altijd hoogmoedig gedragen tegenover ons. In het begin af aan was de taal jouw taal en niet de onze. Jij was de rijke bovenlaag die óns aanzag als de boerenkinkels en de werkers. Jullie hielden ons bewust dom, omdat jullie wisten dat wij in de meerderheid waren en dat mits wat meer kennis van onze bevolking een nakende revolutie zou komen. Tegen jou moesten we U zeggen. Naar jou moesten we opkijken. Jullie moesten we op handen dragen opdat jullie niet in de vieze modder van ons zouden moeten ploeteren. Zwijgen en werken. Of liever, zwoegen en sterven. Is het niet godgeklaagd dat jullie nu over ons klagen, terwijl wij al sinds 1830 over jullie zeuren? En kom al zeker niet met het argument af dat jullie zonder geld en werk zitten. Het is jullie verdomde eigen schuld. Wij kunnen er toch ook niet aan doen dat jullie geen organisatie hebben in de economie? Los het maar zelf op, of waarvoor dient die regering van jullie dan? Och, mij is het wat te veel. Ik keer terug samen met mijn vriendin die op Vlaamse zijde staat te wachten. Kom jij ook mee?"
De koe had iets insisterends in haar blik die zij secondenlang op mij aan het richten was. Ik gaf echter niet toe op dat aandringen: "Genoeg! Denk maar niet dat ik je zal volgen. Het is altijd weer dat zelfde liedje. Hoe is het toch mogelijk dat een onschuldige wandeling telkens weer uitloopt op een hevig steekspel? Kom gewoon mee over de grens en dan vinden we wel een café waar we even tot rust kunnen komen.” Het bleef even stil. De koe aan de Vlaamse kant keek twijfelend naar me. “Waarom wil je nu per se dat ik met jullie over grens ga? Is het gras soms groener aan de overkant misschien? Jij lijkt me een dikke overloper.” Ik werd het zat. “Nog eens een grote mond opzetten ook? Wel wel. Ik dacht dat ik jullie wel eens eindelijk kon overhalen om de stap naar deftig overleg te zetten, maar blijkbaar is dat plannetje mislukt. Kijk hè, ik doe het wel alleen. Paard, met alle respect hoor, maar die toegevingen kunnen niet blijven duren. Ten eerste moet dat onderwijs van jullie aangepakt worden. Geen behoorlijk onderwijs, geen behoorlijke toekomst.”
- “En wat versta je dan onder ‘behoorlijk’?” vroeg het paard.
“Behoorlijk wil zeggen goed genoeg onderwijs om tenminste evenwaardige capaciteiten te creëren bij afgestudeerden. Het kan toch niet dat jullie Nederlands als keuzevak hebben op de middelbare school, terwijl Vlamingen Frans op een niveau spreken waar zelfs jullie niet aan kunnen tippen? En er zijn echt te veel zaken om op te noemen. Als Vlaanderen nu echt had gewild, was het al lang onafhankelijk. Reken daar maar op. Wij, of ik althans, proberen discussies te voeren die allemaal voor jullie goedbedoeld zijn. Maar als de tegenkanting van beide partijen komt, dan kan ik helaas niet veel meer helpen. Ik wil niet leven in een land in ruzie met zichzelf, terwijl het zich reeds lang had moeten concentreren om de zaken die van belang hebben voor het volk. Pensioensparen, economie in het algemeen, hoe de werkloosheid bij jongeren aanpakken enzovoort. Neen, steeds weer over staatshervormingen, staatsbegrotingen, zich bekommeren om de EU in plaats van het Belgische volk zelf… Precies dat het alleen maar gaat om de politici, de staat, de koning, alles behalve het volk, dat ondertussen bijzaak is geworden. Daar gaan we toch niet voor? De Vlaamse zijde is ook niet de goeie zijde, neem dat van mij aan. Maar dat eeuwige gekibbel om wie nu de eervolste is is het laatste wat men kan verwachten van goede politici en ministers. Zij zijn het gezag niet. Wij, het gewone volk, zijn dat. Wij beslissen. En wij eisen dat dat gedaan is. We zijn het beu. We zijn die kortzichtige koeien beu, maar we zijn ook die tegendraadse paarden beu. De koeien brengen het zover dat er intern wordt geruzied, de paarden willen alleen maar toegevingen die ze niet krijgen, waarna ze ook aftrappen. Het is het niet waard. Die egotrippers moeten eens allemaal luisteren naar het volk in plaats van bureaucraatje te spelen en de mensen ondertussen de schatkist te laten opvullen. Ik haat het om mezelf Belg te noemen. Ik haat het om mezelf een Vlaming te noemen. Ik wil niet meedraaien in een maatschappij die constant om de tuin wordt geleid door verloren beloftes. Ik wil niet functioneren in een maatschappij die intern zo verbitterd is dat het absolute nulpunt al een aangename temperatuur is. Mij mag je vergeten, paard. Ik wil het beste voor jullie allemaal, maar als ik de kans niet krijg om iets aan die eigenwijze gedachten te veranderen, dan wil ik mezelf de verdere moeite besparen en geniet ik van de rest van mijn leven maar zonder jullie. Saluut en de kost.”
Er klonk gegiechel van de beide koeien, die beiden reeds aan de Vlaamse zijde stonden. Het Franstalige paard deed alsof het niets gehoord had en graasde met zijn rug tegen mij gekeerd, alsof het nooit tegen mij gesproken had. De twee koeien genoten van mijn ergernis, omdat hun gevoel van humor zo verdraaid ziekelijk was. Het zat er immers ingepeperd: denk anders, denk verkeerd, reken maar op geen steun. De maatschappelijke gedachtegang.
Intelligent is anders. Wie had zulke nietsnutten nu nodig? Nietsnutten waren het! Ik liep terug over de grens en liet het Franstalig gedeelte achter mij. De koeien volgden me en hadden nog steeds binnenpretjes. Even verder spande een kleine brug zich over een brede sloot. De sloot zag er diep uit en was ommuurd door een wal van ongeveer een meter hoog. Daar kon je niet gemakkelijk uit als je niet zwemmen kon. Het bracht me op een idee. Ik veinsde dat ik iets in het water zag liggen, naderde voorzichtig de oever en deed heel geheimzinnig. Vrijwel onmiddellijk kwamen de twee koeien nieuwsgierig kijken en bogen hun koppen over het water om erover te turen. Ik deinsde naar achter en mepte zo hard ik kon op hun achterwerk. De koeien schrikten wild, verloren hun evenwicht en stortten de sloot in. Ik bleef er niet op staan te kijken. Naar huis wilde ik.
In het taxiënde vliegtuig zag ik de typische bagageautootjes rondzoeven van en naar de vliegtuigen. Ik glimlachte om de zakenmensen die ongeduldig zaten te wachten op de boarding van hun vlucht, keurig met hun aktetassen op het zitje naast hen. Hoe zouden zij het gaan uitleggen aan hun multinationals dat hun land overhoop ligt. Zouden zij met een opgewekte stem trots zeggen dat ze Belg zijn? Geen idee.
Het vliegtuig was reeds snelheid aan het nemen op de taxibaan. Het steeg op en voordat het volledig werd omhuld met zware, dikke regenwolken, ving ik nog wat glimpen op van het land. Een beetje grijs. Daarna volledig wit.
Ik had twee koeien. Ja, ik HAD twee koeien. Ik heb die laten verdrinken in een sloot, niet zo ver van waar ik woon. Beu was ik ze, beu zeg ik u! Maar ik heb hen achtergelaten. Ik begin een nieuw hoofdstuk in mijn leven zonder die zorgen. Want ik vertrek naar een onbekend oord waar die problemen niet voorkomen. Problemen zal ik wel nog steeds hebben, maar dan wel fijne problemen. Problemen die discussies waard zijn.
Door CartoonistHenning. Zie Mensa Rerum
zondag 12 september 2010
Huishoudelijk bericht
Vandaag is de beheerder dezer blog verjaard geraakt, en is de taart al geleverd.
Dat er nog vele jaren bij mogen komen!
Roye7777777 en CartoonistHenning
Dat er nog vele jaren bij mogen komen!
Roye7777777 en CartoonistHenning
maandag 6 september 2010
Demonstratie voor de vrijheid van meningsuiting op 30 oktober
Het European Freedom Initiative heeft een demonstratie gepland voor 30 oktober van 14:00-17:00 ’s middags op het Museumplein in Amsterdam.
Deze demonstratie zal staan in het teken van de vrijheid voor meningsuiting, vooral om te protesteren tegen de rechtszaak van Geert Wilders. Het EFI wil bovendien waarschuwen tegen het insluipende gevaar van de uitvoering van de sharia wetgeving in Europa : een bedreiging voor de mensenrechten.
Organisatie : European Freedom Initiative*
Datum : 30 oktober 2010
Plaats : Museumplein, Amsterdam (Holland)
Time : 14:00-17:00
Kontakt: dutchdefenceleague.nl
*Het European Freedom Initiative is een overkoepelende organisatie met onder andere de volgende organisaties:
ICLA (Internationaal),
BPE (Burgerbeweging Pax Europa),
Politically Incorrect (Duitsland),
EDL (Engeland),
LDF (Frankrijk),
SITA (Frankrijk),
DDL (Holland),
Mission Europa – Netzwerk Karl Martell (Oostenrijk),
Una Via per Oriana (Italië),
Amsterdampost (Holland)
en vele andere.
zaterdag 4 september 2010
Tweede poging republikeinse straatborrel in Parijs
"Het rommelt in Frankrijk. Steeds meer mensen hebben schoon genoeg van de islamisering en de kruiperij van de hypocriete “soixante-huitards”, zoals Eric Zemmour de multiculturalisten en diversiteitskwebbelaars noemt.
