dinsdag 9 mei 2017
Varantulo (een schrijfoefening)
In de strijd tussen de Ongezworenen en de Verplaatsbaren merkt niemand iets van de hoogdravende speeches die door voor- en tegenstanders van de nationale gelijkschakeling in de salons en achterkamers van het hulpverleningsgilde worden gehouden . Wat opvalt hierbij zijn de uitermate schijnheilige woorden van degenen die zeggen het beste met ons voor te hebben maar in werkelijkheid gedoofde sterren uit stilstaand water vissen. Hoe moeten wij verklaren dat er nog mensen zijn die deze bakerpraatjes slikken als waren het in fondant gedoopte marsepeinen biggetjes?
Zijn we zo ver afgegleden dat men met droge ogen kan beweren dat er zoiets bestaat als een gerechtmatigde aanpassing van voldongen feiten? We kennen toch de gevleugelde woorden van Adamantio III, die ons op het hart drukte nooit de zwijgzamen te onderschatten? Zij zijn het namelijk die een veroordeling kunnen uitstellen door hun gezamenlijke gewicht in de schaal te leggen, mits men dan wel de voorwaarden daarvoor niet bij voorbaat uitstelt! De dragers van de gemanifesteerde onderbouwingen worden al genoeg belast.
Anderzijds is het lang geleden dat de waaier van mogelijkheden zich zo duidelijk manifesteerde aan eenieder die de moeite wilde nemen om één en één op te tellen en op het dagelijkse leven toe te passen zonder te denken aan hetgeen men wel belooft maar nooit nakomt: het rechtvaardige afstand houden van wat niemand iets aangaat. We zijn toch door algemene verworvenheden gekomen op een punt waarop we dit soort dingen niet meer hoeven te vergulden of verhullen? U bent toch ook niet gediend van verwaterde smaakmakers in dienst van een vriendenclub? Het maakt niet uit of men wel of niet de zwaarste taken als eerste of als laatste op de schouders legt van degenen die niet gevraagd hebben om uiterste consequenties. Het mag toch ook wel eens van een andere kant komen? Na zoveel beraadslagingen zou men toch enige duidelijkheid moeten kunnen verschaffen waar men nu uiteindelijk voor staat. Blijven we draden verwisselen en kleuren betwisten? Blijven we ondermaatse argumenten gebruiken voor zaken die niet zonder scherpe nuance kunnen? Het zou mooi zijn als we hierover eensgezind een verklaring zouden kunnen overleggen aan de afgevaardigden van het conglomeraat. Nu staan we maar een beetje schaapachtig op een hoek van de straat kastanjes te poffen voor mensen die liever thuis bij moeder de vrouw een kruiswoordpuzzel oplossen. Of denkt u dat het allemaal vanzelf gaat?
Er zijn vast en zeker lezers die mijn visie niet delen. Aan u zou ik willen vragen het volgende te overwegen: Ziet u in de nabije toekomst mogelijkheden om aan de hand van klaarblijkelijke overwegingen de door het gezond verstand ingefluisterde scenario nog op zodanige wijze aan te passen dat ook degenen die anders aan het kortste eind zouden trekken een kans maken om weer terug te komen waar ze anders nooit weggegaan zouden zijn? Als u hierop bevestigend antwoordt, dan moet dat toch voldoende reden zijn om naast de vele zegeningen van het natuurlijk in gang gezette proces toch ook de mogelijke gevaren in te zien, die veroorzaakt worden door een te lang volgehouden ontkenning van wat voor eenieder duidelijk moet zijn: dat dat wat gekend word ook ontkend kan worden, al is daar meer flexibiliteit voor nodig dan het geloof in een scala van doelmatigheden.
U ziet: ik verschuil me niet achter loze woorden. En als wat ik zeg mocht leiden tot een onderzoek naar het gedrag van vermeend onberispelijke leden van de samenleving dan neem ik het gemopper van mensen die liever van me zouden horen dat de lucht blauw is voor kennisgeving aan. Het mag niet buiten overweging gehouden worden dat nadat ook degenen die pas achteraf bij afwezigheid van getuigen afgeschilderd zijn als voorstanders van een drievoudige herschikking van de bestandsovereenkomsten werden buitengesloten, nu ook de geachte leden van de doorstartcommissie door valse berichten worden gedwongen om werk te maken van dat wat iedereen liever vergeten was (een zaak die alleen maar slachtoffers kent), alsook door de voortdurende aankondigingen van schijnbare meevallers, die echter al tijden door wezensvreemde invloeden zijn verworden tot gezichtsvereffeningen, die geen verschil maken in het al of niet doordringen van de bovenstroom in de bassins van de landelijke consensus.
Toch zal men eens de teugels weer moeten oppakken, anders gaat het paard er uit zichzelf vandoor en wat moet men dan met een lege kar? U denkt toch niet dat men in de kringen van mensen die relativering en onderwaardering beschouwen als voortbrengselen van een hegemonistisch onderdrukkingsmechanisme aan zulke overwegingen enig belang hecht? Zij lachen om veronderstellingen en bespreken hun aangedaanheden in de nachtelijke uurtjes, als de belastingbetaler de slaap niet kan vatten vanwege het uitstel van de uurdelingscompensatie en een enkele late wandelaar met zijn hoofd diep in de kraag gestoken voorovergebogen door de regen en de natte straten loopt om te beginnen aan wat men zou kunnen noemen zijn onbezoldigde zoektocht naar de komende dageraad.
En vergeet niet: het drama speelt zich af in u en mij, laten we dat niet veronachtzamen. Wij moeten het doen. U. Ik. U en ik. U en ik en iedereen. Anders lukt het niet.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Laat alle hoop toch varen. Wij zitten in een cultuur van miereneukertjes die op hoge keffende toontjes wetenschappelijk onderbouwd beargumenteren waarom het linker draadje aan de rechterkant van de ontsteking van een bomgordeltje bij een bomgordelliaan, die naast ons staat, niet rood moet zijn maar roze en aan de andere kant moet zitten en dat we daar de drager middels een brief van in kennis dienen te stellen met een cc aan de eigenaar. En bij de herdenkingsdienst wordt, met op de achtergrond de zachte vragende teksten van Mieke Telkamp, gezalfd dat niemand het kon zien aankomen.
BeantwoordenVerwijderenGefeliciteerd, Brouwer des Breinbrouwsels, je bent de eerste reageerder in een jaar of vijf! :)
BeantwoordenVerwijderen