dinsdag 5 januari 2010

De meerderheid zwijgt niet meer

Internet is het beste wat de democratie ooit is overkomen, sinds de uitvinding van de drukpers. Het zwakke punt van democratie: het slecht geïnformeerd zijn van de massa's en het onderlinge contact tussen individuën wordt met dit communicatiemiddel teniet gedaan. Iedereen met een computer van 200 euro kan op het internet alle informatie krijgen die er is en met hetzelfde gemak overleg voeren met meerdere mensen tegelijk, die zich ieder op honderd kilometer afstand van elkaar kunnen bevinden. Dat er ook foutieve informatie doorheen komt is niet iets van het Internet zelf, dat gebeurt altijd en overal waar gecommuniceerd wordt. Door het internet is het nu juist mogelijk om te ontsnappen aan het feit, dat informatie slechts uit één of slechts enkele bronnen komt. Een uitdaging voor het onderscheidend vermogen (Leren discrimineren!)

Het nieuws komt razendsnel. Binnen één minuut verschijnt er een bericht en/of een filmpje van een ooggetuige van een gebeurtenis. Wie inschakelt en de lijnen volgt is nu net zo goed of zelfs beter geïnformeerd dan welke journalist ook.

Verslaggevers van kranten (ooit de voorlopers in de emancipatie) staan hier machteloos tegenover. Journalisten komen te laat, zijn door de haast waarin ze moeten werken slecht geïnformeerd, of worden geweerd, bijvoorbeeld in landen als Iran en orlogsgebieden. Journalisten krijgen alleen te zien en horen wat anderen los willen laten en zijn daarom meestal toegewezen op partijen die zelf in het conflict betrokken zijn en zijn verder aan vele restricties en do-nots gebonden. Daar komt nog eens de onoverkomelijke handicap bij, dat kranten eerst moeten worden opgemaakt, gedrukt en door het land verspreid, waardoor ze qua snelheid altijd een dag achter zullen liggen op ontwikkelingen, die on line per minuut worden geactualiseerd. Een dergelijke vertraging geldt ook voor de televisiejournaals, die ook nog kampen met krappe uitzendtijden.

Door het internet staat iedereen met een PC op de voorste rang van het wereldgebeuren en krijgt hij of zij persoonlijk de mening van alle commentatoren te horen, zowel de slecht- als de beter ingelichte. Sterker: de invloed die iemand er met zijn woorden op uit kan oefenen is grandioos, zeker als dit iemand is met kennis van de zaken waar hij over spreekt. Onderschat de macht van het woord niet. Een idee is als een vonk. Op de juiste tijd en op de juiste plek kan het een vuur worden en het maakt dan niet uit wie er met het idee kwam of wie het waar doorgaf.

Democratie valt of staat bij de geïnformeerdheid van de burgers. Als onze leiders, voortkomend uit Neerlands politieke en intellectuele kaste, echt hart voor de democratie zouden hebben (zij weten ook wel dat het nog veel, heel veel te wensen overlaat), dan hadden ze allang iedere Nederlander een laptop cadeau gedaan en meer energie in online democratiserings- en emancipatieprojecten gestopt. In plaats daarvan zeurt Ernst Hirsch Ballin hypocriet dat mensen voorzichtig moeten zijn met privé-gegevens. Hypocriet, omdat tezelfder tijd één van zijn diensten de mensen met wie hij op de camping spreekt waarschijnlijk aan het screenen is en dezelfde heer Ballin Nederland koplo per heeft gemaakt in het aantal mensen waarvan de telefoons worden afgetapt. Al die door zichzelf boven ons gestelden vinden die ongebreidelde communicatie tussen en informatie-uitwisseling naar elkaar maar niets. Bij monde van onze Koningin mochten we horen dat Internet de mensen eigenlijk maar van elkaar vervreemdt. De ironie, dat er geen grotere intermenselijke afstand mogelijk is, dan tussen haar en haar onderdanen, ontging haar blijkbaar, en ook het feit dat ze ons haar standje gaf via het meest onpersoonlijke medium dat er bestaat: de televisie.

Mevrouw van Amsberg, met uw welnemen: Het is niet waar wat u zegt.
Mensen vinden verwanten, soortgenoten en verloren geraakte familieleden terug door het internet. Ouderen en zieken geeft het de mogelijkheid tot sociale contacten en om snel hulp te kunnen roepen. Het heeft mensen met bijvoorbeeld ongeneeslijke ziektes bij elkaar gebracht en leken de beschikking gegeven over een ongekende hoeveelheid informatie. Internet dient als een verrijking van het verenigingsleven. Fanclubs, verzamelaars, specialisten, sport- kunst- en muziekliefhebbers vonden elkaar en richten virtuele clubhuizen op. Op het internet maakt men vrienden (en vijanden) en meer kennisen dan op welke andere manier. Gelijkgezinden vinden elkaar en van andersdenkenden kan kennis genomen worden. Er kan zelfs met ze gedebatteerd worden. Waar elders is dat mogelijk? Waarom verwerkt u, als woordvoerder van de overheid deze positieve kanten niet in uw troonrede? Of waarom wordt er niet opgemerkt, dat de politieke betrokkenheid van de mensen door het internet de laatste jaren enorm is toegenomen? Misschien weet u wel, dat er hevige politieke debatten op het Internet worden gevoerd? Dat moet wel, want enkele van die discussies, en niet de minste, gaan zelfs over u en uw zoon en schoondochter. Misschien is het daarom dat u over een onpersoonlijke afstand spreekt? De afstand tussen ons gewone Nederlanders en uw middeleeuwse poppenkast is door al die vrije informatie namelijk inderdaad nogal toegenomen.

Zodra zogenaamde democraten aan de macht zijn, verliezen ze in 99% van de gevallen alle interesse voor democratie of voor het welzijn van het volk. Eerder worden zeggenschap en inbreng als een rem beschouwd en de golf, die hen eerst opstuwde naar de macht dreigt ze nu te overspoelen. Maar deze virtuele democratiseringsgolf begint nog maar net aan te zwellen. Ik vrees, dat alle krachten zullen worden ingezet om ook dit medium te gaan "embedden" en aan banden te leggen. Zolang dat niet gebeurt, heb ik er vertrouwen in, dat de democratie als experiment nog niet mislukt of verslagen is en dat we, met het internet als krachtig hulpmiddel, er eindelijk eens serieus aan kunnen gaan beginnen.

Met één ding heeft het internet afgerekend: De uitdrukking "de zwijgende meerderheid" is ten grave gedragen. De mensen hebben een stem gekregen. Wat die waard is wijst de toekomst uit en of die zal (mogen) blijven klinken zal afhangen van the powers that be. En of ernaar geluisterd wordt is weer een heel andere kwestie. Tot nu toe houdt men zich stokdoof.

2 opmerkingen:

  1. Een staat, waar de burger geen inbreng heeft en maatregelen van bovenaf dwingend gedicteerd worden is.... een dictatuur, ja.

    Maar er zijn gradaties, namelijk: Hoeveel van het menselijk gedrag wordt er gedicteerd?

    Onze overheid is die hoeveelheid flink aan het vergroten.

    BeantwoordenVerwijderen