Uit protest tegen de invasie van zeloten en de ruggegraatloosheid van de autoriteiten, hadden bewoners van Parijs in juni jongstleden een Grote Straatborrel georganiseerd in Rue Myrha, dat iedere vrijdag wordt geannexeerd door midden op straat biddende godsdienstwaanzinnigen."
Deze straatborrel werd echter door de autoriteiten verboden.
"Dit krijgt nu een vervolg op 4 september aanstaande. De Franse Republikeinse verzetsbeweging (Résistance Républicaine) eist om te beginnen dat alle partijen, verenigingen en organisaties die de sharia propageren in de ban worden gedaan. Ook willen ze dat de Franse moslimraad de sharia onomwonden afwijst. Om dit kracht bij te zetten wordt alsnog een Grote Borrel georganiseerd, en niet alleen in Parijs..."
voor informatie over deze bijeenkomst vandaag houd ik me graag aanbevolen.
Uit protest tegen de invasie van zeloten en de ruggegraatloosheid van de autoriteiten, hadden bewoners van Parijs in juni jongstleden een Grote Straatborrel georganiseerd in Rue Myrha, dat iedere vrijdag wordt geannexeerd door midden op straat biddende godsdienstwaanzinnigen."
Deze straatborrel werd echter door de autoriteiten verboden.
"Dit krijgt nu een vervolg op 4 september aanstaande. De Franse Republikeinse verzetsbeweging (Résistance Républicaine) eist om te beginnen dat alle partijen, verenigingen en organisaties die de sharia propageren in de ban worden gedaan. Ook willen ze dat de Franse moslimraad de sharia onomwonden afwijst. Om dit kracht bij te zetten wordt alsnog een Grote Borrel georganiseerd, en niet alleen in Parijs..."
voor informatie over deze bijeenkomst vandaag houd ik me graag aanbevolen.
dinsdag 31 augustus 2010
Het liberaal-islamistisch verbond
The liberal-islamist alliance:
"..... In the name of fighting racism, the media has been unapologetically racist. In the name of tolerance, it has been wickedly intolerant. In the name of preventing persecution, it has turned a blind eye to ethnic cleansing and genocide by Muslims-- while provoking and perpetuating Muslim separatist conflicts In Asia, Europe and the Middle East. And tricking the American public into a war on behalf of one such separatist group under false pretenses. These are crimes. More than that, these are the actions of bigots whose biases are rigid and fixed, and who like the Nazis, use a political ideology as the basis for valuing some lives below those of others, based on ethnic and religious criteria."
Zie Sultan Knish, een blog van Daniel Greenfield
"..... In the name of fighting racism, the media has been unapologetically racist. In the name of tolerance, it has been wickedly intolerant. In the name of preventing persecution, it has turned a blind eye to ethnic cleansing and genocide by Muslims-- while provoking and perpetuating Muslim separatist conflicts In Asia, Europe and the Middle East. And tricking the American public into a war on behalf of one such separatist group under false pretenses. These are crimes. More than that, these are the actions of bigots whose biases are rigid and fixed, and who like the Nazis, use a political ideology as the basis for valuing some lives below those of others, based on ethnic and religious criteria."
Zie Sultan Knish, een blog van Daniel Greenfield
dinsdag 24 augustus 2010
Demonstratie tegen de voorgenomen steniging van de Iranese Sakineh Mohammadi
The day I was flogged in front of [my son] Sajjad, I was crushed and my dignity and heart were broken.
The day I was given the stoning sentence, it was as if I fell into a deep hole and I lost consciousness.
Many nights, before sleeping, I think to myself how can anybody be prepared to throw stones at me; to aim at my face and hands? Why?
I thank all of you from Tabriz Prison.
.... tell everyone that I’m afraid of dying. Help me stay alive and hug my children.”
Op zaterdag 28 augustus 2010 vinden er in 100 steden demonstraties plaats tegen de voorgenomen steniging van de Iranese Sakineh Mohammadi Ashtiani en de barbaarse en onmenselijke steniging in het algemeen.
Ook in Amsterdam vindt er op zaterdag 28 augustus een protestactie plaats, beginnend om 14:00 uur op het Beursplein.
Voor meer informatie zie Hoeiboei
pseudosociologisch gezwam van Nordholt
Ex-commissaris Nordholt ontpopt zich in zijn vrije tijd als liefhebberend socioloog en spuit 30 jaar oude bakerpraatjes en gemeenplaatsen.
In de Telegraaf van vandaag een interview met de zeventigjarige, Na een kolom gemeenplaatsen in de trant van: het is nu eenmaal zo, komt zijn analyse: hij wijt het toenemend geweld en agressie voornamelijk aan het gebruik van "drank, verdovende middelen en pepmiddelen" (wat bedoelt hij pepmiddelen? Koffie? Coca Cola? Energiedrankjes?). Onbekend objectNa deze volkomen uit de lucht gegrepen conclusie (want is het gebruik van drank en verdovende middelen niet eerder een bijkomend verschijnsel en versterking van een diepere oorzaak ipv een direkte oorzaak zelf?)
In één argument heeft hij wel gelijk: de opvoeding speelt een grote rol. Maar halverwege zijn artikel komt hij dan tot de werkelijke oorzaak van alle misère:
De oorzaak van de totale verwording waar de maatschappij momenteel aan onderhevig is voornamelijk te danken aan het feit dat kinderen vereenzamen, nu de ouders vaak (noodgedwongen) twee banen hebben en vanwege o.a. zorgen voor de hypotheek minder aandacht hebben voor hun kinderen en geen tijd meer zouden hebben om aan hun kinderen te besteden. En zo verbindt hij het gedrag van Marokkanen tegenover Homo's moeiteloos impliciet vooral de autochtone, hardwerkende bevolking. Hoe hij plotseling tot zijn gedachtesprong komt is volkomen onduidelijk, maar we hebben u te pakken hoor geachte Telegraaflezer: het is allemaal uw schuld natuurlijk en die van uw ouders, die zich een slag in de rondte moesten werken om rond te komen en u ook, om o.a. de opleiding van uw kinderen te betalen.
Nu kan men van een ex-commissaris niet beweren dat hij dom is, dus moet hij wel glashard staan te liegen. Met welk doel? Waarom wil hij de schuld bij de slachtoffers leggen? Waarom verkoopt hij zulke nietszeggende en misleidende kletspraat? Wat heeft hij te verliezen door de waarheid te zeggen? Is dat zijn decennialange beroepsdeformatie als politieman met de linkse catechismus in de hand, waarin staat, dat (vooral autochtone) slachtoffers eigenlijk de daders zijn, aangezien we een volk zijn van verkeerd opgevoede, oud-kolonialen, racisten en xenofoben?
De misdaadcijfers zowel als eenieders dagelijkse ervaring tonen aan, dat de straatcriminaliteit, de verharde atmosfeer in het dagelijks leven voor het grootste deel te wijten is aan de decennia-durende instroom van analfabete kanslozen, die geen enkele binding met en interesse voor Nederland en de Nederlandse bevolking hebben en de daardoor afgenomen (grotendeels al verwoeste) sociale cohesie, segregatie en polarisatie in Nederland. Dhr. Nordholt heeft blijkbaar 30 jaar geleden voor het laatst nagedacht, toen Nederland nog in de ban was van de hippie-laissez-faire opvoeding.
Het punt is: Nederland is (en wordt nog steeds) van hogerhand kapot gemaakt, met name door de linkse politiek met zijn weg-met-ons-en-vooral-de-zelfstandigen politiek. Het zijn niet de kinderen van ouders met twee banen, die Amsterdam tot een Wild-Weststad hebben gemaakt, waar internationale gangsters naartoe komen om hun schulden te vereffenen en een hele generatie opgroeit om zoveel mogelijk barbarij op de samenleving los te laten en met name om de Nederlanders, hun land, levenswijzen en ideeën intens te haten danwel te minachten. Het zijn niet de hardwerkende burgers die het sociale klimaat in Nederland verziekt hebben wardoor je kans loopt om een ritje met de tram of bus of een wandeling door een park met je leven te moeten bekopen. Het zijn niet deze kinderen die gewapende roofovervallen op tabakszaken plegen en het zijn niet die kinderen, die in groepen mot zoeken en voorbijgangers aftuigen dan wel in de rug of de nek steken. (Vraag eens aan een Spanjaard welk volk er altijd bekend stond als messentrekkers.)
Wie voeren de lijsten aan van de misdaadcijfers in Nederland? Wie zijn er dagelijks in het nieuws voor de barbaarse mishandelingen en berovingen op straat? Nordholt moet dat als ex-topman bij de politie beter weten dan wie dan ook. Dat zijn niet de kinderen van ouders met twee banen en een hoge hypotheek. Hoogstens zullen de ouders daarvan radicaliseren door de wanhoop waar ze in komen, als ze door de staat steeds meer worden uitgeknepen, tegengewerkt en feitelijk als oorzaak van de problemen worden gebrandmerkt door zelfverklaarde nepsociologen als Nordholt.
Meneer Nordholt, ik wil u ook hierbij ook nog even mede bedanken voor de belabberde staat waar het Nederlandse (en dan vooral het Amsterdamse) politiekorps zich mede dankzij uw decennialange werk in bevindt. De zich aan de wet houdende burger is daardoor niet alleen met de toenemende misdaad en onveiligheid opgescheept, maar heeft een apparaat dat hem ten dienste moet staan zien veranderen in een even gevreesde vijand en medeplichtige aan die onveiligheid. Honderd keer meer gevreesd dan de kinderen van ouders met twee banen.
