vrijdag 6 april 2012

Grachtterras

De Rotterdammer staat bekend als harde werker. En de Amsterdammer? Als fanatiek terrasbezoeker?

Op de onderste foto is het bootje van mijn vorige post van de andere kant te zien. Hier is ook de BBA sticker te zien (De foto's zijn in technisch opzicht niet erg goed maar geven in ieder geval een indruk)


9 opmerkingen:

  1. D.G.Neree
    De clustering op die paar vierkante terrasmeters doet vermoeden dat precies daar de wereld vijftig jaar later vergaat. En dat vrij naar Heinrich Heine en niet magere Hein. De knobbelzwanen en hun kroost lijken hetzelfde te denken, maar zullen wel gevoerd worden met restjes tosti, bitterballen en broodjes gezond.

    Nu ziet het bootje er wel fraaier uit. Zo zie je maar weer, alles heeft een sombere en positieve kant.

    Filantroop

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Filantroop, wat vind je van die mooie hoorns die daar aan dek en dak vast zitten? Tenminste ik denk dat het van die ouderwetse auto hoorns zijn. ( Of heten dat hoornen? ). Ze zien er nog zo glim uit. Gek dat niemand ze nog heeft gekaapt. Ik denk dat de bovenbouw ( hoe heet dat boven de kajuit? ) van fibreglass is. Interessant sloepje eigenlijk. Wat zou dat ronde glimding met rode versiering zijn? Een patrijspoort misschien? De naam alleen al is een schreeuwertje. Wat een troep eigenlijk, ik verzuim de positieve kant er van te zien en vooral dat hakketakke gedoe links er van is mij te rommelig.
    Daarentegen is het grachtenterras een verademing. Als je zoiets vrolijks in de stad tegenkomt voor een mooi oud gebouw en dan nog zonneschijn, kan het niet anders of je moet er neerstrijken en een cappuccino met appeltaart bestellen.
    Filantroop, waarom denk je naar het terras kijkend, dat de wereld over 50 jaar zal vergaan? Als ie vergaat, dan niet alleen op dat terras. Je gelooft toch niet aan het stijgende water scenario?
    Leuk deze contrasterende images D.G.Neree.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @aussie
    Nee, dat denk ik niet, maar de dichte samenscholing deed me denken aan wat Heinrich Heine ooit gezegd zou hebben. Namelijk, dat mocht de wereld vergaan hij naar Nederland zou verkassen omdat daar alles vijftig jaar later gebeurt. Mocht het water stijgen, dan kan het altijd de ark van Noach nog zijn.

    Filantroop

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Je maakt me nieuwsgierig Filantroop. Ik ken geen Heinrich Heine ( je zal je kind toch zo noemen..), maar ik ga googelen. Hoop niet in Duits, want daar ben ik geen bolleboos in.
    Ben het niet zo eens met hem dat alles 50 jaar later in Nederland gebeurt. Jij wel dan?

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Een tiental jaren fietste ik 's avonds langs een door (gegoede) jongeren drukbezocht café. Het geroezemoes en de vrolijke stemmen waren buiten te horen en door de ramen was t zien, dat het een geanimeerd gezelschap was, met geen zorgen aan het hoofd.

    Het was op de dag dat de NAVO begonnen was met het bombarderen van Afghanistan om het nog verder in de steentijd terug te werpen. Het contrast was schokkend. Hoe was het mogelijk, dat mensen zo onbezorgd plezier maakten terwijl de eigen straaljagers steden en mensen aan het kapotschieten waren? Ik vond het pervers.

    De uitspraak van Heine werd gedaan, toen de communicatie niet zo snel was als heden. Ik dacht angstig: en wat als de rollen over een paar jaar omgedraaid worden? Het is nu ongeveer 10 jaar later en de situatie is sinds die tijd niet verbeterd.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. @aussi
    Het zompige Holland was in die dagen niet meer te vergelijken met de toonaangevendheid van de Gouden Eeuw. Echter, in de Duitse gebieden was het niet veel anders. Immers, Duitsland bestond nog uit een statenbond en er heerste een bedaard provincialisme. De Duitse eenheid en dus de groei van Duitsland als natie kwam pas na de Frans-Duitse oorlog van 1870. Heinrich Heine had het dus net zo goed over de Duitse gebieden kunnen opmerken.

    @D.G.Neree
    Het lichtzinnige vertier tijdens oorlogsvoering is van alle tijden en was waarschijnlijk vroeger erger dan nu. Toen was het de elite die feestvierde, terwijl het volk de eigen kinderen offerde voor het economisch welzijn van die elite.

    Filantroop

    BeantwoordenVerwijderen
  7. D.G.Neree, het zou ook denial kunnen zijn, maar hoogst waarschijnlijk ignorance. Kan even niet op de juiste Nederlandse woorden komen. Precies wat Filantroop ook al zegt, dit is van alle tijden. Men hoort ook met het gewone leven door te gaan en juist vertier geeft soms afleiding. Je kunt niet de hele dag zitten grienen.
    Men feestte gewoon door toen de Jap zijn opmars maakte in WWII in Azie en niemand geloofde dat ze ook bij hun zouden komen, maar het gebeurde. Het feestende Singapore, Batavia, Bandoeng en noem maar op, totdat de confrontatie kwam. Nu is tegenwoordig het nieuws a la minute en de jeugd in het drukbezochte cafe in jouw verhaal had nog geen internet, noch een mobile telefoon. Maar ze konden het weten , tv was er al.
    En ach, geen zorgen aan het hoofd, waarom zouden ze? Afghanistan was immer zo vreselijk ver weg.
    Als je je van alle ellende wat moet aantrekken, kun je beter ophouden met bestaan.
    En heeft men iets geleerd? Ik denk van niet.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Het kon trouwens nog erger. Het Nederlandse amusement en het theaterbezoek ondervonden een glorietijd tijdens de bezettingsjaren. Terwijl de Duitse repressie op een dieptepunt en de Jodenvervolging op volle toeren raakte, vermaakte men zich voluit bij revues en gezellige UFA-films. Nimmer heeft de tegenstelling tussen vertier en drama zich binnen zo’n kleine afstand tussen elkaar voorgedaan.

    In de speelfilm La caduta degli dei (Götterdämmmerung) laat Luchino Visconti tijdens de “Nacht van de lange messen” een liederlijk bachanaal van de SA zien terwijl de SS in de duisternis oprukt om het hele stel uit te roeien. Dus ook onderling kon de tegenstelling soms zeer extreem zijn.

    Filantroop

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Dat kan ik me wel voorstellen. Ik weet bitterweinig van de oorlog die in Europa gevoerd werd en over de bezetting ook niet veel. Moet dat tot mijn schande bekennen. Wel van familie wat verhalen gehoord. La Caduta ken ik niet. Marleine Dietrich zong toch ook voor de Nazi? En ik las ook dat Matahari eveneens entertainde gedurende de oorlog.
    Wat jij over het Nederlandse amusement schrijft zou ook wel kunnen passen in mijn gedachtegang, dat het allemaal een soort escape was en ook dat men de gemoederen wilde opbeuren gedurende zo'n vreselijke tijd.
    Men moest een gevoel van humor hoog houden, anders kon je er niet tegen.
    Ik kan me het verhaal van mijn schoonvader herinneren. Hij woonde op een gegeven ogenblik op de Carel Reinierszkade in de Haag. Ik weet niet over welk veldje hij het had, maar er vond daar een bombardement plaats terwijl hij gewoon in de deuropening naar de skyshow stond te kijken. Mijn schoonmoeder riep hem om naar binnen te komen, maar hij zei doodleuk:"Ik heb toch mijn hoed op?" en bleef rustig staan te kijken.

    BeantwoordenVerwijderen