Ik wens u verder veel succes met uw oude dag en uw gezwets in de ruimte.
In de Telegraaf van vandaag een interview met de zeventigjarige, Na een kolom gemeenplaatsen in de trant van: het is nu eenmaal zo, komt zijn analyse: hij wijt het toenemend geweld en agressie voornamelijk aan het gebruik van "drank, verdovende middelen en pepmiddelen" (wat bedoelt hij pepmiddelen? Koffie? Coca Cola? Energiedrankjes?). Onbekend objectNa deze volkomen uit de lucht gegrepen conclusie (want is het gebruik van drank en verdovende middelen niet eerder een bijkomend verschijnsel en versterking van een diepere oorzaak ipv een direkte oorzaak zelf?)
In één argument heeft hij wel gelijk: de opvoeding speelt een grote rol. Maar halverwege zijn artikel komt hij dan tot de werkelijke oorzaak van alle misère:
De oorzaak van de totale verwording waar de maatschappij momenteel aan onderhevig is voornamelijk te danken aan het feit dat kinderen vereenzamen, nu de ouders vaak (noodgedwongen) twee banen hebben en vanwege o.a. zorgen voor de hypotheek minder aandacht hebben voor hun kinderen en geen tijd meer zouden hebben om aan hun kinderen te besteden. En zo verbindt hij het gedrag van Marokkanen tegenover Homo's moeiteloos impliciet vooral de autochtone, hardwerkende bevolking. Hoe hij plotseling tot zijn gedachtesprong komt is volkomen onduidelijk, maar we hebben u te pakken hoor geachte Telegraaflezer: het is allemaal uw schuld natuurlijk en die van uw ouders, die zich een slag in de rondte moesten werken om rond te komen en u ook, om o.a. de opleiding van uw kinderen te betalen.
Nu kan men van een ex-commissaris niet beweren dat hij dom is, dus moet hij wel glashard staan te liegen. Met welk doel? Waarom wil hij de schuld bij de slachtoffers leggen? Waarom verkoopt hij zulke nietszeggende en misleidende kletspraat? Wat heeft hij te verliezen door de waarheid te zeggen? Is dat zijn decennialange beroepsdeformatie als politieman met de linkse catechismus in de hand, waarin staat, dat (vooral autochtone) slachtoffers eigenlijk de daders zijn, aangezien we een volk zijn van verkeerd opgevoede, oud-kolonialen, racisten en xenofoben?
De misdaadcijfers zowel als eenieders dagelijkse ervaring tonen aan, dat de straatcriminaliteit, de verharde atmosfeer in het dagelijks leven voor het grootste deel te wijten is aan de decennia-durende instroom van analfabete kanslozen, die geen enkele binding met en interesse voor Nederland en de Nederlandse bevolking hebben en de daardoor afgenomen (grotendeels al verwoeste) sociale cohesie, segregatie en polarisatie in Nederland. Dhr. Nordholt heeft blijkbaar 30 jaar geleden voor het laatst nagedacht, toen Nederland nog in de ban was van de hippie-laissez-faire opvoeding.
Het punt is: Nederland is (en wordt nog steeds) van hogerhand kapot gemaakt, met name door de linkse politiek met zijn weg-met-ons-en-vooral-de-zelfstandigen politiek. Het zijn niet de kinderen van ouders met twee banen, die Amsterdam tot een Wild-Weststad hebben gemaakt, waar internationale gangsters naartoe komen om hun schulden te vereffenen en een hele generatie opgroeit om zoveel mogelijk barbarij op de samenleving los te laten en met name om de Nederlanders, hun land, levenswijzen en ideeën intens te haten danwel te minachten. Het zijn niet de hardwerkende burgers die het sociale klimaat in Nederland verziekt hebben wardoor je kans loopt om een ritje met de tram of bus of een wandeling door een park met je leven te moeten bekopen. Het zijn niet deze kinderen die gewapende roofovervallen op tabakszaken plegen en het zijn niet die kinderen, die in groepen mot zoeken en voorbijgangers aftuigen dan wel in de rug of de nek steken. (Vraag eens aan een Spanjaard welk volk er altijd bekend stond als messentrekkers.)
Wie voeren de lijsten aan van de misdaadcijfers in Nederland? Wie zijn er dagelijks in het nieuws voor de barbaarse mishandelingen en berovingen op straat? Nordholt moet dat als ex-topman bij de politie beter weten dan wie dan ook. Dat zijn niet de kinderen van ouders met twee banen en een hoge hypotheek. Hoogstens zullen de ouders daarvan radicaliseren door de wanhoop waar ze in komen, als ze door de staat steeds meer worden uitgeknepen, tegengewerkt en feitelijk als oorzaak van de problemen worden gebrandmerkt door zelfverklaarde nepsociologen als Nordholt.
Meneer Nordholt, ik wil u ook hierbij ook nog even mede bedanken voor de belabberde staat waar het Nederlandse (en dan vooral het Amsterdamse) politiekorps zich mede dankzij uw decennialange werk in bevindt. De zich aan de wet houdende burger is daardoor niet alleen met de toenemende misdaad en onveiligheid opgescheept, maar heeft een apparaat dat hem ten dienste moet staan zien veranderen in een even gevreesde vijand en medeplichtige aan die onveiligheid. Honderd keer meer gevreesd dan de kinderen van ouders met twee banen.
Ik wens u verder veel succes met uw oude dag en uw gezwets in de ruimte.
maandag 23 augustus 2010
Vertrouwen
Vertrouwt u mensen in het algemeen?
De mate waarin u anderen vertrouwt zal voornamelijk afhangen van uw ervaring. Wordt u vaak in uw vertrouwen beschaamd, dan zal uw vertrouwen minder worden. Uw vertrouwen in de mensen wordt dus bepaald door de mate van onbetrouwbaarheid van de mensen in uw omgeving, de mensen waar u mee te maken krijgt (inclusief die van uzelf als actieve deelnemer aan die gemeenschap: immers: zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten).
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft onderzoek gedaan naar de correlatie tussen nationaliteit en vertrouwen in de Europese landen (klik op link voor grafiek)
Hieruit zou blijken, dat Nederland hoog scoort, samen met Scandinavische en andere andere Europese landen. Turkije scoort er het laagste, met 14%
Maar aangezien vertrouwen dus een kwestie is van ervaring, dus van de mate waarin uw vertrouwen beschaamd ofwel u besodemieterd wordt, kan men dan niet uit deze cijfers afleiden, dat Turken ook inderdaad de meest onbetrouwbare mensen zijn uit de onderzochte landen?
Niet dat ik veel waarde hecht aan dit soort onderzoeken, behalve aan de geur van propaganda die eraan hangt en die al in de vraagstelling besloten ligt, maar is dit niet een bijzonder belasterend onderzoek?
Enfin: Turken vertrouwen elkaar voor geen meter. Terecht?
Met dank aan het CBS.
De mate waarin u anderen vertrouwt zal voornamelijk afhangen van uw ervaring. Wordt u vaak in uw vertrouwen beschaamd, dan zal uw vertrouwen minder worden. Uw vertrouwen in de mensen wordt dus bepaald door de mate van onbetrouwbaarheid van de mensen in uw omgeving, de mensen waar u mee te maken krijgt (inclusief die van uzelf als actieve deelnemer aan die gemeenschap: immers: zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten).
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft onderzoek gedaan naar de correlatie tussen nationaliteit en vertrouwen in de Europese landen (klik op link voor grafiek)
Hieruit zou blijken, dat Nederland hoog scoort, samen met Scandinavische en andere andere Europese landen. Turkije scoort er het laagste, met 14%
Maar aangezien vertrouwen dus een kwestie is van ervaring, dus van de mate waarin uw vertrouwen beschaamd ofwel u besodemieterd wordt, kan men dan niet uit deze cijfers afleiden, dat Turken ook inderdaad de meest onbetrouwbare mensen zijn uit de onderzochte landen?
Niet dat ik veel waarde hecht aan dit soort onderzoeken, behalve aan de geur van propaganda die eraan hangt en die al in de vraagstelling besloten ligt, maar is dit niet een bijzonder belasterend onderzoek?
Enfin: Turken vertrouwen elkaar voor geen meter. Terecht?
Met dank aan het CBS.
donderdag 19 augustus 2010
Teken de petitie voor faire journalistiek kabinetsformatie
De laatste dagen komen steeds meer mensen in actie om zich te beklagen
over de opstelling en berichtgeving van de media inzake de kabinetsformatie. Wat wij zien lijkt meer op een bewuste poging om onrust te stoken en tweespalt te zaaien, dan op een serieuze vorm van journalistiek waarbij distantie, onbevangenheid, evenwichtigheid en nuance de leidraad vormen. Nu het instrument van de petitie weer erg in zwang lijkt, is het goed dat wij dat ook maar eens inzetten. Met een
simpel doel: om ons ongenoegen te uiten over het gedrag van de (kwaliteits)media.
Vrijwel elke dag worden wij getrakteerd op een hijgerige zoektocht naar prominenten en minder vooraanstaanden, die ons moeten vertellen hoe erg het wel niet is als dit kabinet er komt. En ook instellingen, samenwerkingsverbanden en hobbyclubjes waar wij nog nooit van hebben gehoord, halen plots de voorpagina's om leeg te lopen over de ontmenselijking van de samenleving, mocht er een regering komen die gedoogsteun krijgt van de PVV.
Tegelijkertijd wordt weinig of geen energie gestoken in het zoeken naar voorstanders van een dergelijk kabinet of op zijn minst naar mensen die er niet a priori afwijzend
tegenover staan. De berichtgeving moet ons doen geloven dat er een hevige strijd gaande is binnen het CDA (en zelfs binnen de VVD) en dat verdeeldheid de boventoon voert. Maar verschillende enquêtes laten zien dat een groot deel van de achterban van deze partijen helemaal niet zo tegensputtert of ontevreden is. Die realiteit wordt genegeerd en de hetze wordt voorgezet.
Lees hier verder en teken de petitie!
Verspreid dit initiatief, zet het op de weblogs en mail het iedereen die zich zorgen maakt over de degeneratie en uitholling van de Nederlandse journalistiek.
Lees ook dit overzicht van de schaamteloze hetze van de Volkskrant.
over de opstelling en berichtgeving van de media inzake de kabinetsformatie. Wat wij zien lijkt meer op een bewuste poging om onrust te stoken en tweespalt te zaaien, dan op een serieuze vorm van journalistiek waarbij distantie, onbevangenheid, evenwichtigheid en nuance de leidraad vormen. Nu het instrument van de petitie weer erg in zwang lijkt, is het goed dat wij dat ook maar eens inzetten. Met een
simpel doel: om ons ongenoegen te uiten over het gedrag van de (kwaliteits)media.
Vrijwel elke dag worden wij getrakteerd op een hijgerige zoektocht naar prominenten en minder vooraanstaanden, die ons moeten vertellen hoe erg het wel niet is als dit kabinet er komt. En ook instellingen, samenwerkingsverbanden en hobbyclubjes waar wij nog nooit van hebben gehoord, halen plots de voorpagina's om leeg te lopen over de ontmenselijking van de samenleving, mocht er een regering komen die gedoogsteun krijgt van de PVV.
Tegelijkertijd wordt weinig of geen energie gestoken in het zoeken naar voorstanders van een dergelijk kabinet of op zijn minst naar mensen die er niet a priori afwijzend
tegenover staan. De berichtgeving moet ons doen geloven dat er een hevige strijd gaande is binnen het CDA (en zelfs binnen de VVD) en dat verdeeldheid de boventoon voert. Maar verschillende enquêtes laten zien dat een groot deel van de achterban van deze partijen helemaal niet zo tegensputtert of ontevreden is. Die realiteit wordt genegeerd en de hetze wordt voorgezet.
Lees hier verder en teken de petitie!
Verspreid dit initiatief, zet het op de weblogs en mail het iedereen die zich zorgen maakt over de degeneratie en uitholling van de Nederlandse journalistiek.
Lees ook dit overzicht van de schaamteloze hetze van de Volkskrant.
woensdag 18 augustus 2010
Herstel
Het is nu een maand geleden na mijn infarct en ik ben blij te melden, dat alles goed gaat.
schrijven en lezen (het geschreven woord dus) gaat weer prima, alleen maak ik geregeld spelfouten die ik vroeger niet maakte. Ook het spreken gaat stukken beter, alleen struikel ik nog wel over mijn woorden en verwissel soms beginklanken of woorden. Het laatste wat zich (hopelijk en naar verwachting) herstelt is mijn woord- en muziekdoofheid.
Ik had/heb altijd een goed muzikaal gehoor, maar na dit voorval hoorde ik geen boventonen of ondertonen meer, ik kon de toonhoogtes en het ritme niet vasthouden, laat staan meezingen/neuri"en. Het was of ik mijn innerlijke stemvork kwijt was. Ook hoorde ik in alle muziek die ik hoorde één en hetzelfde nummer. Een vreemde en wat beangstigende gewaarwording, om je hele leven hetzelfde nummer overal te moeten horen. Dat is nu wat beter. ik kan weer verschillende nummers uit elkaar houden en ook weer de juiste toonhoogtes en het ritme vinden (hoewel ik er af en toe weer de mist mee inga).
Wat ook wat langzamer herstelt is wat ik de woorddoofheid noem. In het begin verstond ik niets van wat mensen zeiden, alsof ze in een vreemde taal praatten. en nu nog, hoewel de taal wat bekender begint te worden. Enkele zinnen, met niet te ingewikkelde concepten en begrippen begrijp ik wel, maar andere gesprekken gaan na drie zinnen de mist in en veranderen in een stroom klanken, waar af en toe een aantal bekende woorden in doorklinken. Maar goed, een week geleden begreep ik helemaal niets van wat de mensen zeiden, dus ook dat gaat de goede kant op. Er is niets mis met mijn oren en ook niets met het begrijpen van (ingewikkelde) concepten en begrippen, maar ergens in de verbinding daartussen, tussen de klank en de semantiek rammelt het nog. Maar zolang er iedere dag verbetering is, en dat is er zeker, is de kans groot dat alles zich helemaal herstelt.
Iedereen nogmaals bedankt voor getoonde interesse en bezorgdheid. Het schrijven en lezen erover, hier en in de mails heeft me geholpen om snel mijn lees- en schrijfvaardigheden te herstellen.
schrijven en lezen (het geschreven woord dus) gaat weer prima, alleen maak ik geregeld spelfouten die ik vroeger niet maakte. Ook het spreken gaat stukken beter, alleen struikel ik nog wel over mijn woorden en verwissel soms beginklanken of woorden. Het laatste wat zich (hopelijk en naar verwachting) herstelt is mijn woord- en muziekdoofheid.
Ik had/heb altijd een goed muzikaal gehoor, maar na dit voorval hoorde ik geen boventonen of ondertonen meer, ik kon de toonhoogtes en het ritme niet vasthouden, laat staan meezingen/neuri"en. Het was of ik mijn innerlijke stemvork kwijt was. Ook hoorde ik in alle muziek die ik hoorde één en hetzelfde nummer. Een vreemde en wat beangstigende gewaarwording, om je hele leven hetzelfde nummer overal te moeten horen. Dat is nu wat beter. ik kan weer verschillende nummers uit elkaar houden en ook weer de juiste toonhoogtes en het ritme vinden (hoewel ik er af en toe weer de mist mee inga).
Wat ook wat langzamer herstelt is wat ik de woorddoofheid noem. In het begin verstond ik niets van wat mensen zeiden, alsof ze in een vreemde taal praatten. en nu nog, hoewel de taal wat bekender begint te worden. Enkele zinnen, met niet te ingewikkelde concepten en begrippen begrijp ik wel, maar andere gesprekken gaan na drie zinnen de mist in en veranderen in een stroom klanken, waar af en toe een aantal bekende woorden in doorklinken. Maar goed, een week geleden begreep ik helemaal niets van wat de mensen zeiden, dus ook dat gaat de goede kant op. Er is niets mis met mijn oren en ook niets met het begrijpen van (ingewikkelde) concepten en begrippen, maar ergens in de verbinding daartussen, tussen de klank en de semantiek rammelt het nog. Maar zolang er iedere dag verbetering is, en dat is er zeker, is de kans groot dat alles zich helemaal herstelt.
Iedereen nogmaals bedankt voor getoonde interesse en bezorgdheid. Het schrijven en lezen erover, hier en in de mails heeft me geholpen om snel mijn lees- en schrijfvaardigheden te herstellen.
zondag 8 augustus 2010
maandag 2 augustus 2010
Een onverwachte gebeurtenis (3)
zie:
Een onverwachte gebeurtenis (1)
Een onverwachte gebeurtenis (2)
Twee weken zijn voorbij. Wat is de stand?
Iedere dag gaat het beter. schrijven en lezen gaan bijna net zo goed als hiervoor, alleen ben ik nog wat snel moe en moet ik eigen teksten drie keer nalopen om er vreemde vergissingen uit te halen.
Spreken gaat ook met de dag beter, maar wat langzamer gaat is het begrijpen van gesproken teksten. Als mensen iets tegen me zeggen, is het, alsof mensen in een onbekende taal tegen me spreken en gesprekken tussen andere mensen kan ik niet goed volgen. Ik gaf al de vergelijking van een glas, waarin maar zoveel woorden passen en als de rand bereikt wordt, stroomt de rest erover. Met mijn muziekbeleving ging het ook heel slecht. Ik had/heb een goed ontwikkeld muzikaal gehoor, maar sinds de bewuste zaterdag hoor ik geen boven- en ondertonen meer, ik kan geen melodie of maat houden en het vreemde verschijnsel doet zich voor, dat een eenmaal gehoord liedje zich in alle liedjes manifesteert. Een vreemde ervaring. Tekst, melodie, maat en zelfs de afzonderlijke instrumenten van liedje 1 "superimpose" (ik kan even geen Nederlandse term verzinnen) zichzelf op liedjes 2, 3, etcetera, zodat het 1e liedje als een alleenheerser alle muziek overheerst. Ook hier is het glas na 1 liedje vol, en smaken alle dranken hetzelfde. Frik had het over een soort nabeeld, dat blijft hangen. Verder is er niets mis met mijn gehoor, zoals ik eerst dacht, het heeft iets te maken met dat de verbinding tussen de ontvangen gehoorprikkels en het begrip van de betekenis ervan niet goed werkt. Als ik namelijk een liedje in gedachten hoor, dan kan ik het wel goed voor de geest halen.
Maar ook dat wordt met de dag beter. Eergisteren kon ik weer verschillende nummers uit elkaar houden en ook gesprekken zijn steeds beter te volgen. Verder heb ik een aantal logopedische tests gedaan en daar hoor ik de uitslag vrijdag van.
Ik mag mezelf dus gelukkig prijzen. Maar vooral ook voor alle sympathieke reacties die ik heb gekregen, zowel in mails als in reacties her en der. Dat geeft me weer moed en zelfvertrouwen om verder te schrijven. Want daar was het allemaal om te doen. Hoelang nog? dat is voor iedereen een open een vraag en ik hoop dat iedereen er het beste van maakt. Geniet van het leven en haal eruit wat je eruit weet te halen. (En als het even kan: niet ten koste van een ander. Mensen hebben een ander zijn ongeluk niet nodig om zelf gelukkig te zijn of bestaanszekerheid aan te ontlenen. Integendeel zou ik zeggen.)
Voordat ik me nu verlies in speculaties over dood en leven (twee kanten van dezelfde medaille, beide even natuurlijke processen) en me in een niemand recht doende offtopic soepelglijdende moralistische achtbaan begeef sluit ik dit stukje
met vriendelijke groeten en iedereen het beste wensend.
Een onverwachte gebeurtenis (1)
Een onverwachte gebeurtenis (2)
Twee weken zijn voorbij. Wat is de stand?
Iedere dag gaat het beter. schrijven en lezen gaan bijna net zo goed als hiervoor, alleen ben ik nog wat snel moe en moet ik eigen teksten drie keer nalopen om er vreemde vergissingen uit te halen.
Spreken gaat ook met de dag beter, maar wat langzamer gaat is het begrijpen van gesproken teksten. Als mensen iets tegen me zeggen, is het, alsof mensen in een onbekende taal tegen me spreken en gesprekken tussen andere mensen kan ik niet goed volgen. Ik gaf al de vergelijking van een glas, waarin maar zoveel woorden passen en als de rand bereikt wordt, stroomt de rest erover. Met mijn muziekbeleving ging het ook heel slecht. Ik had/heb een goed ontwikkeld muzikaal gehoor, maar sinds de bewuste zaterdag hoor ik geen boven- en ondertonen meer, ik kan geen melodie of maat houden en het vreemde verschijnsel doet zich voor, dat een eenmaal gehoord liedje zich in alle liedjes manifesteert. Een vreemde ervaring. Tekst, melodie, maat en zelfs de afzonderlijke instrumenten van liedje 1 "superimpose" (ik kan even geen Nederlandse term verzinnen) zichzelf op liedjes 2, 3, etcetera, zodat het 1e liedje als een alleenheerser alle muziek overheerst. Ook hier is het glas na 1 liedje vol, en smaken alle dranken hetzelfde. Frik had het over een soort nabeeld, dat blijft hangen. Verder is er niets mis met mijn gehoor, zoals ik eerst dacht, het heeft iets te maken met dat de verbinding tussen de ontvangen gehoorprikkels en het begrip van de betekenis ervan niet goed werkt. Als ik namelijk een liedje in gedachten hoor, dan kan ik het wel goed voor de geest halen.
Maar ook dat wordt met de dag beter. Eergisteren kon ik weer verschillende nummers uit elkaar houden en ook gesprekken zijn steeds beter te volgen. Verder heb ik een aantal logopedische tests gedaan en daar hoor ik de uitslag vrijdag van.
Ik mag mezelf dus gelukkig prijzen. Maar vooral ook voor alle sympathieke reacties die ik heb gekregen, zowel in mails als in reacties her en der. Dat geeft me weer moed en zelfvertrouwen om verder te schrijven. Want daar was het allemaal om te doen. Hoelang nog? dat is voor iedereen een open een vraag en ik hoop dat iedereen er het beste van maakt. Geniet van het leven en haal eruit wat je eruit weet te halen. (En als het even kan: niet ten koste van een ander. Mensen hebben een ander zijn ongeluk niet nodig om zelf gelukkig te zijn of bestaanszekerheid aan te ontlenen. Integendeel zou ik zeggen.)
Voordat ik me nu verlies in speculaties over dood en leven (twee kanten van dezelfde medaille, beide even natuurlijke processen) en me in een niemand recht doende offtopic soepelglijdende moralistische achtbaan begeef sluit ik dit stukje
met vriendelijke groeten en iedereen het beste wensend.
maandag 26 juli 2010
Een onverwachte gebeurtenis (2)
Ik schrijf dit alles niet op om zielig te doen, of om aandacht te trekken. Ik ben gewoon erg blij, dat ik het allemaal kan beschrijven, het letterlijk letterlijk na kan vertellen. ik probeer zoveel mogelijk te lezen, te schrijven en te begrijpen. Het is een dubbele oefening voor me. Zowel het zo snel mogelijk mijn taalvermogen terug krijgen als het proberen te begrijpen wat er gebeurd is. Ik wil me verontschuldigen als het onderstaande verhaal geen kop of staart heeft, De tekst is wat lang geworden en het vermoeit me nog te veel om een lange tekst in zijn geheel te overzien. Vergeeft u het me als het een volkomen onwetenschappelijk betoog is.
Hoewel ik zondag in het ziekenhuis geen woorden kon formuleren of complexe concepten kon vormen, was ik me goed bewust van mijn situatie en wat me overkwam. De arts liet me een polshorloge zien en ik wist precies wat het was, waar het voor diende enzovoort, ik kon alleen de dingen geen woorden geven. mijn bewustzijn was volmen helder en transparant.
Genesis 2:19 - "Toen vormde hij uit aarde alle in het wild levende dieren en alle vogels, en hij bracht die bij de mens om te zien welke namen de mens ze zou geven: zoals hij elk levend wezen zou noemen, zo zou het heten."
Deze passage in de Bijbel heeft me altijd geïntrigeerd. Het leek me altijd een kinderachtige bedoening, een soort circusact, waar god dieren uit een hoge hoed tovert en Adam als een kirrend en gelukkig kind allerlei woorden verzint voor die vreemde, pasgeschapen wezens: Okapi, kakkerlak, pimpelmees, roodbilmakaak, Certhia brachydactyla, enzovoort... een onmogelijke klus voor een mens, zeker als de god wezens sneller schept dan er een naam voor verzonnen kan worden.
Ik heb vermoed in die teksten echo's van de ontwikkeling van de vroegste mensheid, onze eigen prehistorie. Vervormde en mismaakte verhalen, vage aanduidingen, te fragmentarisch om er brood van te bakken, misvormd door interpretaties en propagandistische of onbewuste verdraaiingen. Zo zag ik in het verhaal van de vrucht van goed en kwaad de verwijzing naar de tijd, dat de mens zijn verstand begon te gebruiken, leerde onderscheiden (discrimineren!) tussen het een en het ander, en er een evolutionaire stap werd gezet naar de rede, weg van de droomstaat van het dier, en in de richting van kennis en meer (zelf)bewustzijn en rede (altijd hevig bestreden door alle goden en demonen, zoals de bijbel (o.a) daar voortdurend verslag van doet.)
Zondag in het ziekenhuis viel me bovenstaande passage in en hoe belangrijk de taal in de menselijke evolutie is geweest en nog steeds is. Het voor zover ik weet de enige plek waar het ontstaan van de menselijke taal wordt aangeduid.
Namen en woorden.
Met namen en woorden kregen wij, mensen, macht over de dingen.
In het woord "vuur" zit alles van het vuur verborgen. De vernieting, de hitte, de vlammen, de verwoesting, zowel als de weldadige koestering en ook de manieren om ermee om te gaan.
Het woord is "vuur". Het woord is macht over het vuur.
Misschien was het in grotten als in Altamira en Lascaux, waar door de medicijnmannen, de geheime kunst, dat nieuwe vermogen werd onderricht: Het benoemen en het verbeelden van de wereld. Met het tekenen en benoemen van een "buffel" kregen we macht over dat beest en zijn lot, door de namen kregen we grip op de verschijnselen om ons heen. Benoemen werd tegelijk bezweren. Met woorden konden we samenwerken in de jacht, ons beschermen tegen de gevaren en met woorden ontstond een werkelijkheid naast die van de dingen en gebeurtenissen, een zelfgeschapen abstracte wereld. Een parallelle wereld bestaand uit woorden, namen en concepten, een wereld waarin zelfs abstracties namen en woorden kregen. "God" is een woord. "Steen" is een woord. Ik noem je naam en jij reageert daarop. Niet op een willekeurige klankvolgorde, nee, die specifieke samenstelling van klanken: dat ben jij.
We zijn een heel eind gekomen.
Het lijkt alsof we in twee werelden tegelijk leven.
Onze wereld en ons wereldbeeld wordt gedomineerd door woorden.
Alle sociale interactie vindt plaats dmv woorden. Is er iets in de wereld om ons heen of binnen ons dat geen naam heeft of woorden heeft om het te omschrijven? Het kleinste botje in je lichaam heeft een naam. Alles om je heen van huis tot wolk heeft een naam, van het stiksel in je matras en de vezels en de moleculen daarvan, tot aan alle waargenomen objecten en melkwegstelsels in het heelal en dagelijks komen er honderden, mischien duizenden namen (al zijn het objecten als XD-327 of een nieuwe EU-norm) bij.
Maar ook in abstracte zin wordt ons leven omsponnen door een web van woorden. Alles wat we buiten de eigen waarneming van de wereld kennen komt tot je door woorden. In boeken, de kranten, tijdschriften, de commentaarstem van de nieuwslezer, de analist van gebeurtenissen. Alle kennis van de mensheid is opgeslagen in woorden, in namen, in de een of andere taal, van brailleschrift tot wiskundige formules. Al het onderwijs wordt in woorden gegeven. Zonder woorden geen wetenschappelijke ontwikkeling, zonder namen en woorden geen geschiedenis, geen collectief geheugen. Zonder woorden geen internet, geen computers, geen maanlandingen.
Woorden, namen en omschrijvingen beheersen ons leven. De wetboeken bestaan alleen uit woorden, alle verdragen en afspraken tussen mensen en naties: niets dan woorden. Moeiteloos gaan we met dit instrument om en we stellen op dezelfde plaats als de echte werkelijkheid. Waarheid en leugen worden alleen maar in woorden gemanifesteerd. Schoonheid en lelijkheid worden zowel in een scheld- en vloekpartij als in een gedicht verwoord. En altijd geldt nog: het woord is machtiger dan welk zwaard dan ook.
Afgelopen zaterdag raakte ik mijn taalvermogen kwijt. Aangezien ik ook zonder woorden, namen en complexe logische concepten volledig bij bewustzijn was en alles net zo helder begreep als anders, zou het heel goed kunnen, dat ik door had kunnen leven, zonder dit wonderlijke vermogen, dat door vrijwel iedereen voor vanzelfsprekend wordt gehouden. Ik zou kunnen lopen, en fietsen, simpele boodschappen zou ik wel op een briefje kunnen (laten) schrijven. Van honger zou ik dus niet omkomen en ik zou zelfs een redelijk gezond leven kunnen leiden.
Maar ik zou wat de mens tot mens maakt zijn verloren. Mijn macht over mezelf en de wereld zou ik kwijt zijn geweest. Mijn handvat voor het hanteren van de wereld zou weg zijn. Het enige wat me dan nog zou resten zou contemplatie zijn. Gelukkig was deze deur maar even dichtgedaan en bleef er een kiertje open. Of de deur nu weer helemaal open gaat weet ik niet. Hij klemt nog wat volgens mij, maar iedere dag draait hij weer soepeler in de scharnieren.
Voor het behoud van dat magische vermogen wil ik in eerste en laatste instantie Prof. Drs. G. B. J. van Frikschoten bedanken. Ik heb aan zijn snelle inschatting en reactie mijn (menselijke) leven te danken en dankzij hem kon/kan ik het bovenstaande weer schrijven. De mensen in mijn omgeving weten hoeveel het schrijven voor me betekent. Ik heb daar geen woorden voor. (zo zie je, zelfs voor sommige dingen zijn geen woorden.)
Verder wil ik iedereen bedanken die gereageerd heeft, hier en elders en ook via Email. Dat heeft me echt een hart onder de riem gestoken
En kijk eens: we zitten er midden in: De oorlog is gaande, hier en nu in Nederland woedt een oorlog van woorden. Multiculti tegen bescherming van eigen waarden. Post-modernistische gevaarlijke lariekoek tegen het gezond verstand. Met woorden wordt het protocol in Den Haag afgedraaid, de macht van het land hangt af van formuleringen, formules, bezweringen. Net zo lang gepraat tot een woordendraad wordt geweven, die de druk van andere woorden kan weerstaan. Wie heeft het Laatste Woord? Eigenlijk gaat het nergens om. woorden, ijler nog dan lucht. Maar toch gaat het om iets essentieels en iets wat grote waarde heeft. Het is waarheid tegen leugen.
Jullie reageerders zijn het die het verschil uitmaken in het huidige internettijdperk'dit precaire tijdsgewricht. Jullie zijn degenen in de voorhoede van het gevecht en ik weet zeker, dat de beste woorden zullen winnen. Als er tenminste strijd wordt geleverd. Anders blijven we met leugens en valse berichten en redeneringen voor andermans karretje gespannen. Ik hoop dat jullie toetsenbordtijgers blijven grommen en je nagels en slagtanden tonen en je niet laat kennen. Ook als ik zelf mijn begripsvermogen voorgoed zou verliezen, zou het mijn wens zijn, dat jullie de (verbale) wapens blijven hanteren en er steeds beter in worden. We leven volgens mij namelijk in een tijd van grote veranderingen. Of dat goed of slecht wordt is denk ik aan de mensen zelf. Ik wens iedereen het beste.
Met vriendelijke groeten
PS:
Paul van Ostaijen:
Hoewel ik zondag in het ziekenhuis geen woorden kon formuleren of complexe concepten kon vormen, was ik me goed bewust van mijn situatie en wat me overkwam. De arts liet me een polshorloge zien en ik wist precies wat het was, waar het voor diende enzovoort, ik kon alleen de dingen geen woorden geven. mijn bewustzijn was volmen helder en transparant.
Genesis 2:19 - "Toen vormde hij uit aarde alle in het wild levende dieren en alle vogels, en hij bracht die bij de mens om te zien welke namen de mens ze zou geven: zoals hij elk levend wezen zou noemen, zo zou het heten."
Deze passage in de Bijbel heeft me altijd geïntrigeerd. Het leek me altijd een kinderachtige bedoening, een soort circusact, waar god dieren uit een hoge hoed tovert en Adam als een kirrend en gelukkig kind allerlei woorden verzint voor die vreemde, pasgeschapen wezens: Okapi, kakkerlak, pimpelmees, roodbilmakaak, Certhia brachydactyla, enzovoort... een onmogelijke klus voor een mens, zeker als de god wezens sneller schept dan er een naam voor verzonnen kan worden.
Ik heb vermoed in die teksten echo's van de ontwikkeling van de vroegste mensheid, onze eigen prehistorie. Vervormde en mismaakte verhalen, vage aanduidingen, te fragmentarisch om er brood van te bakken, misvormd door interpretaties en propagandistische of onbewuste verdraaiingen. Zo zag ik in het verhaal van de vrucht van goed en kwaad de verwijzing naar de tijd, dat de mens zijn verstand begon te gebruiken, leerde onderscheiden (discrimineren!) tussen het een en het ander, en er een evolutionaire stap werd gezet naar de rede, weg van de droomstaat van het dier, en in de richting van kennis en meer (zelf)bewustzijn en rede (altijd hevig bestreden door alle goden en demonen, zoals de bijbel (o.a) daar voortdurend verslag van doet.)
Zondag in het ziekenhuis viel me bovenstaande passage in en hoe belangrijk de taal in de menselijke evolutie is geweest en nog steeds is. Het voor zover ik weet de enige plek waar het ontstaan van de menselijke taal wordt aangeduid.
Namen en woorden.
Met namen en woorden kregen wij, mensen, macht over de dingen.
In het woord "vuur" zit alles van het vuur verborgen. De vernieting, de hitte, de vlammen, de verwoesting, zowel als de weldadige koestering en ook de manieren om ermee om te gaan.
Het woord is "vuur". Het woord is macht over het vuur.
Misschien was het in grotten als in Altamira en Lascaux, waar door de medicijnmannen, de geheime kunst, dat nieuwe vermogen werd onderricht: Het benoemen en het verbeelden van de wereld. Met het tekenen en benoemen van een "buffel" kregen we macht over dat beest en zijn lot, door de namen kregen we grip op de verschijnselen om ons heen. Benoemen werd tegelijk bezweren. Met woorden konden we samenwerken in de jacht, ons beschermen tegen de gevaren en met woorden ontstond een werkelijkheid naast die van de dingen en gebeurtenissen, een zelfgeschapen abstracte wereld. Een parallelle wereld bestaand uit woorden, namen en concepten, een wereld waarin zelfs abstracties namen en woorden kregen. "God" is een woord. "Steen" is een woord. Ik noem je naam en jij reageert daarop. Niet op een willekeurige klankvolgorde, nee, die specifieke samenstelling van klanken: dat ben jij.
We zijn een heel eind gekomen.
Het lijkt alsof we in twee werelden tegelijk leven.
Onze wereld en ons wereldbeeld wordt gedomineerd door woorden.
Alle sociale interactie vindt plaats dmv woorden. Is er iets in de wereld om ons heen of binnen ons dat geen naam heeft of woorden heeft om het te omschrijven? Het kleinste botje in je lichaam heeft een naam. Alles om je heen van huis tot wolk heeft een naam, van het stiksel in je matras en de vezels en de moleculen daarvan, tot aan alle waargenomen objecten en melkwegstelsels in het heelal en dagelijks komen er honderden, mischien duizenden namen (al zijn het objecten als XD-327 of een nieuwe EU-norm) bij.
Maar ook in abstracte zin wordt ons leven omsponnen door een web van woorden. Alles wat we buiten de eigen waarneming van de wereld kennen komt tot je door woorden. In boeken, de kranten, tijdschriften, de commentaarstem van de nieuwslezer, de analist van gebeurtenissen. Alle kennis van de mensheid is opgeslagen in woorden, in namen, in de een of andere taal, van brailleschrift tot wiskundige formules. Al het onderwijs wordt in woorden gegeven. Zonder woorden geen wetenschappelijke ontwikkeling, zonder namen en woorden geen geschiedenis, geen collectief geheugen. Zonder woorden geen internet, geen computers, geen maanlandingen.
Woorden, namen en omschrijvingen beheersen ons leven. De wetboeken bestaan alleen uit woorden, alle verdragen en afspraken tussen mensen en naties: niets dan woorden. Moeiteloos gaan we met dit instrument om en we stellen op dezelfde plaats als de echte werkelijkheid. Waarheid en leugen worden alleen maar in woorden gemanifesteerd. Schoonheid en lelijkheid worden zowel in een scheld- en vloekpartij als in een gedicht verwoord. En altijd geldt nog: het woord is machtiger dan welk zwaard dan ook.
Afgelopen zaterdag raakte ik mijn taalvermogen kwijt. Aangezien ik ook zonder woorden, namen en complexe logische concepten volledig bij bewustzijn was en alles net zo helder begreep als anders, zou het heel goed kunnen, dat ik door had kunnen leven, zonder dit wonderlijke vermogen, dat door vrijwel iedereen voor vanzelfsprekend wordt gehouden. Ik zou kunnen lopen, en fietsen, simpele boodschappen zou ik wel op een briefje kunnen (laten) schrijven. Van honger zou ik dus niet omkomen en ik zou zelfs een redelijk gezond leven kunnen leiden.
Maar ik zou wat de mens tot mens maakt zijn verloren. Mijn macht over mezelf en de wereld zou ik kwijt zijn geweest. Mijn handvat voor het hanteren van de wereld zou weg zijn. Het enige wat me dan nog zou resten zou contemplatie zijn. Gelukkig was deze deur maar even dichtgedaan en bleef er een kiertje open. Of de deur nu weer helemaal open gaat weet ik niet. Hij klemt nog wat volgens mij, maar iedere dag draait hij weer soepeler in de scharnieren.
Voor het behoud van dat magische vermogen wil ik in eerste en laatste instantie Prof. Drs. G. B. J. van Frikschoten bedanken. Ik heb aan zijn snelle inschatting en reactie mijn (menselijke) leven te danken en dankzij hem kon/kan ik het bovenstaande weer schrijven. De mensen in mijn omgeving weten hoeveel het schrijven voor me betekent. Ik heb daar geen woorden voor. (zo zie je, zelfs voor sommige dingen zijn geen woorden.)
Verder wil ik iedereen bedanken die gereageerd heeft, hier en elders en ook via Email. Dat heeft me echt een hart onder de riem gestoken
En kijk eens: we zitten er midden in: De oorlog is gaande, hier en nu in Nederland woedt een oorlog van woorden. Multiculti tegen bescherming van eigen waarden. Post-modernistische gevaarlijke lariekoek tegen het gezond verstand. Met woorden wordt het protocol in Den Haag afgedraaid, de macht van het land hangt af van formuleringen, formules, bezweringen. Net zo lang gepraat tot een woordendraad wordt geweven, die de druk van andere woorden kan weerstaan. Wie heeft het Laatste Woord? Eigenlijk gaat het nergens om. woorden, ijler nog dan lucht. Maar toch gaat het om iets essentieels en iets wat grote waarde heeft. Het is waarheid tegen leugen.
Jullie reageerders zijn het die het verschil uitmaken in het huidige internettijdperk'dit precaire tijdsgewricht. Jullie zijn degenen in de voorhoede van het gevecht en ik weet zeker, dat de beste woorden zullen winnen. Als er tenminste strijd wordt geleverd. Anders blijven we met leugens en valse berichten en redeneringen voor andermans karretje gespannen. Ik hoop dat jullie toetsenbordtijgers blijven grommen en je nagels en slagtanden tonen en je niet laat kennen. Ook als ik zelf mijn begripsvermogen voorgoed zou verliezen, zou het mijn wens zijn, dat jullie de (verbale) wapens blijven hanteren en er steeds beter in worden. We leven volgens mij namelijk in een tijd van grote veranderingen. Of dat goed of slecht wordt is denk ik aan de mensen zelf. Ik wens iedereen het beste.
Met vriendelijke groeten
PS:
Paul van Ostaijen:
Marc groet 's morgens de dingen
Dag ventje met de fiets op de vaas met de bloem
ploem ploem
dag stoel naast de tafel
dag brood op de tafel
dag visserke-vis met de pijp
en
dag visserke-vis met de pet
pet en pijp
van het visserke-vis
goeiendag
Daa-aag vis,
dag lieve vis
dag klein visselijn mijn
----------------------------------------------------------
zie
Een onverwachte gebeurtenis (1)
zaterdag 24 juli 2010
Een onverwachte gebeurtenis
(Mijn excuses voor eventuele fouten in zinsconstructies en zo.)
Verleden week zaterdag vrijwel op dit zelfde tijdstip, rond half tien 's avonds gebeurde er iets vreemds. De rechterkant van mijn lichaam verdween toen ik aan de eettafel stond. ik liep wat onzeker naar de bank en daarna naar het bureau aan de computer, waar de volgende e-mailwisseling ontstond.
---------------------------------------------------------------------
Op 17 juli 2010 21:31 schreef DG het volgende:
Subject: Re: brietjej
er gaat iets fout is met je, mijn verlamd is rechts kant . Ik kan niet trouwens praten en goed niet goed schrijven, ik schrijf verkeerde lijkt lastig lijk mij schrijf ik verkeerde letters, dit is geen grapje, ik ben bezorgd wat moet ik doen, misschien een misschien wat een lichte beroerte heb? Hoop dat ik het weg gaat. Hoe hieronder:
Op 17 juli 2010 21:34 schreef F. het volgende:
112 bellen. NU!
En voordeur openen! mail je tel nr. als je kan
Op 17 juli 2010 21:38 schreef DG het volgende:
voordeur?
06 xxxx xxxx
Erg moeilijk te schrijfe, schrijf lechten ander woorden dan ik intentie, zoals zo iets. onzin woorden anders letters en woorden ertussen
eallangs idioterie
From: F.
Sent: Saturday, July 17, 2010 9:42 PM To: DG Subject: Re: brietjej
bel 112 Je nummer klopt niet. 112 weet waar je woont en wat er aan de hand is. BEL 112
Op 17 juli 2010 21:46 schreef DG het volgende:
even wachten. gevoeligheid gaat weg.
From: F. Sent: Saturday, July 17, 2010 9:48 PM To: DG Subject: Re: brietjej
NU BELLEN DG! 112. DIT GAAT NIET OVER. JE HEBT EEN BEROERTE.
Op 17 juli 2010 21:51 schreef DG het volgende:
ik heb gebeld
F. schreef:
Ambulance is onderweg hoor ik net. Hou vol maatje!
-----------------------------
Wat er gebeurde maakte geen indruk op me, het liet geen impressie na. Na mijn eerste mail ben ik gaan douchen in de hoop dat het over zou gaan. Na vijf of tien minuten kwam ik uit de douche en las ik het dringende antwoord van F. Maar ik kon geen woorden of begrippen vormen. Ik ben naar buiten gegaan en heb bij de buren aangebeld, maar die dachten dat ik dronken was en zeiden dat ik lekker naar bed moest gaan. Ze deden de deur voor mijn neus dicht. Toen ben ik naar boven gelopen en heb ik mijn telefoon gepakt, na nog een dringende mail van F. Ik belde 112. Een stem vroeg me wat voor dienst ik wilde en ik wist "ambulance" te formuleren, plus "Amsterdam". Daarna kreeg ik de ambulancedienst. Mijn straatnaam wist ik te zeggen, maar voor het huisnummer ben ik naar de straat gelopen. Ik was er niet zeker van, omdat ik F. ook een verkeerd telefoonnummer had gegeven.
Ik ben in de deuropening blijven staan en twee minuten later kwam een ambulance met gillende sirenes de straat in. De ambulancebroeders stapten uit en terwijl de ene vroeg of ik gebeld had klapte de andere een brancard uit. Ik mocht uitleggen dat ik niet kon praten, mocht gaan liggen, werd de ambulance ingeschoven en met zuurstof in mijn neus vertrokken we weer met jodelende sirenes richting ziekenhuis.
(Wordt gelukkig nog even vervolgd?)
Bij de afbeeldingen:
Afb 1:De tijden bij het doktersrapport kloppen niet. Ik dacht dat er veel langer overheen was gegaan. Rond half tien begonnen de symptomen en hooguit om tien uur, eerder vijf voor tien kwam ik de polikliniek binnen. 24 minuten. Als ik meteen gereageerd had, was ik binnen 10 minuten in de ziekenhuis geweest... Dank overigens aan de moderne communicatiemiddelen. En Beatrix zeggen dat het zo'n oppervakking medium is. Mevrouw, het redt mensenlevens.
Afb 2: Vanaf zondag begon ik meteen alles te proberen weer uit te spreken, de woorden weer aan elkaar te timmeren ("ta-fel", "zus-ter", van alles wat ik zag probeerde ik weer de woorden van te maken) en ik had papier gekregen waar ik probeerde (vrijwel nog vruchteloos) alles weer op te schrijven, waarvan akte.
Zie:
Een onverwachte gebeurtenis (2)
Een onverwachte gebeurtenis (3)
Verleden week zaterdag vrijwel op dit zelfde tijdstip, rond half tien 's avonds gebeurde er iets vreemds. De rechterkant van mijn lichaam verdween toen ik aan de eettafel stond. ik liep wat onzeker naar de bank en daarna naar het bureau aan de computer, waar de volgende e-mailwisseling ontstond.
---------------------------------------------------------------------
Op 17 juli 2010 21:31 schreef DG het volgende:
Subject: Re: brietjej
er gaat iets fout is met je, mijn verlamd is rechts kant . Ik kan niet trouwens praten en goed niet goed schrijven, ik schrijf verkeerde lijkt lastig lijk mij schrijf ik verkeerde letters, dit is geen grapje, ik ben bezorgd wat moet ik doen, misschien een misschien wat een lichte beroerte heb? Hoop dat ik het weg gaat. Hoe hieronder:
Op 17 juli 2010 21:34 schreef F. het volgende:
112 bellen. NU!
En voordeur openen! mail je tel nr. als je kan
Op 17 juli 2010 21:38 schreef DG het volgende:
voordeur?
06 xxxx xxxx
Erg moeilijk te schrijfe, schrijf lechten ander woorden dan ik intentie, zoals zo iets. onzin woorden anders letters en woorden ertussen
eallangs idioterie
From: F.
Sent: Saturday, July 17, 2010 9:42 PM To: DG Subject: Re: brietjej
bel 112 Je nummer klopt niet. 112 weet waar je woont en wat er aan de hand is. BEL 112
Op 17 juli 2010 21:46 schreef DG het volgende:
even wachten. gevoeligheid gaat weg.
From: F. Sent: Saturday, July 17, 2010 9:48 PM To: DG Subject: Re: brietjej
NU BELLEN DG! 112. DIT GAAT NIET OVER. JE HEBT EEN BEROERTE.
Op 17 juli 2010 21:51 schreef DG het volgende:
ik heb gebeld
F. schreef:
Ambulance is onderweg hoor ik net. Hou vol maatje!
-----------------------------
Wat er gebeurde maakte geen indruk op me, het liet geen impressie na. Na mijn eerste mail ben ik gaan douchen in de hoop dat het over zou gaan. Na vijf of tien minuten kwam ik uit de douche en las ik het dringende antwoord van F. Maar ik kon geen woorden of begrippen vormen. Ik ben naar buiten gegaan en heb bij de buren aangebeld, maar die dachten dat ik dronken was en zeiden dat ik lekker naar bed moest gaan. Ze deden de deur voor mijn neus dicht. Toen ben ik naar boven gelopen en heb ik mijn telefoon gepakt, na nog een dringende mail van F. Ik belde 112. Een stem vroeg me wat voor dienst ik wilde en ik wist "ambulance" te formuleren, plus "Amsterdam". Daarna kreeg ik de ambulancedienst. Mijn straatnaam wist ik te zeggen, maar voor het huisnummer ben ik naar de straat gelopen. Ik was er niet zeker van, omdat ik F. ook een verkeerd telefoonnummer had gegeven.
Ik ben in de deuropening blijven staan en twee minuten later kwam een ambulance met gillende sirenes de straat in. De ambulancebroeders stapten uit en terwijl de ene vroeg of ik gebeld had klapte de andere een brancard uit. Ik mocht uitleggen dat ik niet kon praten, mocht gaan liggen, werd de ambulance ingeschoven en met zuurstof in mijn neus vertrokken we weer met jodelende sirenes richting ziekenhuis.
(Wordt gelukkig nog even vervolgd?)
Bij de afbeeldingen:
Afb 1:De tijden bij het doktersrapport kloppen niet. Ik dacht dat er veel langer overheen was gegaan. Rond half tien begonnen de symptomen en hooguit om tien uur, eerder vijf voor tien kwam ik de polikliniek binnen. 24 minuten. Als ik meteen gereageerd had, was ik binnen 10 minuten in de ziekenhuis geweest... Dank overigens aan de moderne communicatiemiddelen. En Beatrix zeggen dat het zo'n oppervakking medium is. Mevrouw, het redt mensenlevens.
Afb 2: Vanaf zondag begon ik meteen alles te proberen weer uit te spreken, de woorden weer aan elkaar te timmeren ("ta-fel", "zus-ter", van alles wat ik zag probeerde ik weer de woorden van te maken) en ik had papier gekregen waar ik probeerde (vrijwel nog vruchteloos) alles weer op te schrijven, waarvan akte.
Zie:
Een onverwachte gebeurtenis (2)
Een onverwachte gebeurtenis (3)
woensdag 21 juli 2010
Every dawn a heart is forged
A Day Laye
Every dawn of our lives a heart is forged
And linked with lore to one so similar
Born with blessed life dust
Stored beneath its soul
To bless and pass onto its children
Even though the wind may blow it all away
Don't you ever worry 'cos I'm your friend
woensdag 7 juli 2010
Zomaar wat links
Bij het opruimen van mijn favorieten/bladwijzers kom ik geregeld sites tegen waarvan het me onduidelijk is waarom ik die genoteerd heb. Omdat het wel ergens goed voor zal zijn, hier één zo'n site, Dinocrat. Voor degenen die in een verloren uurtje blind willen surfen onderstaande linklijst, gepikt uit de zijbalk daar.
- American Spectator
- American Thinker
- Best of the Web
- Bill Roggio
- Captain’s Quarters.
- Dr. Sanity
- Drudge Report
- Free Republic
- Gates of Vienna
- Gateway Pundit
- Hugh Hewitt
- Instapundit
- Just One Minute
- LILEKS
- Little Green Footballs
- Lucianne
- Maggie’s Farm
- Mark Steyn Online
- Mickey Kaus
- National Review
- NewsMax
- OxBlog
- Power Line
- RealClearPolitics
- Rich Galen
- Roger L. Simon
- ScrappleFace
- Shrinkwrapped
- The American Thinker
- The Anchoress
- Tim Blair
- Townhall
maandag 5 juli 2010
zondag 4 juli 2010
Zeg maar wat ze willen horen
De Dagelijkse Standaard is het enige weblog dat ik ken, waar reacties zonder opgaaf van redenen klaarblijkelijk willekeurig gewijzigd en verwijderd worden. De laatste tijd worden er om voor mij onverklaarbare redenen reacties van me verwijderd. Mijn suggestie op de open draad, dat ze een favicon zouden kunnen maken werd verwijderd, maar ze hadden de volgende dag wel een favicon.
Nu wordt de laatste tijd de site steeds meer overspoeld met sport. Ik heb een grondige hekel aan deze opgedrongen massahysterie die het hele maatschappelijke leven moet overheersen en maakte dit kenbaar. Maar twee achtereenvolgende reacties werden verwijderd en vervangen door lofzangen van de redactie. Ik heb dan maar een laatste reactie geplaatst, die ook wel verwijderd zal worden, dus zet ik hem ook hieronder neer:
"Ik vind het niet erg dat jullie kritiek van mijn kant weghalen en ook niet dat je mijn suggesties voor verbeteringen weghaalt en dan de verbeteringen wel doorvoert. Als ik een nieuwe schrijver op DDS beledigd heb, dan spijt me dat. Het was niet persoonlijk bedoeld, maar ik wilde mijn afkeuring uiten, dat DDS zich ook overgeeft aan de opgedrongen sporthysterie. Maar als jullie niet tegen kritiek kunnen, sluit dan gewoon de reactiemogelijkheid af. Of wil je alleen slijmers aan boord?"
Het is een naar idee om op een artikel te reageren en niet te weten of het wel PPC (plaatselijk politiek correct) is en in de wetenschap dat er willekeurig in geknipt kan gaan worden of het geschrevene zonder verklaring verwijderd. In hoeverre kan men de reacties daar dan nog serieus nemen? Zijn ze daar zo bang voor woorden? Voor kritiek? Ik vind het vreemd, dat men met al die angstige voorzorgsmaatregelen zo snel zijn toevlucht zoekt tot verboden woorden en het censureren of gewoon verwijderen van onwelgevallige bijdragen aan een discussie. Hoe zuiver is de discussie daar nog eigenlijk en loopt men niet het gevaar in een steeds kleiner cirkeltje rond te gaan draaien? Een organisatie die niet openstaat voor kritiek wordt decadent.
Woorden zijn geen dolken en zelfs schelden doet geen zeer. Maar de Nederlander schijnt banger voor woorden te zijn geworden dan voor iets anders.
Nu wordt de laatste tijd de site steeds meer overspoeld met sport. Ik heb een grondige hekel aan deze opgedrongen massahysterie die het hele maatschappelijke leven moet overheersen en maakte dit kenbaar. Maar twee achtereenvolgende reacties werden verwijderd en vervangen door lofzangen van de redactie. Ik heb dan maar een laatste reactie geplaatst, die ook wel verwijderd zal worden, dus zet ik hem ook hieronder neer:
"Ik vind het niet erg dat jullie kritiek van mijn kant weghalen en ook niet dat je mijn suggesties voor verbeteringen weghaalt en dan de verbeteringen wel doorvoert. Als ik een nieuwe schrijver op DDS beledigd heb, dan spijt me dat. Het was niet persoonlijk bedoeld, maar ik wilde mijn afkeuring uiten, dat DDS zich ook overgeeft aan de opgedrongen sporthysterie. Maar als jullie niet tegen kritiek kunnen, sluit dan gewoon de reactiemogelijkheid af. Of wil je alleen slijmers aan boord?"
Het is een naar idee om op een artikel te reageren en niet te weten of het wel PPC (plaatselijk politiek correct) is en in de wetenschap dat er willekeurig in geknipt kan gaan worden of het geschrevene zonder verklaring verwijderd. In hoeverre kan men de reacties daar dan nog serieus nemen? Zijn ze daar zo bang voor woorden? Voor kritiek? Ik vind het vreemd, dat men met al die angstige voorzorgsmaatregelen zo snel zijn toevlucht zoekt tot verboden woorden en het censureren of gewoon verwijderen van onwelgevallige bijdragen aan een discussie. Hoe zuiver is de discussie daar nog eigenlijk en loopt men niet het gevaar in een steeds kleiner cirkeltje rond te gaan draaien? Een organisatie die niet openstaat voor kritiek wordt decadent.
Woorden zijn geen dolken en zelfs schelden doet geen zeer. Maar de Nederlander schijnt banger voor woorden te zijn geworden dan voor iets anders.
Abonneren op:
Posts (Atom)